211
Dank u wel.
Ik wil allereerst het college bedanken voor de beantwoording die ik helder en verduidelijkend vond.
De vragen van de heer Bos van D66 vond ik interessant als het gaat om hoe we nou in het
voortraject zo veel mogelijk aan risicobeheersing kunnen doen. Ik denk dat dat een continue
ambitie is en ook op het moment dat je aan het voortraject aan het voorportaal van een
belangrijke ontwikkeling staat dat je heel goed kijkt en niet alleen aan het juichen bent van we
hebben weer een ontwikkeling, maar ook heel erg goed kijkt van wat als het tegen valt, en hoe het
dan zit met de verdeling van risico's. Dus ik denk dat dat inderdaad een heel erg belangrijk
onderwerp is waar we vast ook nog vaker met de raad over van gedachten zullen wisselen. Ais het
gaat om dit geval denk ik dat rijk en gemeente toch ook daarin een gemeenschappelijk belang
hebben. Het is uiteindelijk toch ook dezelfde belastingbetaler die daar ook achter zit. Dus ik zie dat
niet zo dat hier sprake is van het probleem van het ene bordje naar het andere verschuiven en dat
het toch in zijn geheel in de complexiteit tot een bepaalde situatie leidt met een bepaald resultaat,
wat ook goed is voor de ontwikkeling van de stad.
Dan nog even de motie van de SP. Als ik de motie op dit moment zo lees, dan staat het er gewoon
heel erg hard. Als de SP meent een partij te zijn die bijvoorbeeld staat voor goed onderwijs in de
stad en die staat voor werkgelegenheid, dan denk ik dat de SP met deze motie zichzelf in de
vingers snijdt. Om even een voorbeeld te noemen: als we kijken naar bijvoorbeeld de
onderwijsontwikkeling, dan kan het best wel eens zo zijn dat in de ontwikkeling een verhuizing van
een onderwijslocatie naar misschien het Stationsgebied niet alleen verhuizing is van hetzelfde
gebouw, dezelfde soort onderwijsinstelling naar het Stationsgebied, maar dat daarmee bijvoorbeeld
ook extra opleidingen bij komen of dat het ook een uitbreiding kan betekenen en daarmee toch ook
een hele belangrijke ontwikkeling voor de stad Breda. Met deze motie zou je dan moeten zeggen:
nee, dat kunnen wij niet toestaan want er is niet meteen al direct een herontwikkeling. Wat niet wil
zeggen dat ik ook niet steun dat je op het moment dat je ook heel goed moet kijken altijd naar de
vertreklocaties en wat daar mogelijk is en dat je ook als het wat meer gaat om private kwesties en
een ontwikkelaar wil ergens een kantoor bouwen, dat je daar ook mee kijkt van hoe kunnen we die
ook de verantwoordelijkheid laten inzien om te kijken van wat kan je ook doen met het oude
gebouw en transformatie en herontwikkeling of kan daar eventueel een ander kantoor of een
bedrijf verplaatst worden. Dus die ambitie snap ik wel. Dus ik snap die gedachte achter die motie
maar hoe de motie zo is verwoord, daar zou je echt jezelf mee in de vingers snijden.
DE VOORZITTER:
Ik dank u zeer.
Nog andere leden van uw raad?
Dan gaan we over tot de stemming
Aan de orde is de stemverklaring.
Nog behoefte aan een reactie, wethouder?
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik heb een vraag gesteld aan de wethouder over mijn motie. Daar wil ik wel antwoord op.
DE VOORZITTER:
Ik geef het woord aan de wethouder.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, op de vraag van de heer Van Lunteren ingaande, het volgende. Kijk, we hebben de
toelichting waarom het college de motie afraadt..., Deze is nog eens heel goed verwoord wat mij
betreft, door de laatste zinnen van mevrouw Van Beek. Kijk, en als het gaat om leegstand en het
voorkomen van leegstand, heeft de raad een Kantorennota aangenomen en op uw instigatie is ook
een actieplan leegstand geformuleerd en daar wordt in Breda en in de regio hard aan getrokken.
Dus op dat terrein op zichzelf, laten we zeggen, zetten wij voldoende acties uit. De koppeling
tussen wonen, - al dan niet tijdelijk -, in kantoorpanden, loopt ook volop met alle beperkingen en
mogelijkheden van dien. Dus langs die lijnen worden al acties uitgezet. En de intentie om zoveel
mogelijk leegstand te voorkomen, nogmaals, wordt, denk ik, in ieder geval door het college, maar
ik neem ook aan door de raad, breed gesteund. Maar de motie die u nu indient, zet een dusdanige
blokkade op de ontwikkelingen van bedrijven en organisaties in de stad, dat wij die motie
nogmaals echt willen ontraden.
De vraag van de heer Bos over het vliegwiel. U gaf zelf eigenlijk ook al een beetje het antwoord.
Mocht dat vliegwiel er niet komen, - daar gaat het college niet van uit -, dan ontstaat er een
ernstige vertraging in de ontwikkeling van Via Breda en ook een deficit als je de financiële effecten
doorrekent, om het maar even in algemene termen te houden. Maar nogmaals, onze informatie is