58 moeten wij een besluit nemen waarbij de coalitiepartijen 3 essentiële documenten wel kennen en de gehele oppositie niet van die documenten op de hoogte is. Dus wat ons betreft, is er sprake van een ongelijke informatiepositie tussen coalitie en oppositie en kan er dus geen sprake zijn van een gelijkwaardige en serieuze besluitvorming. Daarom stellen wij ook voor en vragen wij aan de leden van de raad om op dit moment het onderwerp van de agenda af te halen en volgende keer te bespreken op het moment dat er wel een gelijke informatiepositie is. Dank u wel. DE VOORZITTER: Het voorstel van de heer Hardorff is om het punt terug te nemen. De heer Akinci wil hierop reageren en de heer De Beer. DE HEER AKINCI: Voorzitter, ik heb daar toch wel een vraag bij hoor, want de heer Hardorff, en met hem volgens mij een heel groot gedeelte van deze raad, heeft er altijd belang aan gehecht om een verschil te maken tussen enerzijds een kredietvotering voor een bidboek wat nog niet bekend is. En je kunt pas over 10 miljoen gaan praten als investering voor Brabant Culturele Hoofdstad op het moment dat je het bidboek hebt gezien. We hebben dus dan ook besloten, - dat bidboek is pas op 4 april beschikbaar -, om nu het alleen te hebben over de stichting, de zelfstandige stichting die wordt opgericht om al dan niet als vehikel te dienen voor Brabant Culturele Hoofdstad. De beschikbare bijlagen die nu meegezonden zijn, gaan ook alleen maar daarover en gaan verder niet over de financiële uitgangspositie zoals die bijlagen in Den Bosch en Eindhoven wel behandelden. Ja, u heeft altijd gepleit voor een zuiver scheiden van die trajecten. Het lijkt me ook goed om dat nu ook te doen en het niet al te hebben over financiële uitgangspunten waar het vanavond niet over gaat. DE VOORZITTER: De heer De Beer. DE HEER DE BEER: Voorzitter, dit is echte nieuwe informatie voor ons en ik zou dan ook willen vragen dat we even schorsen en dat het college ook hierop even een reactie kan geven, op deze informatie want ik weet niet wat de status van deze informatie is en die wil ik uiteraard wel graag weten DE VOORZITTER: Hoe lang wenst u schorsing? DE HEER DE BEER: Zolang als het college nodig heeft om een reactie hierop te geven. DE VOORZITTER: Wethouder Willems. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, mag ik een voorstel doen? Het lijkt me toch verstandig om nu te schorsen zodat ik ook in de gelegenheid ben wellicht om de heer De Beer te informeren waarom wij komen tot dit voorstel en dan kan daarna de wethouder nog steeds antwoord geven. DE VOORZITTER: Ik stel voor om de vergadering tot 19.20 uur te schorsen. SCHORSING. DE VOORZITTER: We hebben nog veel te doen vanavond, dus ik heropen de beraadslagingen. Het woord is aan wethouder Willems. WETHOUDER WILLEMS: Voorzitter, we hebben even in het college overlegd over wat ons te doen staat omdat inderdaad zoals de heer Akinci zegt, het college er bewust voor gekozen heeft, - net als overigens de gemeenteraad van Tilburg, of het college van Tilburg om de stukken over de bestuursovereenkomst en het financiële committment los te koppelen van de discussie over de Governance. Dat heb ik u overigens ook uitgelegd in de commissie waarom we dat gedaan hebben, namelijk omdat wij vinden dat discussie over de bestuursovereenkomst en dat financiële committment thuis hoort bij de inhoudelijke behandeling van wat wij vinden van Culturele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 6