200 hiermee worstelen maar dit is niet het makkelijkste dossier namens (volgens?) de VVD fractie gesproken. En we zijn het er ook mee eens, met wat hier voorligt. En wij stemmen dus ook in dat zowel de overeenkomst voor de verkoop van de gronden in Breda aan de Staat der Nederlanden, als de aankoop van de bestaande locaties in 2015 - 2017 t.z.t., dat die overeenkomst wordt aangegaan. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Dank u, voorzitter. Ik wil allereerst eigenlijk de wethouder bedanken voor de toegezonden memo die zeer verhelderend was. De stapel informatie die in eerste instantie voor ons ter inzage lag, was bijna niet door te komen. Nu het verhaal mij helemaal duidelijk is geworden, kan ik een afweging gaan maken en tot de conclusie komen dat de verkoop van de gronden bij het Stationskwartier ten behoeve van het Gerechtsgebouw inderdaad de beste optie is voor alle ontwikkelingen in Via Breda. We zitten dan op 1 juli 2015 met een Belastingkantoor waar we voorlopig niet veel woningbouw kunnen plegen maar wat misschien in combinatie met het terrein van de Seeligkazerne in de verdere toekomst wel mogelijkheden biedt en misschien in 2015, tot er voor dat terrein een definitieve bestemming komt, er gezien de indeling van het gebouw voorlopig studentenhuisvesting kan plaats vinden. Ik weet het, ik loop wat vooruit. Het Gerechtsgebouw is wat moeilijker. Dat komt 2 jaar later in ons bezit en heeft een wat gecompliceerdere indeling. Maar als ik kijk naar de enorme mogelijkheden van Brabant Culturele Hoofdstad 2018 en het feit dat een paar kunstenaarshuisvestingsmogelijkheden de komende jaren gaan verdwijnen, zoals het oude gebouw van Sociale Zaken aan de Vlaszak misschien in april 2013, en het Backer en Ruebgebouw, zou een voorlopige bestemming van het Gerechtsgebouw met kleine zalen en grote zalen een fantastische tijdelijke kunstenaarshuisvesting kunnen zijn, die dan ook nog eens onderdak zou kunnen bieden voor de BCH 2018 activiteiten. Ik raad de wethouder die overweging van harte aan om met die mogelijke toekomstige eventuele bestemming van het gerechtsgebouw rekening te houden met de beslissing over de huidige huisvestingen. DE VOORZITTER: Ik dank u zeer mijnheer Stubenitsky. Ik geef het woord aan de heer Scheltens. DE HEER SCHELTENS: Dank u wel, voorzitter. Ik kan me eigenlijk voor een heel groot deel, eigenlijk wel naadloos, aansluiten bij het betoog van de heer Quaars. Onze fractie heeft ook behoorlijk geworsteld met dit dossier. Dat heb ik ook duidelijk gemaakt tijdens de behandeling in de commissie. En dat in tegenspraak tot de behandeling van Via Breda. Dat was helaas een bespreekpunt en daar waren wij heel positief over. Maar over dit dossier, - en dat heb ik duidelijk gemaakt -, waren wij heel wat minder enthousiast. En dat wordt zeker bemoeilijkt door het gegeven dat belangrijke informatie uitgewisseld is in het besloten karakter van de vergadering. Dus dan wordt het net even belangrijk om dit besluit te nemen en dan gaan de deuren dicht en dan mag je er niet eens over praten. Dus ik heb maar een citaat uit de inleiding van het stuk genomen. Dan weet ik in ieder geval zeker dat ik dat citaat wel mag gebruiken. En ik zal daar mee beginnen. Begin van het citaat: Het aangaan van overeenkomsten brengt uitwerkingsrisico's met zich mee die samenhangen met het planologisch juridisch traject. Einde citaat. En ik vind het wei eufemistisch maar het verwoordt wel precies waar het om gaat. Het is op zich een ruil die we al lang geleden hebben afgesproken, namelijk in 2007, maar in 2007 waren er volstrekt andere tijden, en zeker voor deze 2 locaties is dat een wereld van verschil in de 5 jaar die achter ons liggen. In feite zijn de 2 gebouwen waar het over gaat bijna niets meer waard. Dus in feite praten we over grondruil. En dat is er dan eentje met behoorlijke financiële risico s. Ik weet niet eens of ik het mag zeggen maar wij gaan voor scenario 4, ik weet niet eens of ik dat mag zeggen hoor, heel voorzichtig dan, en misschien mag ik ook de nieuwe markt fase 3 uitspreken? Met al zijn ecologische aspecten en overleg met defensie, ik zie wel wat voor straffen er op staan. Wij hopen dat wij geen gelijk krijgen met onze negatieve houding en wij gunnen vooral de wethouder het vliegwieleffect. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 12