227
het hebben over eerlijkheid en transparantie, over openheid van zaken, dan staat mij nog altijd dat
moment voor, - ja ik zeg dat toch maar even -, uit een vorige bestuursperiode, waar onze fractie
ook deel van uit maakte, en er een document lag waarbij al een hele hoop situaties, overigens veel
minder erg dan nu achteraf blijkt te zijn, lag in de kastjes van het stadskantoor, maar nooit
openbaar gemaakt werd. Dat is pas na de verkiezingen gebeurd. U weet het allemaal nog wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Het is wel een interruptie...,
DE HEER AKINCI:
Een vraag...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Akkoord.
DE HEER AKINCI:
Als je kijkt naar wat er toen al voorspeld was en hoe de crisis zich verdiept heeft, denkt u dan dat
de financiële positie van de stad en de reserves zoals die er nu voor staan, en alle ingrepen die
daarbij gepleegd zijn, die verslechtering, vooral het gevolg is van een autonome ontwikkeling
waarbij hier alles op alles wordt gedaan om dat zo positief mogelijk bij te sturen? Of denkt u nou
echt dat er op het stadskantoor een wethouder Financiën zit die denkt: wat kan ik nu weer eens
vinden om geld op uit te geven? Wat denkt u nu dat er daadwerkelijk aan de hand is?
DE HEER BLANKENSTEIN:
3a voorzitter, ik vind het toch wel jammer dat u nu weer terug gaat naar dat document. Maar goed,
daar hebben we het al eerder en heel vaak over...,
DE HEER AKINCI:
Dat snap ik, dat u dat jammer vindt.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Ik constateer ook, - en u vindt dat zware woorden -, maar als je echt kijkt hoe de stad het
afgelopen jaar bestuurd is, als je kijkt naar de processen rondom het Stedelijk Kompas, rondom de
Biomassacentrale, verdient dat echt geen schoonheidsprijs. En daardoor is de relatie met veel
inwoners echt sterk...,
DE HEER AKINCI:
Nee mijnheer Blankenstein, daar had u het niet over. U had het over een stuurloze en een
slechtere financiële positie dan ooit. Dat is mijn vraag. Geeft u daar nu eens antwoord op. Is de
financiële positie slechter dan die deze was in 2009 vanwege een inadequate wethouder Financiën
of vanwege autonome ontwikkelingen waarmee dit college het beste doet wat in haar
mogelijkheden behoort om daar nog iets van te maken met een positief resultaat te komen en nog
enigszins vlees aan de botten te krijgen.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Kijk, ik constateer dat zeker de externe ontwikkelingen een rol gespeeld hebben. Daarnaast is er
totaal geen overzicht hoe de taakstellingen gerealiseerd zijn. Dan kunnen wij ook niet dan tot de
conclusie komen dan dat de handelwijze van het college hierbij wel degelijk ook een rol heeft
gespeeld.
DE HEER AKINCI:
Laatste vraag voorzitter, als u mij toestaat. Want de heer Blankenstein...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Een korte vraag.
DE HEER AKINCI:
geeft geen antwoord. Hij geeft geen antwoord of hij geeft een verbloemd antwoord op zijn minst.
De financiële crisis mondiaal heeft er een klein beetje aan bijgedragen. Wat is nu uw oordeel over
het bijsturen. Is het nou goed geweest dat er structureel zo ingrijpend bezuinigd is met alle
pijnlijke gevolgen voor de stad die dat ook met zich mee heeft gebracht? Is het goed dat er zo fors
is afgeboekt? Geeft u nu eens hom of kuit. Vindt u nu echt dat er sprake is van financieel
wanbeleid? Het is a of b.