155
Maar...,
MEVROUW KOGER:
Maar binnen enkele weken is toch binnen enkele weken en dat is niet voor de voorjaarsnota, in het
le punt.
DE HEER DE BEER:
Voorzitter, dan zou ik toch willen voorstellen om een poging te wagen om die eerste overweging
wat puntiger te maken en die tweede dan te laten varen. Want dan heb je een concrete afspraak
waar je mee uit de voeten kunt.
MEVROUW HAAGH:
Wij zullen er nog eens even naar kijken als wij daar van de voorzitter nog even de tijd voor
mochten krijgen.
Maar we hadden meer moties.
DE HEER AKINCI: t
Voorzitter, mag ik dan toch ook nog heel even op dit punt, zonder dat dit ten koste gaat van de tijd
van mevrouw Haagh. Het zou toch handiger geweest zijn als er in de schorsing ook hiervoor nog
tijd zou zijn geweest. Enigszins in lijn, maar niet helemaal in lijn met collega De Beer, hoeft wat
mij betreft punt 2 niet helemaal weg maar hebben wij wat moeite met de opdracht die bij het
college neer gelegd wordt: gaat u maar bepalen op welke wijze de inwoners in hun primaire
levensbehoeften kunnen voorzien. Als u die zou willen wijzigen, en misschien dat dat dan een
compromis is tussen deze 3 sprekers, om bij de voorjaarsnota te komen met maatregelen die recht
doen aan de richtinggevende uitspraken van de raad. Als u dat bedoelt, heeft u ons mee.
MEVROUW HAAGH:
Dat is helemaal de bedoeling mijnheer Akinci. De richting. Daarom eerst punt 1, en daarna punt 2.
Dat is op zich een logische volgorde. Eerst die richting geven en daarna de uitwerking. Zo staat hij
er ook in, zo mag het ook gelezen worden. Maar als we dat in nog wat meer bewoordingen moeten
toevoegen, dan is dat prima.
DE VOORZITTER:
Misschien goed dat daar dadelijk dan tijdens een schorsing even over gesproken wordt want
volgens mij nadert u elkaar al heel ver en ik denk dat dat dadelijk even besproken kan worden.
Gaat u verder mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH:
Ja. Dan ga ik even naar een paar van onze andere moties waar ook op gereageerd is.
Motie 7. Onderwijsachterstanden. Wat ons betreft, staat als een paal boven water dat het niet de
bedoeling is dat kinderen met een achterstand aan hun schoolcarrière beginnen. En dat moeten we
serieus nemen en de kans als onderwijsstad pakken om dat op een goede manier vorm te geven
en het Masterplan Voorschool zou daarbij ook niet misstaan.
Nu is het leuke dat op zich de wethouder dat lijkt te omarmen en zegt tja daar komt al van alles
aan, dat zit allemaal in de pijplijn, heel erg goed. Maar het aparte is dat er vanavond 3 moties
liggen op het gebied van onderwijs en dat op die 3 moties wordt gezegd: het zit allemaal in de
pijplijn, zijn we hartstikke druk mee bezig, 2 moties krijgen er steun van de wethouder en de motie
over Masterplan Voorschool, daarvan wordt gezegd: het zit er in dus het is allemaal niet nodig en
dat komt wel naar u toe. Wij hebben toch de behoefte om ons als raad maar eens goed uit te
spreken over hoe belangrijk wij nou die groep 0 tot 5 jarigen vinden. Wij gaan deze motie dus
zeker handhaven, we vinden hem niet overbodig, want het geeft ons als raad de kans om dat
signaal ook echt af te geven, zoals het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs, is wat ons
betreft deze groep, deze groep kinderen in onze stad, net zo belangrijk en het waard om daar een
masterplan voor te ontwikkelen.
De jongeren in de Haagse Beemden...,
LZ L_ I 1 L_ L_ IN VJ L_ i—
Voorzitter, ik heb daar toch een vraag over. Want nou is er door het college gesteld dat er 17 april
of midden'april ergens een bijeenkomst is. Misschien dus in mei kan daar al een bespreking over
zijn. Waarom handhaaft u dan een motie, waar een bespreking in juni in staat. Ik kan dat gewoon
niet...,
MEVROUW HAAGH: