105 Van Genk op de rijksmonumentenlijst te plaatsen, zijn geweest, het feit dat het een van de gaafste, zo niet het gaafste exemplaar, van de sowieso al niet zo heel veel overgebleven neogotische kerken van de bouwpastoor Van Henk in Nederland is. Het andere nog enigszins gave exemplaar staat in Culemborg en staat minder hoog aangeschreven. Op het moment dat het middenschip van deze kerk gesloopt zou worden, is het argument destijds om deze kerk op de rijksmonumentenlijst te plaatsen, weg. Dus daarmee zou ook de rijksmonumentenstatus van de kerk logischerwijs komen te vervallen. Het gaat ons om het behoud van het rijksmonument en daarom dus ook integraal. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, dan wil ik ook niet te flauw zijn: zo mooi als mijnheer Akinci het altijd kan verwoorden, dat is onnavolgbaar. Dank voor de steun. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Goed. Nog iemand anders wenst het woord? Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Ja voorzitter, ik hoop toch, - want ik heb daar toch niet echt blijk van gekregen in le termijn vanuit het college -, ik hoop echt dat het duidelijk is dat wij 45.000,— voor een onderzoek erg veel geld vinden en dat dat toch niet volledig gesoupeerd wordt indien niet nodig, dat daar nog eens extra een offertetraject wordt gedaan. En dan voor wat betreft de sloopmotie, ja als die een meerderheid zou halen, dan zouden we dit dossier weer 10 jaar terug in de tijd brengen want dan zet je de boel weer op slot en nu is er eindelijk beweging. Dus wat ons betreft, ga gewoon door op deze ingeslagen weg. En dit voorstel krijgt onze steun. DE WAARNEMEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Nog iemand anders? Dan geef ik het woord aan wethouder Arbouw, met volgens mij nog een vraag over de hoogte van die €45.000,-. WETHOUDER ARBOUW: Ja, ik wilde op 2 dingen nog ingaan, voorzitter. Kijk, als het gaat over die 45.000,—. Natuurlijk zullen we daar kritisch naar kijken maar het is ook een inschatting zoals ik al aangegeven heb op grond van het werk wat moet gebeuren. En als dat voor minder kan, zullen we dat zeker voor minder doen. Maar er zitten natuurlijk ook gemeentelijke kosten aan. Het is niet alleen maar wat een externe partij doet maar er zijn ook toetsen die we ook zelf doen op verschillende plannen die daar ook in het verleden en wellicht nu in andere vorm aan de orde zijn geweest. Voorzitter, het 2e punt waar ik nog even op in wilde gaan was de bijdrage van de heer Akinci. Want ik vond dat hij zo voortreffelijk aangaf waarom ik juist de raad ontraden had om in de motie van de SP mee te gaan. En dat zit inderdaad in, - zoals de heer Lips ook aangaf -, laten we het debat nou vooral straks voeren op grond van de elementen die er dan liggen. Wat onderzoek je in die haalbaarheidsstudie? Dat is gewoon: wat is een rendabele exploitatie? Wat is uiteindelijk een plan wat dan ook financieel straks het hoofd boven water kan houden. Dat is een belangrijk criterium. En daar kijken we dus naar. En in de huidige tijd ligt dat anders. En dat betekent ook dat bepaalde plannen die wellicht in het verleden om ruimtelijke motieven afgewezen zijn, dat die wellicht nu, als het gaat over, als je meer vanuit die hoek gaat kijken, rendabel en exploitabel voor de toekomst, wellicht in een ander daglicht kunnen, dus dan nieuwe weging verdienen. DE HEER AKINCI: Voorzitter, toch per interruptie. Ik vind het jammer dat de wethouder dit dan kwalificeert als een zwaring, want volgens mij was ik in de le termijn ook duidelijk waarom ik de motie van de heer Van Lunteren zou steunen. Ik ben een stuk optimistischer dan dat maar als het het minimumscenario is, dan maar steun aan die motie in het kader van het eisen van het onmogelijke om realistisch te kunnen zijn. Ik haal iemand aan die niet mijn favoriete historische figuur is maar desondanks. WETHOUDER ARBOUW: Ja voorzitter, goed recht voor de heer Akinci om het op die manier te doen. Maar ik ben het eens met de heer De Beer die aangeeft dat aannemen van de motie van de SP in feite zou betekenen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 53