237
MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
MEVROUW VAN DER SANDEN:
misschien, want dat is de blik op de toekomst, het organiseren van zorg en buurtzorg op een
kleinere schaal met professionals, maar ook met vrijwilligers, in relatie tot een aantal andere
decentralisatieopgaven die op ons afkomen. En volgens mij is dat de blik die we na 2014 moeten
hebben. En eigenlijk moeten we daar dit jaar, en zeker volgend jaar, al aan gaan werken op een
andere systematiek waarbij we al die doelen kunnen dienen.
Voorzitter, mag ik even iets vragen aan de heer Akinci?
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Gaat uw gang.
Ik ben heel blij dat u dat zegt, dat u ook oog heeft voor de belangen van de werknemers in dat
thuiszorgverhaal. Want in de vorige commissievergadering was wethouder Bergkamp heel stellig,
van alles wat met salarissen en arbeidsvoorwaarden te maken heeft, daar heb ik helemaal niks
mee te maken als wethouder en als college. Denkt u daar dan als coalitiepartij anders over?
DE HEER AKINCI:
Wij hebben sowieso als Breda een aantal criteria waarop we aanbestedingen doen. Daar zitten ook
duurzaamheidcriteria in, daar zitten ook criteria in van social return. Ik denk dat je als werkgever
sowieso, maar ook als opdrachtgever, ook niet helemaal blind mag zijn voor neveneffecten van
beslissingen die je doet, ook bij aanbestedingen niet. Tegelijkertijd constateer ik ook wel, en dat
moeten we ook met z'n allen erkennen, dat de gemeente niet voor 100% verantwoordelijk gesteld
kan worden voor een hele grote lacune die er in de Zorg CAO zit. Want in tegenstelling tot
bijvoorbeeld de CAO voor schoonmaak, zegt de Zorg CAO niet: als door een aanbesteding van de
ene naar een andere werkgever verplaatst wordt, heeft u recht op behoud van uw loon en
eventueel andere secundaire arbeidsvoorwaarden. Die verantwoordelijkheid, en dat moet u ook
erkennen, kan de gemeente niet volledig op zich nemen. Ik zeg wel dat we er niet blind voor
mogen zijn. En volgens mij kunnen we elkaar daar ook in vinden.
Dat is goed om te horen.
DE HEER AKINCI:
Overigens is dat ook niet helemaal nieuw hoor, dat we dat zeggen. We zijn daar volgens mij ook
altijd redelijk consequent in geweest.
Voorzitter, ik wil toe naar het onderwerp van de grondposities, toch voor een belangrijk deel de
oorzaak van waarom de risicopositie van Breda is zoals die is. Er zijn veel afboekingen en
afwaarderingen gedaan, alleen zijn we er nog niet. Het is nog steeds te verwachten dat er in de
toekomst, op het moment dat er duidelijkere keuzes worden gemaakt in het kader van de
Structuurvisie, op het moment dat andere ontwikkelingen helderder worden, er nieuwe
afboekingen of afwaarderingen op ons zullen afkomen. Daar kunnen we twee dingen mee doen. Die
kunnen we nemen. Nog onduidelijk waarvan, maar die kunnen we nemen. Of die kunnen we voor
ons uit schuiven. Nou is het met de rekenrente van Breda zo dat als je zo'n grondpositie niet
afwaardeert en je schuift die een jaar of 16 vooruit, dan heb je na die 16 jaar eigenlijk die hele
grondpositie al een keer betaald plus datje die nog steeds moet gaan afboeken. Dus binnen 16
jaar kan je twee keer betalen. Daar waar het kan, is het dus vanuit het voorkomen van risico's en
het voorkomen van extra uitgaven van belang dat we zoveel mogelijk van die afwaarderingen snel
kunnen doen. Er zit nog een tweede belang aan vast. Op het moment dat wij afwaarderingen nu
nemen, hebben wij niet meer die perverse prikkel in ons achterhoofd van een financiële positie die
nog ergens te verzilveren valt die onze stedenbouwkundige afwegingen, die we maken in het kader
van de volgende Structuurvisie, onzuiver maken. Dat geldt niet alleen voor ons, dat geldt ook voor
ontwikkelaars in de stad. Die moeten ook beseffen dat zij niet tot in lengte van dagen vast kunnen
blijven houden aan oude rechten. Het zijn nieuwe tijden en op het moment datje rechten laat stil
staan en je verzilvert die niet en je maakt er geen gebruik van en er zijn geen ontwikkelingen en er
is geen beweging meer, dan moeten we serieus gaan kijken naar het herverdelen van dat soort
rechten en het verplaatsen van rechten naar plaatsen in de stad waarvoor die wel bruikbaar zijn.
En ik denk, - we hebben het er vorige week al even in commissieverband over gehad -, dat we de
komende tijd op zoek moeten naar systematieken waarbij dat kan. Dat kan juridisch, dan kan in
overleg, dat kan met herverdelen, het is ook een beetje de armoede, maar misschien ook die
kleine beetjes winst die nog wel te pakken zijn om die samen met alle partijen in de stad te
verdelen.