235 DE HEER SZABLEWSKI: Slotzin: op te roepen om dan de volgende keer deze kunstgreep..., DE HEER QUAARS: Is dit een betoog of een vraag? DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Ja..., DE HEER QUAARS: O ja, ik ben 2e woordvoerder trouwens. DE HEER SZABLEWSKI: Mevrouw de voorzitter, ik begrijp best dat het voor de coalitie wat lastig is om kritisch..., DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Nee, het gaat er gewoon over..., DE HEER SZABLEWSKI: om kritiek te horen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Nee, dat is niet zo. Het gaat er ook gewoon over dat we meestal werken met een woordvoerder per fractie en dat was denk ik het punt van de kritiek. Maar ik geef het woord aan de heer Bos. Die kan antwoord geven op uw vraag. DE HEER BOS: Nou ja, laat ik eerst beginnen dan..., DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Als hij dat wil tenminste. DE HEER BOS: Ik wil heel graag antwoorden op een vraag maar ik heb geen vraag gehoord. Dat is een volgens mij. DE HEER SZABLEWSKI: Het was ook geen vraag maar een interruptie. DE HEER BOS: Dan is die ongepast, want voorzitter, ik weet niet wat dan de gang van zaken is. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Nee, het is interrupties met een vraag. En dan denk ik dat uw termijn hiermee beëindigd is want verder zie ik geen..., U was toch klaar volgens mij, of niet? DE HEER BOS: Ja,ja. Het enige wat ik tegen de heer Szablewski zou willen zeggen: ik zou het gewaardeerd hebben als u een verduidelijkende vraag zou hebben gesteld. Maar dan zou ik namelijk geantwoord hebben dat de reserves die zijn vrijgevallen, noodzakelijk waren en ook zijn gereserveerd voor de doelen waarvoor ze gebruikt zijn. Dat is een heel normaal proces want anders hoef je ook geen reserves te hebben, en dat de accountant heeft aangegeven dat reserves moeten worden opgebouwd in 2012 en dat de begroting dat ook voorziet dat dat gebeurt, en dat de accountant aan ons vraagt om goed op te letten dat het ook gebeurt. En dat heb ik net betoogd, dat heb ik vorige week betoogd en dat zal ik ook volgende week als u een keer tijd heeft, nog een keer betogen. DE HEER SZABLEWSKI: Ik heb nu tijd. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Nee. nee. nee....

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 21