206
de boekwaarden van de Rechtbank en het Belastingkantoor kritisch bekeken. Gezien de hoogte van
de boekwaarde, het feit dat deze boekwaarde hoger is dan het bedrag waarvoor de gronden in het
Stationskwartier worden verkocht, wordt geconstateerd dat de gemeente met de overname van
beide panden een groot risico naar zich toe haalt waarbij de herontwikkeling van de panden naar
verwachting tot een tekort zal leiden. D66 begrijpt dat in de context van 2007 zaken anders
werden gewogen dan in 2012, waarin elke euro moet worden afgewogen. Toch kan worden gesteld
dat in een aantal probleemdossiers die in de afgelopen periode de raad hebben gepasseerd, vaak
de risico's zijn voor de gemeente en dus voor de belastingbetaler in Breda. De vraag aan de
wethouder is: Hoe kunnen we nou voorkomen met elkaar dat de risico's die in elke deal aanwezig
zijn, eigenlijk evenwichtig tussen de verschillende partijen worden verdeeld, en niet eigenlijk elke
keer op het bord van de gemeente terecht komen?
Tot zover.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Goed. Ik qeef het woord aan wethouder Bergkamp.
Ik constateer een aantal gestelde vragen. De kwestie kunstenaarshuisvesting, geen geschuif me
leqe qebouwen, onder andere in die context een motie SP, risico wel grondafname door overheid
maar geen gebouw realiseren, en beter risicomanagement. Ik denk dat dat de vragen zijn waar
omheen de wethouder gevraagd wordt te antwoorden.
Het woord is aan wethouder Bergkamp.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, we hebben het zo afgesproken dat, waar nodig, collega Arbouw nog wat dieper inzoomt
op zeg maar Via Breda, daar waar nodig.
Ik bespeur eigenlijk bij alle leden van de raad een helder geschetst dilemma waarmee ook het
college is geconfronteerd. Iedereen gebruikt daar zijn eigen woorden voor. Maar dat dat dilemma
er is, dat is wel duidelijk. En ik bespeur ook een grote meerderheid van de raad die zegt
uiteindelijk vinden wij de plus, het vliegwiel, het belang van de beweging vanuit de ^chtbank
het Belastingkantoor in de richting van Via Breda, dusdanig belangrijk, dat we de andere kant van
het dilemma, het "nadeel", minder zwaar vinden wegen dan dat voordeel. Dat geldt ook voor e
college. Vandaar ook het voorstel aan u. _ii„„
Een aantal leden heeft ook nadrukkelijk opgeroepen om werk te maken van de herontwikkeling van
de vertreklocatie en ook alle creativiteit uit de kast te halen, ook als het gaat om tijdelijk gebrui
als er nog geen definitieve bestemmingvoor gevonden is. En die toezegging doe ik vanuit het
college graag. We hebben al een projectgroep daarvoor in de steigers staan. Er is al een eerste
overleg geweest, ook met Defensie en met het Rijksvastgoedbedrijf om ook met hen te kijken wat
dat betekent aan mogelijkheden, ook als je de ontwikkelingen rondom het See igterrein daar ij
betrekt. Dus bij het zetten van deze stap, zal de herontwikkeling van de vertreklocatie een van d
topdossiers worden als het gaat om wat te doen in de stad. Dat even als algemeen beeld.
Als het gaat om de wenselijkheid om, als het gaat om Via Breda, ons met name te richten op
bedrijven buiten Breda, ja laat helder zijn dat ook die wenselijkheid door het college gedeeld
wordt In de feitelijkheid van de gesprekken zie je dat de overgrote meerderheid van de partijen
waarmee gesproken wordt, dat dit ook partijen zijn van buiten Breda. Dus daar zie jei dat al in
teruq Maar zoals zo vaak in het leven, botst hier ook wel eens de wenselijkheid en de haalbaarheid
omdat als zich een partij voordoet die zelf de beslissing neemt om binnen Breda zich te vernieuwen
op een locatie die vanuit haar strategie beter voor de toekomst past en die locatie is zeg maar
even de stationslocatie en vervolgens past dat ruimtelijk en financieel, ja dan denk ik moet je als
stad zo'n beweging ook faciliteren en steunen en ondersteunen.
En dat is ook wat we doen. Dus ten aanzien van de wenselijkheid hebben we denk ik met elkaar
daar hetzelfde beeld bij.
Ten aanzien van de haalbaarheid moet je met name ook naar de praktijk kijken.
En als het gaat om de ontwikkeling van vertreklocatïes en de verantwoordelijkheid voor het
vertrekkende bedrijf, ligt daar een verschil, is daar sprake van eigenaarschap of niet. Daar waar
sprake is van eigenaarschap bij een vertreklocatie, is er per definitie betrokkenheid en zorg over de
herontwikkeling van die vertreklocatie. Daar waar sprake is van een huursituatie, ligt die
verantwoordelijkheid primair bij de projectontwikkelaar, eigenaar van dat pand
Maar nogmaals voorzitter, als het gaat om de wenselijkheid rondom de acquisitie, dan delen we
di 0
Mijn toelichting geeft ook aan, als ik kijk naar de motie van de heer Van Lunteren dat we die motie
ook echt willen ontraden omdat, naar ons idee, de marktontwikkeling veel te veel blokkeert. En als
we die stap zetten, die in die motie wordt aangegeven, dan blokkeer je in feite ontwikkelingen ook
in de stad bij bedrijven. En zeker in deze tijd kan je dat ook als Breda, ondanks het feit dat we er
goed voorstaan in de economische regio's, kunnen we ons dat helemaal niet permitteren. Dus wij