228
Ik wil toch...,
DE HEER BLANKENSTEIN:
Ik denk dat de situatie daar tussen in ligt. Dat zei ik zojuist ook. Er is zowel sprake van externe
ontwikkelingen die onze stad hard geraakt hebben en daarnaast hebben wij grote vraagtekens hoe
dit college de taakstellingen heeft gerealiseerd. En daar hopen we toch een keer antwoord op te
krijgen over hoe ze dat nou daadwerkelijk hebben gedaan.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Dank u wel.
Ik wil voor ik mijn vraag stel, even een opmerking plaatsen. Want ik had ook bij uw bijdrage het
volgende gevoel. Ik houd best wel van een debat met wat harde bewoordingen, maar je moet
volgens mij toch wel heel erg kijken in wat voor situatie we ons bevinden. Ik had iets meer
verwacht dat u ook de hand in eigen boezem zou steken omdat de situatie waarin we zitten toch
ook deels te maken heeft volgens mij met bepaalde afspraken die in het verleden zijn gemaakt...,
DE VOORZITTER:
MEVROUW VAN BEEK:
en waar we met projecten zitten...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Ik wil toch vragen...,
DE HEER BLANKENSTEIN:
Noemt u die dan eens mevrouw Van Beek.
MEVROUW VAN BEEK:
Nou, we hebben bijvoorbeeld, - het debat is al gevoerd maar we hebben het over de aankoop
van het Gerechtsgebouw en het Belastingkantoor gehad. Maar goed, dat is maar even een
voorbeeld.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Een interruptie is gewoon een...,
MEVROUW VAN BEEK:
Ik kan...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Kunt u een vraag stellen?
MEVROUW VAN BEEK:
3a, ik kom tot een vraag. U zegt nogal wat. En dat kan best maar dan moet er ook wel een
bepaalde waarheid achter schuilen. Dus vandaar mijn vraag ook. U geeft aan, u zegt van: wij zijn
onvoldoende geïnformeerd, we krijgen bepaalde informatie niet. Mijn vraag is dan: welke
informatie heeft u de afgelopen periode daarvan niet gekregen.
Want u noemt ook de grondexploitaties. Nou, ik kan me een aantal keren herinneren dat we er
uitgebreid wel over geïnformeerd zijn. Dus ik vroeg me af waar u op dat moment dan was.
En u suggereert ook dat het college naar buiten toe andere cijfers gebruikt dan naar binnen toe.
Dan wil ik u er toch wel even aan herinneren dat de werkgroep cyclische producten en de
commissie Bestuur positief heeft geoordeeld en de accountant heeft geoordeeld dat de
rechtmatigheid zo goed was. Dus ik denk dat als er echt onjuiste cijfers zijn gepresenteerd, de
rechtmatigheid toch niet akkoord kan zijn geweest. Dan betekent dat dus dat u het eigenlijk niet
meer eens bent met het advies van de werkgroep cyclische producten.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Om met het laatste punt te beginnen: de Rekenkamer heeft geconstateerd dat er eigenlijk een
negatief resultaat is over 2011 terwijl het college zegt dat er een positief resultaat is.
Dan het tweede punt over die informatie. Wat we ook aangegeven hebben, er wordt onvoldoende
geanalyseerd wat nou precies de voortgang is geweest op de taakstellingen. Bij de
grondexploitaties, dat is ook iets dat door Deloitte geconstateerd is, wordt onvoldoende in kaart