96 DE VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Giebels. Het woord is aan mevrouw Van Beek, CDA. MEVROUW VAN BEEK: Ook heel kort, want we hebben er ook uitgebreid over gesproken bij de commissievergadering. Ook de CDA fractie is het er mee eens, - goed, dat waren we al, want daar is al eerder over besloten -, dat we toeristenbelasting gaan heffen omdat daarmee ook de toerist meebetaalt aan alle mooie voorzieningen in Breda. En uiteindelijk kan het er ook toe leiden dat we ook financiering hebben om nog meer te kunnen doen aan onze toeristische aantrekkelijkheid. Het moet wel een belasting worden waar we echt met beleid mee om gaan. En wat dat betreft, vinden wij het dus ook heel belangrijk dat we ieder jaar gewoon ook stil staan bij de hoogte van de heffingen en dat het niet kan zijn dat die automatisch langzaam aan alleen maar aan het stijgen zijn, en dat we denken: dit is opeens een interessante geldbron. Maar dat we daar echt met beleid naar kijken. Want ik had al eerder in de commissievergadering gezegd: ook voor campings bijvoorbeeld kan het op een gegeven moment toch best wel een belasting gaan vormen en ook een rol van betekenis voor mensen die naar de camping in Breda gaan of de camping in Etten Leur. Dus wat dat betreft, staan wij ook positief tegenover de motie van Breda'97. En verder vinden we het ook belangrijk dat we er als raad democratische controle over houden van wat is je toeristische bestemming dan. Want wat ons betreft, moetje daar ook breed naar kijken. Want toeristen bevinden zich niet alleen binnen de singels, maar ook daar buiten. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer. Mijnheer De Beer, D66. DE HEER DE BEER: Dank u wel, voorzitter. Ik kan me eigenlijk volledig aansluiten bij de bijdrage van de heer Stubenitsky. Niet vreemd, wij hebben gezamenlijk ook die motie ingediend, die jaarlijks 2 ton ook apart zette voor de algemene middelen maar vervolgens ook opdroeg tot investeringen in ontwikkelingen in de stad die het toeristisch klimaat zouden verbeteren. Daar hebben we toch wel in de context van die motie opgemerkt dat we daar niet willen dat er dominant in stadspromotie wordt geïnvesteerd omdat we daar al budgetten in hebben. Ik kan me voorstellen, gehoord de commissievergadering, dat de WV graag haar jaarverslag 2011 wil toelichten aan de commissie en haar jaarplannen 2012 en verder. Dat zou ik heel verstandig vinden. We hebben via de krant kunnen vernemen dat de PvdA op dit dossier wel eerder op het slopen zit dan op hervormen en dat betreur ik want het is een heel belangrijk instrument. U heeft geen contact gehad met de VW. En u wilt nu weer een notitie maken. En dan denk ik, laten we de VW ook..., MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik hier op reageren? DE VOORZITTER: Even mijnheer De Beer uit laten spreken en dan krijgt u de ruimte. MEVROUW HAAGH: Ja. DE HEER DE BEER: Laten we de VW de gelegenheid geven om haar plannen toe te lichten en ook uitdagen tot innovaties zoals wij bijvoorbeeld ook met accommodatiebeleid doen. Dank u wel, voorzitter. DE VOORZITTER: Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Ja mijnheer de voorzitter, als de heer De Beer dan zo goed de vergadering gekeken heeft, dan heeft hij ook gezien dat het ging om een voorstel waarin er een bedrag extra naar de VW ging, en dat de vraag gesteld is door de Partij van de Arbeid naar wat nou de noodzaak was van die 2 locaties en of we daar eens inzicht in konden krijgen. Dat was een vraag, niet meer dan dat en dat heeft u ook kunnen bekijken. En het lijkt me heel goed om daar eens goed ook met elkaar over te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 44