154 Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Even kijken. Omdat het bijna niet mocht, ben ik het bijna kwijt. DE VOORZITTER: Gaat u verder, mevrouw Haagh. DE HEER DE BEER: Ik wacht wel netjes tot 6 minuten. MEVROUW HAAGH: Nou mag u ook niet meer hoor, zo dadelijk. MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter, ik had eigenlijk ook een vraag. Misschien was het wel dezelfde soort vraag. Maar ik vroeg me af, want u refereert aan een soort van noodfonds en Toch? Of heb ik nou de verkeerde motie? MEVROUW HAAGH: In de motie staat dit inderdaad genoemd als idee, want we hebben die ideeën zeer serieus genomen. En een van die ideeën die op 27 februari besproken zijn aan de tafel, is het idee van een noodfonds. Er waren meerdere ideeën die in die richting leidden maar op zich staat er in ons dictum niet meer dan dat we vinden dat we zowel voor de korte als de lange termijn moeten kijken hoe je de eventuele effecten van de stapeling oppakt. Maar dan moeten we die eerst wel hebben. En wat dat betreft, wachten we met smart op de uitkomsten van het NIBUD onderzoek. DE HEER DE BEER: Voorzitter..., DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Nou heb ik hem toch weer terug. Wat die motie stelt, is de constatering om de signalen vanuit de Bredase organisaties. Volgens mij heeft u die signalen eerder ingebracht en was het ook de motivatie om dat onderzoek te starten van het NIBUD. Dus ik snap de volgorde nog niet helemaal dat we nu we de resultaten nog niet hebben, we toch al zeker weten dat we maatregelen moeten nemen om te waarborgen dat onze inwoners in primaire levensbehoeften zouden moeten kunnen voorzien. En dan denk ik: waarom doet u niet gewoon na dat die resultaten binnen komen een agenderingsverzoek. En dan gaan we daarover spreken. MEVROUW HAAGH: Kijk mijnheer de Beer, wij wilden dat allemaal zo ook heel netjes doen. En op zich was er ook de toezegging dat eind februari, begin maart, die resultaten er zouden zijn. Dan had je nu ook de mogelijkheid gehad om daar met elkaar over te praten. Nu horen we net dat we die pas na 18 april krijgen. In de tijd wordt het dan wel heel erg krap. En wij zijn van mening, als blijkt uit die NIBUD resultaten, als blijkt uit de signalen van de stad dat mensen hun hoofd niet boven water kunnen houden, je er met de voorjaarsnota wel wat mee moet doen want anders ben je te laat. DE HEER DE BEER: Maar voorzitter, dat ben ik helemaal met mevrouw Haagh eens, maar het woordje als is daarin cruciaal en dat woordje als is de motivatie, is de reden om het 2e verzoek uit de motie te schrappen en dan kan D66 hem ook steunen. Want dat kun je pas weten op het moment dat de resultaten van dat onderzoek er zijn. MEVROUW HAAGH: Dan moet ik hem er even bij pakken. Er zit een opbouw in die motie. Ja, er zit een opbouw in die motie en punt 1 komt wel voor punt 2. Als we alleen punt 1 laten staan, dan kan dat heel vrijblijvend kan ook een week voor de voorjaarsnota zijn, waardoor we te laat zijn met eventuele maatregelen. DE HEER DE BEER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 47