122
Mijnheer de voorzitter, tenslotte blijft het een feit dat deze coalitie, dus ook het CDA, indirect
verantwoordelijk is voor lastenverzwaring van de burgers.
DE VOORZITTER:
Goed.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik mijn interruptie met mevrouw Van Beek nog afmaken?
DE VOORZITTER:
U tot slot. En dan denk ik dat we dit genoeg gewisseld hebben.
De heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Mijnheer Szablewski kwam er even tussendoor. Maar we hebben vorige keer afgesproken dat we
de armoede niet meer verder laten oplopen, dat we niet meer zouden snijden aan de kant van de
sociale zekerheid. Dat hebben we vorige keer afgebakend. En nou hangen er toch wolken boven
ons hoofd. Die 9 miljard waar ze in het Catshuis mee bezig zijn, moet ergens vandaan konnen
waarschijnlijk. Dan is het toch logisch dat we aan de andere kant de deur open zetten. Ik kan me
niet voorstellen dat u al die kanten uitsluit. Waar gaan we dan straks in uw ogen nog geld weg
halen als we het niet bij de armoede halen en niet uit de welzijnspot maar ook niet bij de
belastingbetalers? Waar halen we dan dat geld vandaan?
MEVROUW VAN BEEK:
Onze handtekening staat nog steeds onder die motie die u noemt, waarin wij zeggen: geen verdere
bezuinigingen op armoede.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dat is nog gelukkig maar. Maar dan is die kant afgetikt. Die hebben we dicht gezet. Maar dan is de
andere kant van de medaille natuurlijk dat we het ergens anders vandaan moeten halen. Waar
halen we het dan vandaan als we het ook niet bij de belastingbetaler weg halen?
MEVROUW VAN BEEK:
Volgens mij is die vraag vandaag niet aan de orde. Dus we maken hier geen keuze, we zijn hier
niet met elkaar...,
DE HEER VUIJK:
Voorzitter...,
DE HEER VAN LUNTEREN: u
Als richtinggevend signaal is dat wel een heel duidelijk signaal, zoals: wethouder Financien, kijkt u
ook eens naar de belastingen, zit daar nog rek en ruimte in? Dat is een duidelijk signaal dat we
kunnen afgeven, lijkt mij.
DE HEER VUIJK:
Voorzitter, mag ik van mijn kant ook even daarop reageren? Het is op dit moment niet aan de
orde. Maar ik heb de heer Ernst duidelijk een voorschot horen nemen op het kabinetsbeleid wat er
aan komt. En dan kan ik me heel goed inleven in de vraag van de heer Van Lunteren, namelijk:
gaat u dan als uiterste stap toch overstag om de OZB een keer te verhogen?
DE VOORZITTER:
Mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Ik denk dat we er op dit moment gewoon redelijk goed voor staan in Breda dus ook best wel wat
kunnen dragen. En als het gaat om die financiële degelijkheid, dan gaat het er met name over dat
we nu niet allerlei zaken gaan verzinnen die nog opnieuw heel veel investering opnieuw zullen gaan
vragen. En natuurlijk denk ik dat elke partij wel zal zien en investeringslijstjes zal kennen, maar
dat betekent ook dat je daar op dit moment niet voor kiest.
DE HEER VUIJK: u w
Nee, nee, de heer Van Lunteren heeft het niet over een wensenlijstje. De heer Van Lunteren heeft
het óver 'de rekening die er volgens de heer Ernst aan komt, en die we ergens vandaan moeten
halen qua financiering...,