203
Een zorg die wat minder van financiële aard is, maar meer te maken heeft met het gebied waar de
huidige Rechtbank en het Belastingkantoor zich bevinden, is de zorg voor het terrein en de
gebouwen in de periode dat de gebouwen niet meer gebruikt worden maar ook nog niet
herontwikkeld zijn. De periode dat hiervan sprake is, zal namelijk best wel eens wat lang kunnen
zijn omdat het misschien toch over, met misschien een ontwikkeling van een groter gebied, om
een substantieel terrein gaat. Dat vereist naar de mening van de CDA fractie in ieder geval een
flexibele houding van het college als het gaat over tijdelijke bestemmingen en herontwikkeling.
Langdurige leegstand zou tot langdurige verloedering kunnen leiden. En dat kan op deze
prominente plek in Breda toch echt niet. Er werden al een aantal suggesties door verschillende
raadsfracties genoemd wat zo'n herontwikkeling zou kunnen betekenen. Misschien kan dat ook
onderwerp zijn tijdens een van de pizza-sessies die het college momenteel voert met studenten
over de toekomst van de stad. Misschien hebben zij wel hele creatieve ideeën over wat je met die
gebouwen in de tussentijd kunt doen. We willen in ieder geval het college oproepen om snel werk
te maken van het onderzoek naar alternatieve bestemmingen voor de vertreklocaties.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer, mevrouw Van Beek.
Andere leden nog van uw raad?
Mijnheer Van Lunteren. En de heer Bos, D66.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Dank u wel, voorzitter.
Ik kom even hier staan omdat ik een motie heb.
De SP heeft altijd grote moeite gehad met de megalomane plannen rond het station. Het ontbrak in
onze ogen nogal aan realisme. Dat is door meerdere woordvoerders van onze partij al naar voren
gebracht. En zoals wel vaker, krijgt de SP op termijn ook al wel gelijk. Dat is fijn voor ons om gelijk
te krijgen achteraf, maar voor de stad is het natuurlijk balen. Want door het wanbeleid van vorige
colleges zitten we nu met de gebakken peren. En mede met de mond waarmee door alle fracties
wordt gesproken, mijnheer Quaars in zijn eigen woorden, mijnheer Scheltens moest iets citeren
wat onbegrijpelijk was, de Catch 22 is naar voren gehaald. Het geeft duidelijk aan dat we er niet
makkelijk mee zitten. Het is kiezen uit 2 kwaden en verliezen we een beetje of verliezen we een
heleboel. Dat is eigenlijk wat er voorligt. En de heer Vuijk zei tijdens de commissie eigenlijk ook al
terecht: wie durft nu eigenlijk als eerste de stekker er uit te trekken. Dat is eigenlijk gewoon de
vraag. Moeten we nou eigenlijk niet gewoon zeggen: jongens we hebben fouten gemaakt in het
verleden, de tijden zijn veranderd, stop er maar mee en ga het eens even op een heel andere, iets
minder ambitieuze, manier doen. Tijd voor een nieuw realisme, zou ik willen zeggen. Economie van
het genoeg.
Kijk ik maar eens een beetje rond naar mensen uit de tijdelijke commissie Structuurvisie. Misschien
dat dat nu wel juist het moment zou zijn om dat eens te effectueren. Ik denk niet dat het er in zit
als ik zo zojuist alle inbrengen hoor. Want niemand durft dat nu te doen. Maar de SP gaat wel een
tegenstem uitbrengen vanavond en dan vooral om dat te markeren dat we nu toch op een gegeven
moment wel op een keerpunt aankomen dat we van die megalomane plannen en fouten uit het
verleden moeten leren en dat we met een nieuwe realistische blik naar dit soort projecten moeten
kijken. Want het gaat wel heel erg de verkeerde kant op, wat dat betreft.
MEVROUW VAN BEEK:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen?
DE VOORZITTER:
Gaat uw gang, mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
U noemt het een fiasco van een megalomaan project.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Megalomane projecten.
MEVROUW VAN BEEK:
Ja, maar heeft u het nu over Via Breda? Want bij de behandeling van Via Breda waren we toch
positief over welke ontwikkelingen er zijn en dat het toch van een grote waarde voor Breda zal zijn
en dat was ook het algemene gevoelen van de raad. Dus ik vraag mij eigenlijk af waar u het
precies over heeft.
DE HEER VAN LUNTEREN: