85
Goed.
DE HEER ERNST:
Voorzitter
DE VOORZITTER:
Mijnheer Ernst.
DE HEER ERNST:
Mag ik dan even een tegenvraag stellen aan de heer Blankenstein? Want in het vorige college deed
vooral de PvdA wethouder nogal wat voorstellen ten koste van de WMO reserve. En aan het einde
daarvan werd opeens gezegd: we komen daar een paar miljoen aan tekort. Dit is volgens mij wat
bestendiger. Je houdt...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik een procedureel momentje hebben even. Want het is een interruptie tussen
sprekers die niet aan het woord zijn. Ik vind dat we vergadertechnisch ook een beetje de boel in de
gaten moeten houden.
DE VOORZITTER:
Ik ben dat zeer met u eens. Maar als een aantal fracties de behoefte heeft aan die interrupties, en
ik geef de een de ruimte, moet ik daar ook de ander..., Dus ik stel voor een korte reactie en dan
vraag ik aan mevrouw Van Beek om tot een afronding te komen.
Mevrouw Van Beek is klaar.
Is er nog behoefte bij de Partij van de Arbeid om te reageren op de vraagstelling? Kort.
De heer Blankenstein.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Nee, ik constateer dat wij destijds financieel degelijk gehandeld hebben en ik stel nu vragen over
de financiële degelijkheid van dit college.
DE VOORZITTER:
Dan komen we daar nog over te spreken.
Ik geef het woord aan mijnheer Scheltens, GroenLinks.
DE HEER SCHELTENS:
Ik kan en zal het kort houden vanavond. Dus ik blijf gewoon even hier zitten. Ik kan me voor een
belangrijk deel aansluiten bij de bijdrage van met name D66 en het CDA.
U weet dat wij dinsdag nogal kritisch waren over het hele gebeuren, met name wat de financiering
van het geheel betrof, en dan met name het feit dat er gelden gebruikt werden uit de pot
revitalisering bedrijventerreinen. Dat vinden wij heel erg moeilijk. En de wethouder begon toen een
gedegen financieel verhaal te houden waarvan ik gevraagd heb om het op papier te zetten. Dat
heeft hij gedaan. Dat maakt het voor ons makkelijker acceptabel, laat ik het zo zeggen. We zijn
nog steeds niet bruisend maar misschien wel met de hakken over de sloot. Het is minder dreigend
voor de revitalisering bedrijventerreinen. Maar als dat toch zou blijken te zijn, dan vindt u ons op
uw weg.
Wij hebben toen ook gezegd: mocht het dan toch doorgaan, dat plan, dat wij vroegen om extra
maatregelen voor de groenvoorzieningen en de fietsvoorzieningen. En los daarvan zou ik niet graag
de bedenker zijn van het volgende dilemma voor de gemeente Breda met de naam: een burg te
laag.
DE VOORZITTER:
Dan kom ik bij mijnheer Van den Berg, Breda'97.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
De vraag is inderdaad gaan we bruisen of zoals men het zo mooi in België placht te zeggen, wordt
het een plat watertje op het plein. Laten we meteen maar constateren dat Breda'97 ook moeite
heeft met de financiële onderbouwing van het stuk. Een en ander natuurlijk in het licht van wat
tijdens de commissie vergadering ook al is gewisseld. Want hoe leg je het verhaal nu aan de stad
uit, hoe leg je deze forse investering aan de stad uit. En is die bulldozer die de mensen straks zien
rijden, nu bezig de Mark uit te baggeren of trek je er gewoon de rozenperkjes uit, want te duur in
onderhoud.