144
WETHOUDER MEEUWIS:
Motie 18. Eerst de mensen. Daarvan zou het college willen adviseren om, - zoals ook eerder
gewisseld met de woordvoerder van de SP, mevrouw Van der Sanden -, ook hiervoor eerst even
die rapportage af te wachten. En zoals toen ook gewisseld is, - maar dat zou dan bij de bespreking
van dat rapport een idee kunnen zijn -, om op basis van de conclusies die u daaruit kunt trekken,
bijvoorbeeld voor te stellen het college opdracht te geven om een onderzoek met enige periodiciteit
uit te voeren om een beetje te volgen hoe de ontwikkeling van de draagkracht in de gemeente is.
Dus het college hecht er waarde aan om eerst dat moment af te wachten, alvorens deze motie aan
te nemen.
Dan motie 20. Dat is de laatste. Het MKB eerst. Het college vindt het een sympathieke motie. Wij
hebben hier echter ook te maken met factoren in de markt waar de gemeente een beperkte rol
heeft te spelen. Ik kan u echter wel aangeven, namens het college, dat bij alle grootschalige
ontwikkelingen, altijd wordt gekeken dat het moet gaan om een versterking van het aanbod zoals
dat er is. Zoals dat bij de ontwikkeling van retail functies destijds bij de Woonboulevard is gegaan,
zoals dat nu ook in onderzoek is voor de aanvullende retail die Achter de Lange Stallen ontwikkeld
zal moeten gaan worden, wordt heel nadrukkelijk door de gemeente de voorwaarde gesteld, dat
het niet de intentie, de wens van de gemeente is, om op plek 1 iets te ontwikkelen wat op plek 2
schade berokkent. Het moet waarde toevoegen voor de stad als geheel en dus ook de functie, en
dus daarmee ook de MKB-er als ondernemer, in zijn rol versterken.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, mag ik dan even ter verduidelijking?
Ik snap dat dat een intentie is. Maar wordt dat ook zo afgesproken als men straks bij de Lange
Stallen gaat bouwen, dat dan, mocht blijken dat er dan te veel handel bij die kleine
middenstanders weg valt, dat dan de Bijenkorf iets ter compensatie doet? En sociaal kun je
natuurlijk invullen met die lui, hoe je het wil. Als ze maatschappelijk verantwoord willen
ondernemen, mogen ze daar ook best een beweging in maken.
WETHOUDER MEEUWIS:
De gemeente heeft een aantal instrumenten waarmee zo'n proces kan worden gestuurd. Op de
eerste plaats is dat natuurlijk het bestemmingsplan waarin dus de spelregels zijn aangegeven.
Daarnaast, voor wat betreft Achter de Lange Stallen, is de gemeente actief deelnemer in de
stuurgroep die tot ontwikkeling van dat gebied komt. Daar hebben wij als partner in dat project, -
want wij zijn natuurlijk ook deels eigenaar van stukken grond in dat perceel -, wel mogelijkheden
om te sturen op wat daar nou precies wel en niet ontwikkeld gaat worden en dat doen we dus ook.
En dan met uw motie, de intentie achter uw motie en niet alleen voor kleine maar ook voor de
bestaande ondernemers in de stad, om hun toekomst niet naar de gallemiezen te helpen doordat
we iets erbij zouden willen hebben. Dus in die zin delen wij de gedachte achter uw motie. Maar we
moeten voorzichtig zijn met de verwachtingen over wat wij als gemeente al dan niet kunnen doen.
Daar waar we het kunnen, doen we het.
Voorzitter, dat was het.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, ik volg de volgorde van de moties.
Ik kom toch nog even bij motie 2 terug waar collega Meeuwis al antwoord op gegeven heeft. Ik wil
daar nog een nuance, aan toevoegen. Dat hebben we samen ook afgesproken. Kijk, hij heeft vanuit
het college aangegeven dat wij die motie ontraden omdat wij hem lezen als ware het college
verantwoordelijk voor het vinden van de structurele oplossing. Dat past niet in de uitgangspunten
zoals we die in de stad geformuleerd hebben bij veel vraagstukken rondom huisvesting. Als u de
motie zo bedoelt, dat u zegt: college wil helpen mee zoeken naar een oplossing, dan is het college
natuurlijk graag bereid om die hulp meedenkend natuurlijk ook in te zetten, als u ons maar niet
aanspreekt op het verantwoordelijk zijn voor het vinden van de oplossing want die willen we
nadrukkelijk houden bij de organisatie die ook de eigenaar is van het probleem, om het zo maar te
zeggen. Ik hoor graag, het college hoort graag, van de indieners van de motie welke interpretatie
we volgen en afhankelijk daarvan is het ja mits of nee tenzij.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, misschien kan ik de wethouder meteen helpen daarbij. Want de motie heet ook: met
betrekking tot ondersteuning, dus niet het overnemen van verantwoordelijkheden.