229
gebracht wat het totaaloverzicht is van de projecten, de onderlinge risico's tussen de projecten
ontbreekt.
En om op uw begin te reageren, die 2 gebouwen die we aangekocht hebben, dat is iets geweest
wat we als raad allemaal met elkaar gedaan hebben.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer...,
MEVROUW VAN BEEK:
Ik zou toch wel even willen reageren want...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Een laatste korte reactie want ik wil u er toch op wijzen dat een interruptie een interruptie is en
geen termijn.
MEVROUW VAN BEEK:
Ja. Nou ja, in uw bewoordingen heeft u het er over dat we niet geïnformeerd zijn. De accountant
doet een aantal aanbevelingen over een bepaalde manier waarop je nog geïnformeerd kunt
worden. Dus het gaat ook om het inzichtelijk maken en om er vervolgens ook wat mee te doen. En
dat is toch wat anders dan uw presentatie alsof we niet geïnformeerd zijn.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Ik heb gezegd: onvoldoende geïnformeerd. En dat is ook iets wat door de Rekenkamer en door
Deloitte wordt geconstateerd. Ik kan wel citeren: De Rekenkamer constateert dat de raad
onvoldoende helder geïnformeerd wordt over de mate van realisatie in de ruimtelijke projecten en
de financiële prognoses hieromtrent.
MEVROUW VAN BEEK:
Ik constateer dat de accountant daar ook zo blij mee was, dat hij het college geen onvoldoende
heeft gegeven maar heeft gezegd dat hij de rechtmatigheid juist heel erg positief beoordeeld heeft.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Ik constateer gewoon dat de Rekenkamer tot een andere conclusie komt en dat wij als raad die
informatie wel nodig hebben om deze stad op een professionele wijze te besturen.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Tot slot een interruptie van de heer Ernst.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, ja ik snap wel waarom u namelijk die harde bewoordingen gebruikt waarvan u nu ook
wel even zegt: het is onvoldoende. Maar het is onvoldoende helder. Dus dat is ook wel even een
verschil.
Maar u heeft het eigenlijk voornamelijk, - en daar gebruikt u die harde woorden ook voor -, over
processen. Maar als we het nou hebben over resultaten en over de doelstellingen die er aan zitten
en bijvoorbeeld het bedrag wat we bezuinigd hebben, waar u zich altijd tegen heeft afgezet, dan
heeft u het dus niet over de inhoud waar we het nu hier over hebben, maar dan heeft u het alleen
maar over processen. En ik snap nu inderdaad wel waarom u zich daar achter verschuilt.
DE HEER BLANKENSTEIN:
We hebben vraagtekens bij het bezuinigingsbedrag gezet en nooit ons actief daar tegen verzet. En
daarnaast denk ik dat er wel degelijk ook door ons vraagtekens gesteld worden bij de wijze waarop
de doelen gerealiseerd zijn. We hebben als fractie ook altijd vragen gehad over de realiteit van de
taakstelling op arbeidsparticipatie. Inmiddels is dat ook een hele andere taakstelling geworden. Dus
daar blijven wij zeker kritisch op. En wij zijn echt benieuwd of het college een keer helder gaat
evalueren wat er nou precies gebeurd is en hoe de taakstelling bij Sociale Zaken gerealiseerd is.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, mag ik dan nog even...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: