101 DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. O pardon, mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Dank u wel, voorzitter. Na mijnheer Lips, gooi ik mijn kreten van de commissievergadering er ook nog maar een keer in: we moeten vooral onze zegeningen tellen. We vinden het heel erg belangrijk dat na 26 jaar dit dossier een beetje vlot getrokken is door dit wethoudersduo en dat er nu niet alleen een steiger tegen de kerk staat maar er ook op gewerkt wordt. Dat is wat wij heel erg belangrijk vinden aan dit dossier. En ik snap dat vanuit de loop van dat dossier ook een nieuw haalbaarheidsonderzoek door de andere partijen is geëist, zal ik maar zeggen, want dat laat zich toch wel zien aan dit voorstel. Ik vraag mij alleen af, - en dat is dan ook meteen een reactie op de motie van de PvdA -, of er een onderzoek is geëist van 45.000,—. Dat zal dus vast niet het geval zijn. Er zal wel een onderzoek zijn geëist van een onafhankelijke partner. Dus vandaar als het woord intern in de motie blijft staan van de PvdA, zal ik hem nooit steunen. Maar de hoogte van het bedrag daar kun je misschien wel iets mee. Daar wil ik toch nog wel even wat toelichting over hebben van de wethouder. Heeft u tegen de le offerte meteen ja gezegd of heeft u nog verder onderhandeld of kan het ook voor 30.000,-- bijvoorbeeld of voor 25.000,- of voor 1.000,-? Dan is de motie van de SP eigenlijk een beetje overbodig. We hebben daarover uitgebreid gewisseld in de commissie. Volgens mij heeft D66 daar ook ver afstand genomen van de sloopoptie en we konden ons niet voorstellen dat daar appartementen uit dat onderzoek komen. Maar goed, gezien de nieuwe omstandigheden, zoals de heer Lips die ook al noemde, moetje dat wel afwegen. Daarbij is het gewoon een uitkomst van een afspraak die gemaakt is tussen 2 partijen. En wij tellen vooral de zegeningen van het le deel van die uitkomst, namelijk dat er gewoon gewerkt wordt op de steiger. Dank u wel. Mijnheer Akinci. DE HEER AKINCI: Ik hoorde de heer Van Lunteren zojuist zeggen dat hij al sinds 20 jaar bezig is, - ik neem aan dat hij zijn partij bedoelt -, met het behoud van de Heilig Hart Kerk. Dat vind ik knap en zeer lovenswaardig omdat u toen nog lang niet in de raad zat. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, we zijn één fractie en één partij. DE HEER AKINCI: U haalt me de woorden uit de mond. Dat bedoel ik ook als compliment omdat volgens mij het behoud van deze kerk en de actie die daarop gevoerd is vooral heel lang van buiten deze raad is geweest en maar zeer beperkt op instemming van mensen in deze raad kon rekenen. Laat ik daarbij een positieve uitzondering maken, en dat is mevrouw Boidin die zo ongeveer vanaf het begin van haar raadslidmaatschap, - en volgens mij was dat zo ongeveer in 1986 -, zich voor die kerk heeft ingezet. Ik kan hetzelfde zeggen, ware het niet dat ik veel later in deze raad kwam. In die zin ben ik dan ook erg blij dat er nu eindelijk met de restauratie van de Heilig Hart Kerk is begonnen en ook dat daarvoor voldoende geld beschikbaar is, dat het hele juridische gebeuren over van wie is die kerk en moet die nou wel of niet tegen de vlakte, voorbij is. Die zegeningen, - om de heer De Beer maar aan te halen -, tel ik, maar daar houdt mijn enthousiasme ook wel weer een beetje op omdat inderdaad tot nu toe alleen maar zekerheid is over de pastorie en het le gedeelte van de kerk en niet over het middenschip, het stuk waar de glas in loodramen van Colette in zitten, ook historisch gezien een belangrijk onderdeel van die kerk, en ook een beetje omdat op het moment dat de kerk ineens een rijksmonument was of dreigde te gaan worden, op het laatste moment de toenmalige eigenaar ineens zei: ach, anders laat ik de voorkant toch gewoon staan. Dat is eigenlijk precies wat nu ook gebeurt, alleen moet er nu een hele hoop subsidie tegenaan gegooid worden. Dus eigenlijk hadden we die uitkomst al een beetje en ben ik het met de heer Van Lunteren van harte eens, - en dat heb ik in de commissievergadering ook gezegd -, dat sloop van het middenschip en het achterdeel van de kerk, eigenlijk geen optie kan en mag zijn. Gelukkig spreekt het raadsvoorstel dan ook van haalbaarheidsonderzoek. En volgens mij is de bedoeling van een geslaagd haalbaarheidsonderzoek dat je probeert te onderzoeken de haalbaarheid en op welke manier de haalbaarheid van het in stand houden van het hele monument gestalte kan worden gegeven. Dus ik ga ook voor dat haalbaarheidsonderzoek. En vanuit dat oogpunt en het feit dat onze fractie ook altijd gezegd heeft,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 49