157 MEVROUW HAAGH: maar gezien de tijd, zal ik dat in stemverklaringen zo dadelijk doen. DE VOORZITTER: Prima. Mijnheer Ernst nog tot slot. UEzeHqEtEoRverRdieTdecentralisatie: zo moet die gelezen worden. Het staat er zo echter niet. Dus ik ben bang dat als ik zo meteen met u mee ga, dat u straks met de motie in de hand zegt: u moet wel op strategisch, tactisch en operationeel niveau de decentralisaties uitwerken. MEVROUW HAAGH: Er staat: te komen met een aanpak. En wij vinden het verstandig om het wel op al die niveaus te doen omdat het namelijk geen zin heeft om alleen op strategisch tactisch niveau hele mooie qrootse plannen te verzinnen en te bedenken met elkaar, die zo meteen gewoonweg niet uitvoerbaar of financieel haalbaar blijken te zijn. Dus juist nu ook in het begin is het belangrijk om al die 3 punten wei te belichten. En dat hoeft niet helemaal uitgewerkt te worden. Maar het mag ook niet zo zijn dat we zo dadelijk met onmogelijke ideeën komen en daar later op terug moeten komen. Dus vandaar dat het goed is om al die punten wel even te raken. DE VOORZITTER: Goed. MEVROUW HAAGH: Maar dat hoeft niet tot in de cijfers uitgewerkt te zijn. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mevrouw Van Beek, CDA. MEVROUW VAN BEEK: Dank u wel. „-„.n. Noq even ter inleidende opmerking. Ik weet niet of je dat ook zo mag zeggen, maar ik ben eiqenlijk wel redelijk tevreden over hoe het gaat. Ik vond namelijk dat er heel veel zinnige voorstellen zijn ingediend en dat we het daar met elkaar ook echt over kunnen hebben. En wat dat betreft was ik dus ook wel blij dat er wel een reactie vanuit het college kwam zodat je dan ook goed weet hoe die acties nu staan en wanneer nou dat extra zetje en die kracht nog wel nodig is en wanneer niet. Wij zijn daar in ieder geval positief over. Ten aanzien van de moties, het volgende. Wij vinden in het antwoord over de eerste motie, die wij ook mede ingediend hadden, over het afschaffen van regels en deregulering en de dienstverlening, het goed om te horen dat er wel heel veel gaande is maar wij willen daar nog wel aan vast houden. Want zolang het nog steeds gewoon qebeurt dat er ondernemers toch geconfronteerd worden met regels waarvan ze denken, waarom worden die gesteld, of met een houding waardoor ze moeilijk een oplossing krijgen voor een misschien makkelijk probleem, denk ik dat het goed is om daar aan vast te houden. Dan de 2e motie over de Carnavalswagenbouwers. We hebben het uitgelegd en bij het eerste antwoord waren we ook wel een beetje teleurgesteld. Dat werd daarna wel wat beter maarJ"® vinden dat die rol van de gemeente daarin toch echt wel actie mag zijn. En dat betekent niet dat de qemeente nou honderden hallen gaat bouwen voor al die Carnavalswagenbouwers maar het betekent wel dat op initiatief van inderdaad de verenigingen zelf en op initiatief ook en samen met bedrijfsleven en particulieren, gekeken kan worden naar oplossingen. Dus daar willen wij ook graag aan vast houden. Maar we hopen dat die dus ook wel actief opgepakt gaat worden. Aan de moties 5 en 12 houden we ook vast. Ik ben benieuwd naar de stemming daarbij straks. Hetzelfde geldt voor de parkeerproblematiek. Kort even een reactie op de motie over de jongerenaccommodatie. Want dat is zeker ook wel een onderwerp wat voor het CDA belangrijk is. Maar we hebben ook gezien dat er een heel proces doorlopen is. En naar ons idee zitten we juist een beetje aan het eind van zo n proces en door nu op een bepaalde manier weer te gaan sturen, zou je zo'n proces kunnen gaan verstoren. Dus wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 50