225 En voor deze keer zal de VVD dan ook instemmen met het voorstel van de Rekenkamer. En zoals u uit mijn verhaal heeft kunnen lezen, zijn wij ook akkoord met de jaarrekening zelf, de resultaatbestemming, maar natuurlijk ook met het pré-advies van de commissie Bestuur. En als laatste dan nog maar even toch complimenten aan het college om in deze zware tijd toch nog met zwarte cijfers te komen. Dat is een compliment waard, lijkt me zo. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, mag ik een vraag stellen? DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: De heer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Dank u wel. Onderkent de heer Ernst dat partijen op een andere manier tot eenzelfde sluitende begroting kunnen komen? DE HEER ERNST: Ja, ik heb heel goed begrepen dat u bijvoorbeeld zou willen lenen. DE HEER VAN LUNTEREN: Precies. En dat is dan mijn vervolgvraag. Heeft u alleen dat stukje van dat lenen uit al onze voorstellen onthouden? DE HEER ERNST: Dat vond ik wel het meest schokkende. Dat is me dus inderdaad het meest bij gebleven, ja. DE HEER VAN LUNTEREN: Maar er zijn ook nog al die andere voorstellen waar dat er eentje van was. Ik kan het zo wel toelichten als u dat wilt. Maar dat is het enige wat u dan bij blijft. Ik vind dat schrikbarend (dat u zo weinig oor heeft voor het geluid van andere partijen. DE HEER ERNST: Ik heb ook begrepen, - dat heeft u eigenlijk niet de afgelopen keer gezegd maar de keren daarvoor wel -, dat u vooral in zet op lasten stijgen en dat noemt u eerlijk delen. Dat zijn andere dingen. U heeft volgens mij ook altijd betwijfeld dat het bedrag wat we moesten bezuinigen inderdaad die 30 miljoen was. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: De heer Blankenstein had ook nog een vraag. DE HEER BLANKENSTEIN: Dank u wel, voorzitter. Een korte vraag aan de VVD. Deelt u nu de conclusie van de Rekenkamer dat wij onvoldoende geïnformeerd worden over de risico's bij ruimtelijke projecten, iets dat ook door Deloitte geconstateerd is? DE HEER ERNST: Nee, die conclusie deel ik niet. Kijk, dat er nog wat verbeterslagen nodig zijn, - maar dat is volgens mij met heel veel processen -, dat hebben we ook duidelijk geconcludeerd, maar of wij onvoldoende geïnformeerd zijn, nee dat vind ik niet. Wij kunnen ook zelf als commissie cyclische producten aangeven waar wij bijvoorbeeld nader op geïnformeerd willen worden. Volgens mij is het allemaal best helder en transparant. DE HEER BLANKENSTEIN: Dus het feit dat er een overzicht ontbreekt waarin integraal gekeken wordt naar de risico's en de programmering, dat vindt u geen essentiële informatie die we eigenlijk als raad zouden moeten hebben? DE HEER ERNST: Ik denk dat we daar naar toe aan het werken zijn. Maar ik vind niet dat wij nou verstoken zijn van een heleboel informatie. DE HEER BLANKENSTEIN:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 11