197
het gevoel dat, zeker in het regio overleg, de gemeenteraden niet serieus genomen worden door
de colleges en wij maar als lastige ballast beschouwd worden. En de gisteren in Breda gehouden
reqionale raadsledenbijeenkomst heeft dat gevoel alleen maar versterkt. Dat ik de motie van
GroenLinks steun, wil niet zeggen dat ik ineens bang geworden ben voor mogelijke schadelijke
straling maar heeft alles te maken met het feit dat de gemeenteraad van Breda democratisch
beslist heeft dat we het kernafval niet aan onze voeten willen hebben. Dat democratische besluit
respecteer ik en daarom steun ik de motie van mevrouw Schokker.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer.
Mijnheer Lips, CDA.
DE HEER LIPS:
Dank u wel, voorzitter. t r,~
Op de eerste plaats hebben we natuurlijk verantwoordelijkheid als het gaat om kernafval. De CDA
fractie worstelde ook wel een klein beetje met dit onderwerp maar wij zijn dan toch van mening
dat we een motie met een verzoek om een brief te sturen naar de minister van economische zaken
kunnen steunen.
Wel is de CDA fractie van mening dat het ons een goed onderwerp lijkt om nog eens tijdens de
commissie uitvoerig te bespreken en ook in regionaal verband te kijken hoe dat we hier ver er
mee moeten omgaan. Want een stuk verantwoordelijkheid ligt er wel degelijk als het gaat om
kernafval.
DE VOORZITTER:
Andere leden nog van uw raad?
Dan is het woord aan mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Dank voor alle positieve reacties, ook de heer Stubenitsky die zegt: ja, het is een dernocratisch
genomen besluit. Jammer van de VVD, dat die zich zo formeel opstelt. Ik denk dat het toch heel
belangrijk is dat dit signaal nu uit gaat, dat een aantal gemeenten in West Brabant zeggen. h|er
vinden wij dat het niet de goede plaats is. En net die gemeente die dat dus niet kenbaar maakt, die
is dus straks de pineut. Want zo gaat het ook. Er wordt dan niet gekeken wat de beste plaats is
Maar misschien kan ik u nog overhalen omdat u misschien dezelfde motivatie kunt volgen als de
heer Stubenitsky. Dus ik hoop dat u misschien nog daarover even kunt nadenken. Omdat het
natuurlijk goed is dat een uitspraak van de gemeenteraad in een besluit wordt vastgelegd, dien ik
nu de motie in met gelijke strekking als de vragen die u zojuist heeft beantwoord en deze motie
wordt ook meteen mede ingediend namens D66, CDA, Trots op Nederland, PvdA en SP.
DE VOORZITTER:
Verzoekt het college een brief aan de minister van EZ te sturen waarin aangegeven is dat Breda
zich uitspreekt tegen kernafvalopslag onder de grond en dat de gemeente Breda n'|* zal
meewerken aan de opslag van kernafval op of onder haar grondgebied. Een brief naar de bevoegde
Belgische autoriteiten te sturen waarin aangegeven is dat de gemeente Breda zich grote zorgen
maakt over opslag van Belgisch radioactief afval onder de grond. Dit besluit ter kennisgeving
sturen aan de gemeentebesturen van de Noord Brabantse gemeenten.
Aldus besloten, etcetera.
Maakt deel uit van de beraadslagingen.
Het woord is aan de wethouder van het college.
Ik weet niet of hij hier iets aan wil toevoegen of over wil opmerken.
WETHOUDER WILLEMS:
Voorzitter, een enkele opmerking.
Uiteraard zal het college het gevoelen van de raad overbrengen in een brief zoals gevraagd in de
motie als de motie wordt aangenomen. Dat past ons ook. Ik wil er wel aan toevoegen, - en
eiqenlijk zei de heer Lips dat ook heel duidelijk -, dat in de regio niet is gezegd: we zijn tegen een
dergelijke uitspraak. Maar wij zijn er niet voor dat dit in de Strategische Agenda een plek krijgt
want daar is het eigenlijk een beetje een rare plek voor. Maar wij zijn er voor dat er discussie
plaats vindt in alle gemeenten over dit thema. En de suggestie die de heer Lips op dat punt doet
om daar eens met elkaar over te praten, - want dat zou het dan betekenen -, dat lijkt me
buitengewoon nuttig.