207 delen met elkaar ook in de acquisitie, de wens om zo veel mogelijk bedrijven van buiten te interesseren voor Breda. Dat doen we ook. Dat loopt ook en zo gaat dat ook. Maar nogmaals, laten we ontwikkelingen vanuit Bredase ondernemingen of instellingen niet blokkeren door hen een verplichting op te leggen die men vervolgens niet kan waar maken. Wat betreft de vraag van de heer Bos over het risico wat er is van een overheid die wel grond af neemt maar niet bouwt. Onze informatie is dat dat een redelijk hypothetische stelling is omdat de Rijksoverheid ook klaar staat om in het kader van de afspraken ook de volgende stap te zetten. We horen daar goede berichten over, overigens ook berichten dat wij haast moeten maken. Nou ja, we hebben die argumenten uitgebreid gedeeld in de commissie met elkaar van het waarom, maar we hebben stellig de overtuiging dat als de raad vandaag positief adviseert, dat dat ook aan de Rijksoverheidkant het geval is. Mocht in die hypothetische situatie er een partij zijn die wel grond afneemt maar niet bouwt, - het klinkt een beetje gek uit mijn woorden -, maar is dat in financiële zin op de korte termijn voor de gemeente niet eens verkeerd. Maar ik hoop van harte, en het college hoopt van harte, en verwacht ook niet dat dat gebeurt. Dus mijn voorstel zou zijn om die casus op dit moment niet verder uit te breiden en door te nemen. En ik hoop dat mijn toelichting daarin voldoende is. Hoe kunnen we in transacties voorkomen dat risico's onevenwichtig bij de gemeente terecht komen? Ja voorzitter, het standpunt van het college, - en ik kijk collega Arbouw en mezelf ook even aan, omdat in dit soort transacties wij samen vaak optreden -, ja wees ervan overtuigd dat als we al iets doen, dat we met name dus ook dat risico en de positie van de gemeente bekijken en beoordelen. En ik ben er zelf wel van overtuigd, het heeft niet zo veel zin om terug te kijken naar 2007 want ook daar heeft iedereen zijn eigen beelden bij, dat met de kennis van toen, en de informatie van toen en de visie van toen op de ontwikkeling, ook toen een afspraak gemaakt is vanuit de gemeente met absoluut het gemeentebelang op dat moment voor ogen. En als de omstandigheden zo veranderen als die veranderd zijn, ja dan zou je met de kennis van nu, - maar dat geldt ook voor heel veel dingen in het leven -, zou je waarschijnlijk in 2007 een ander soort beslissing genomen hebben. Maar wees er van overtuigd dat juist ook uw vertegenwoordigers in dit soort gesprekken met name ook het belang, het publieke belang van de gemeente, in ogenschouw houden. Dat is ook onze primaire taak en vanuit die taak opereren wij in allerlei dossiers. Dat ter toelichting, voorzitter. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Wethouder Arbouw. WETHOUDER ARBOUW: Voorzitter, eigenlijk heb ik er weinig aan toe te voegen. Collega Bergkamp heeft het uitstekend verwoord. Het is wel een heel belangrijk besluit voor het project Via Breda vandaag en zoals ik ook in de commissie heb aangegeven, is het volgens mij, zoals het college verwoord heeft, de beste keuze voor de lange termijn van en voor de stad. En in die zin wel een dilemma. Maar verplaatst u zich ook in de positie van het Rijk. Want die vindt, op de vraag van de heer Bos, dat als het gaat om het risicomanagement, dat bij hen een aantal nadelen vallen. En als beide partijen zeggen van hé, er zitten toch ook wel een aantal nadelen in, volgens mij zijn we dan op het juiste punt aanbeland. Dank u. 2e termijn. DE VOORZITTER: Goed. Nog nieuwe gezichtspunten voor een 2e termijn? Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel. Ik zal nog even focussen op wat de wethouder zei over mijn motie want over kennis van toen en kennis van nu kunnen we eindeloos doordebatteren natuurlijk. Maar met de kennis van nu zou ik zeggen dat er toen een hele foute beslissing is gemaakt. En die kennis hadden wij toen ook al. Dus die kennis was er toen wel degelijk ook ai. Over mijn motie vraag ik mij het volgende af. De wethouder ontraadt hem. Dan vraag ik mij af hoe hij dan staat ten opzichte van de SER ladder, alle beleidslijnen die nu in onze richting komen van niet meer verder bouwen voor de leegstand, terug dringen van de leegstand. Hij ontraadt mijn motie. En dan vraag ik mij af hoe hij dat dan rijmt in al die context. En zeker ook gelet op de anti kraakwet waar sommige partijen zo heel jubelend over zijn, die juist dwingt om zo snel mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 19