210
DE HEER QUAARS:
Dank u wel, voorzitter.
Ja kijk, wat we inderdaad kunnen doen, is met de kennis van nu kijken naar een deal uit 200/. Dat
is absoluut niet de bedoeling. Maar wat we ons wel beseffen, is wat de wethouder aan gaf, dat wij
niet de enigen zijn die met de kennis van nu kijken naar deze deal. De gemeente kijkt naar deze
deal maar het Rijk kijkt ook naar deze deal, allebei met andere kennis dan in 2007.
Ik heb wel een aantal vragen over de motie die is ingediend Want de SP schrijft in haar motie
voortaan geen nieuwe deals voor Via Breda meer te sluiten met partners uit Breda en de regio. Het
is natuurlijk stap 1. Want u geeft al aan, Via Breda, maar gaan we dan ook verder door Via Breda
de volgende keer te schrappen, dat er gewoon in Breda geen mogelijkheden meer zijn en dat als
een bedrijf vanuit de Haagse Beemden naar het Brabantpark wil, dat dit dan ook niet mag omdat
er leegstand ontstaat? Dat is ons niet duidelijk. Sterker nog: daar voelen we eigenlijk niks voor.
Wat u eigenlijk zegt dan, is dat er geen ontwikkeling meer in zit. U kunt groeien wat u wilt, maar
verplaatsen zit er voorlopig niet meer in. En in dat kader ben ik ook wel benieuwd hoe smart deze
motie dan te maken valtWant voor hoe lang geldt dit dan? Heeft u het over de projectperiode
van Via Breda? Geldt het voor de komende 20 jaar dat we dit niet meer gaan doen, of...? Ik heb
werkelijk geen idee. Dus graag een toelichting daarop.
En als laatste de vraag, en dat is eigenlijk de vraag die ik eerder stelde aan de PvdA: wat is voor u
de regio? Ik zou daar ook wel een definitie van willen. Het lijkt me een beetje lullig als we met z n
allen in gesprek gaan met de universiteit van Groningen om hier naar toe te komen. Dus waar legt
u die grens dan van Breda en regio?
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, met dat laatste begin ik...,
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik begrijp dat we al heel lang een ambitie hebben om een universiteitsstad te worden dus ik zou
eens in gesprek gaan met de RUG. Maar de regio is natuurlijk de regio West Brabant waar we het
al die maanden en jaren over hebben.
DE HEER QUAARS:
Dus dat is geen Tilburg, om maar eens even iets te noemen. Dat valt niet in West Brabant.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Net niet meer nee. De regio is de regio West Brabant waar we het al die tijd al over hebben. Kijk,
het is logisch dat een bedrijf binnen een straal van West Brabant, daar hebben we in regioverband
net allemaal afspraken over. Ik begreep laatst bij de tijdelijke commissie dat er in regioverband
ook wordt gekeken vanuit de provincie naar verplaatsing van kantoorpanden en waar ze wel en
niet mogen. Dus in dat verband lijkt het me handig om te kijken als Breda welke rol we daar in
spelen en of we daar elkaar niet zitten te beconcurreren in de regio. Dus vandaar dat ik hier de
regio in betrokken heb. En als het van buiten die regio komt, dan lijkt het me dat het bedrijf een
goede reden heeft om in West Brabant te komen zitten en om vanuit Rotterdam of verder deze
kant op te komen.
Maar uw vraag over gaan we de stad op slot zetten. Nee, integendeel. Ik bedoel, ik ga hier geen
hele lezing geven over leegstand en hoe je dat moet oplossen. Maar in Engeland, of in New York
hoor ik net, heb je het idee van Green field, Brown field. Als je ergens wat ontwikkelt, dan moet je
ook ergens anders iets slopen wat voor de leegstand achter blijft. Of slopen, of herbestemmen,
zodat dat weer ontwikkeld wordt en je geen leegstand achterlaat. Eigenlijk is dit gewoon een Green
field, Brown field motie, datje niet iets gaat ontwikkelen, als je ergens anders een puinhoop achter
laat. Dus op z'n minst een even groot deel en liefst meer natuurlijk, opruimen van de puinhoop.
Dat is eigenlijk deze motie. En ik heb dat in mijn eigen woorden, misschien iets te simpel voor u,
opgeschreven. Maar daar komt het op neer. Je gaat niet iets ontwikkelen en ergens anders een
puinhoop achter laten. Dat is deze motie en ik snap niet dat mensen daar tegen zijn. Het is precies
in lijn met wat heel Nederland wil, wat heel de wereld wil: tegen leegstand. Ik kan het niet mooier
maken mijnheer Scheltens: tegen leegstand.
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mevrouw Van Beek, CDA.
MEVROUW VAN BEEK:
