103 meer van het restant van de kerk over is. En volgens mij moeten we dat met elkaar niet laten gebeuren. En dat betekent dat het een zeer noodzakelijk iets is om een goed onderzoek nu op tafel te krijgen in natuurlijk een andere tijd om te kijken wat dan die mogelijkheden zijn. En ik zou daarbij niet van tevoren ai allerlei voorwaarden geven van de eindoplossing, zoals het mag vooral niet dit zijn en ook niet dat zijn. Want dan krijgt u natuurlijk geen goed haalbaarheidsonderzoek. En in die zin ben ik het ook eens met de heer Akinci, dat het een haalbaarheidsonderzoek moet zijn dat alle elementen naar voren zal brengen om die goede afweging ook straks te maken. En als ik dan de inbreng van de PvdA proef, dan zitten er 2, wat mij betreft ook een beetje schijnbare tegenstellingen tussen, die 2 punten die u naar voren brengt. Want enerzijds zegt u: ik heb argwaan naar wat voor soort onderzoek dat is, want ja, we weten het eigenlijk al, er komt toch uit dat het plan van Woonzorg doorgaat. En anderzijds zegt u: ja, u mag er niet te veel geld aan uitgeven, doe het vooral intern, want alles wat we tot nu toe gedaan hebben, weten we toch al, dus het is toch niet zo moeilijk om even een en een is twee te doen en te zeggen wat het gaat worden. En volgens mij wilt u dat juist niet. Volgens mij wilt u juist dat we in de huidige tijd nog eens even goed kijken, in de huidige crisistijd, de huidige stand van zaken waar we op het gebied van vastgoed staan. Wat zijn nu de kansen om snel een vervolg te maken met het restant van het monument? En waar zit dat dan in? En daarbij moet je dus niets uitsluiten, moet je ook kijken naar de omgeving. Want er zitten een aantal locaties omheen waarin ook beweging is. Er zijn in het verleden initiatieven geweest. Kijk nog eens even of die initiatieven opnieuw opgepakt kunnen worden en wat dat dan betekent. Sluit daarbij dus niks uit. En dat betekent dat je inderdaad dan met veel externe partijen het gesprek aan zal moeten. De belangen die er natuurlijk in de wijk aan de orde zijn en die je erbij zal moeten betrekken, vooral ook expertise van het monument ook binnen zal moeten brengen. En om de argwaan die u uitgesproken heeft in uw bijdrage weg te halen, laten we daar vooral een onafhankelijke partij de kar voor trekken. Nou, als je dan dat werk ook in het aantal uren, - wantje wil dus in feite een aantal intakeprocedures achter elkaar plaatsen voor initiatieven die er zijn -, in geld uitdrukt, komt u dus globaal op dit bedrag uit. En daarmee heb ik volgens mij eigenlijk al antwoord gegeven op die motie. Volgens mij zijn college en raad het er volledig over eens dat we vooral moeten kijken waar de kansen nog liggen om het monument te kunnen behouden. Dat heb ik ook in de commissie nadrukkelijk gezegd. Maar we sluiten qua uitkomst niets uit. Laten we vooral even het werk doen en kijken wat er straks ligt en welke keuzes we dan als gemeenteraad hebben en dat debat dan op dat moment voeren. En natuurlijk komen wij met een verantwoording over waar dan die 45.000,— aan uitgegeven is. Dat lijkt me valide en dat betekent, concluderend, dat ik eigenlijk 2 van de 3 punten die u in uw motie vraagt, in feite al toegezegd heb en dat ik uw motie in feite overbodig vind. En als het gaat over de motie van de SP, heb ik ook al aangegeven: ik zou daar niet op willen voorsorteren en wat mij ook afraden om het hier aan te nemen. Tot zover. 2e termijn. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Wie kan ik het woord geven in de 2e termijn? Mevrouw Van Mourik. MEVROUW VAN MOURIK: Dank u, voorzitter. En dank aan de wethouder voor de heldere beantwoording. Wij zijn erg blij met de antwoorden want daardoor zijn heel veel twijfels van ons eigenlijk allemaal meegenomen. U zegt toe dat breder wordt gekeken dan naar de omgeving, dan naar de kerk alleen. En daarnaast vinden we ook, hadden wij de indruk, dat het binnen de ambtelijke organisatie onderzocht zou worden. En door uw uitleg dat het door een onafhankelijk bureau getoetst wordt, is ook onze twijfel over dat het eigenlijk gewoon tot sloop zou leiden, grotendeels weg genomen. Daarmee blijven we nog steeds 45.000,— veel geld vinden en helaas dat de gemeente dat moet betalen. En wij willen de motie daarom ook intrekken omdat naar ons idee de vragen voldoende beantwoord zijn. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. De heer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 51