208 tot herbestemming te komen. Dus ik vraag me af waarom de wethouder deze motie ontraadt, in dat licht. Dank u wel. DE VOORZITTER: Dank u zeer, mijnheer Van Lunteren. Mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Dank u, voorzitter. Er staat nu in de notulen van de raadsvergadering dat er in 2012 al gesproken is over mogelijk eventueel tijdelijke vestiging van kunstenaars in het Gerechtsgebouw. Als de notulen zijn goedgekeurd, zal ik die aan de culturele locatiebeheerder in bewaring geven. Zij kunnen dan over een paar jaar zeggen: in 2012 waren er reeds vooruitstrevende mensen met een vooruitziende visie die erover spraken. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Het woord is aan mijnheer Scheltens, GroenLinks. DE HEER SCHELTENS. Heel kort. Ik zal even reageren op het college en ook even reageren op de bijdrage van de SP en de motie. Allereerst ben ik blij dat vanuit het college gereageerd wordt op onze bijdragen en dat er dingen werden genoemd die wij heel voorzichtig naar voren brachten, zoals de locatie van de Gasthuisvelden, het Belastingkantoor. Dat wordt natuurlijk een heel ander verhaal als daar met Defensie een leuk vervolg aan gegeven kan worden. En ais de wethouder dat zegt, dan mogen wij daar dus blijkbaar ook over praten. Hartstikke fijn. Dat scheelt echt een slok op een borrel. Dus dat vonden we heel erg prettig om te horen. En voor de rest is de bijdrage van de SP duidelijk. Ik vind het alleen heel jammer dat u al begint met: we zijn teugen. En de motie heet dan ook nog eens een keer: teugen leegstand. Nogmaals, wij zijn ook tegen leegstand maar je kan het ook op een wat positievere manier doen. Het zou echt getuigen van een hele andere politieke benadering vanuit de SP als u zegt: wij gaan samen met u die risico's aan en dan gaan we samen met u via een motie regelen dat dit niet nog een keer gebeurt. Maar u zegt: nee, jullie lopen maar lekker de risico's en dan gaan wij via een motie daar de scherpe kantjes van af halen. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik daar even kort op reageren? DE VOORZITTER: Gaat uw gang, mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik bedoel dat het voor niemand een verrassing kan zijn dat wij deze standpunten verkondigen op dit moment. Dat doen we al sinds 2007 tegen deze megalomane ideeën. En dat doen we niet alleen op dit terrein maar dat doen we op alle bouwplannen die zo groot en overschat zijn. De hele tendens in Nederland is strijden tegen leegstand. Dus waarom zou ik dan ineens voor leegstand gaan strijden? Ik snap niet precies waar u heen wilt. DE HEER SCHELTENS: Ten eerste is het zo dat dat lege Belastingkantoor uit het contingent wordt gehaald van kantoorruimten. Er komt dus een veel groter kantoor voor terug in de Stationslocatie. Dus wat dat betreft, is dat niet zo'n punt. En ais we die motie van u aannemen, dan wordt de mogelijkheid van het college om deals te sluiten wel heel erg beperkt. En die deals die komen toch naar ons toe. Dus als u probeert samen met ons om te voorkomen dat er nog een keer zo'n deal wordt gesloten, dan willen we dat best wel aangaan. Maar daar is volgens mij uw motie niet het geëigende middel toe, want dat maakt het voor het college heel erg moeilijk om überhaupt nog een deal te sluiten. Die komen altijd weer terug via de raad en dan kunnen wij ja of nee zeggen. Net zoals in dit geval. DE HEER VAN LUNTEREN: Mag ik dan het volgende vragen. Want dan begrijp ik mijnheer Scheltens niet. Want hij is het niet eens met mijn motie maar dan accepteert hij dus rotte kiezen, leegstand in de stad. En dat vindt u dan verder geen probleem?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 20