130
Voorzitter, met die vraag en opdracht, sturen wij het college op pad in de hoop dat de
voorjaarsnota een toekomstgericht document zal worden dat verder kijkt dan alleen 2013 of de
grenzen van deze bestuursperiode. Regeren is immers vooruitzien. Laat de voorjaarsnota het
document zijn waarmee dit college laat zien de stad gezond achter te laten, zowel financieel als
inhoudelijk, op alle beleidsterreinen, toekomstgericht, hervormingsgezind en met opgestroopte
mouwen. Wij hebben er alle vertrouwen in en wensen het college veel wijsheid toe.
MEVROUW HAAGH:
Voorzitter, ik zou toch graag nog een vraag stellen aan de heer Akinci.
U spreekt over de situatie in Den Haag en over de grote vraagstukken waar u de aandacht voor
heeft. Maar hier hebben wel een aantal inwoners gezeten en een fors aantal organisaties. Die
hebben met elkaar goede ideeën uitgewerkt, neergelegd en de vraag aan u ook als GroenLinks
fractie: wat gaat u er mee doen. We hebben samen ook de verkeerstoren mogen bemannen met
de mensen, die avond. Van welke ideeën zegt u nou: daar moeten we iets mee doen, daar straalt
de kracht van de samenleving uit. Daar heb ik u geen woord over horen zeggen en het kan niet
waar zijn dat GroenLinks dat niet meeneemt in dit verhaal.
DE HEER AKINCI:
U heeft die vraag natuurlijk eerder ook al gesteld en volgens mij, - laat ik de heer De Beer dan
maar citeren -, dat de tijdsdruk niet altijd het proces ten goede komt. Er is toen met heel veel
mensen op tal van terreinen gepraat over mogelijke ideeën, hoe je dingen efficiënter kan
aanpakken, waar dingen misschien wel mis gaan, waar voorgenomen beleid onbedoelde gevolgen
kan hebben en dat noodfonds wat u bijvoorbeeld zelf al noemde. Volgens mij ligt daar een
indrukwekkend boekwerk aan ideeën, groen en rijp door elkaar heen, waarvan het tijdsbestek van
5 minuten in deze bijdrage te kort is om daar recht aan te doen. Vandaar ook, - en ik beschouw die
als heel positief -, de motie van: college, pak nou al die ideeën eens positief op en werk in de
voorjaarsnota uit welke van die ideeën heel toepasbaar zijn en overgenomen kunnen worden. Op
die manier hebben wij willen voorkomen dat hier een nog veel dikker pakket aan moties ligt dan
nu. Er liggen nu al 25 moties. Een nog dikker pakket...,
MEVROUW HAAGH:
Maar mijnheer Akinci, ik vraag u ook niet om met een dik pakket aan moties...,
Volgens mij hebben we met z'n al gedeeld dat het niet zo heel handig is al die 10-tallen moties
Maar dat is ook de trial and errors van zo'n proces.
Maar ik hoor u er met geen woord over spreken en dat is wat mij zo verbaast. Ik hoor u niet over
de kracht die bij de mensen zit, de energie om zelf dingen op te pakken. Want hoe moeten die
mensen hun motivatie houden als u daar niet eens wat over zegt.
DE HEER AKINCI:
U heeft niet goed geluisterd. Ik citeer uit mijn eigen bijdrage van zojuist. In de stad is er gelukkig
nog altijd veel begrip en draagvlak voor de noodzakelijke ingrepen die gedaan zijn in deze
financieel moeilijke tijd. Dat bleek opnieuw bij het gesprek met de stad over de voorjaarsnota.
Samen met andere partijen willen we het college vragen de vele goede ideeën mee te nemen in de
voorjaarsnota. Einde citaat.
DE VOORZITTER:
Goed. Ik denk dat dit gewisseld is want anders krijgen we een herhaling van het totale verhaal. Het
is duidelijk.
DE HEER AKINCI:
Dat vind ik niet erg.
DE VOORZITTER:
Nee, u vindt het niet erg.
DE HEER AKINCI:
De kracht zit vaak in de herhaling.
DE VOORZITTER:
Ik weet niet of iedereen daar hetzelfde over denkt.
U was helder,mijnheer Akinci.
DE HEER AKINCI:
Dank u wel.