243
Ik stel voor om in ieder geval dit punt af te ronden. Ik weet niet of u met uw termijn ook klaar
was.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik had nog even iets over wat we ervan vinden.
Ik beoordeel het Rekenkameradvies positief. Het advies van de werkgroep, daar zijn we het niet
overal mee eens. Maar ook positief. Jaarrekening, ja je kunt er niet tegen zijn, dat werkt niet. Dus
we zullen positief zijn maar met een hoop kanttekeningen over al die ruis. Maar daar is genoeg
over gewisseld.
Dank u wel, voorzitter.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer Ernst nog een korte vraag.
DE HEER ERNST:
Even een korte vraag.
U begon er zojuist mee en u eindigde er mee: met de ruis. Maar volgens mij heeft u die toch voor
een deel zelf veroorzaakt want u shopt volgens mij zelf ook heel erg in de 2 adviezen. En volgens
mij zijn er toch een heleboel adviezen gewoon gemeenschappelijk en ook gesteund door het
college, die we gewoon gaan uitvoeren. Bent u dat met mij eens?
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ik kan u niet helemaal volgen. Ik bedoel, de Rekenkamer en de accountant zijn toch glashelder. Ik
bedoel, en ik heb de wethouder in het begin, ja u was misschien niet in de commissie, maar ik heb
de wethouder gecomplimenteerd zelfs in de commissie voor haar inspanningen en haar weg er
naar toe en dat het resultaat niet is wat de SP daar van zou willen zien, ja dat mag logisch zijn. De
hele stad ligt in puin. Dat zouden wij heel anders gedaan hebben. Met al onze goede voorstellen
daarvoor. Dus ik snap niet precies waarom u die vraag stelt. De Rekenkamer is heel duidelijk
geweest over dat het allemaal veel duidelijker kan en de accountant zei het in andere woorden
eigenlijk ook dat het allemaal niet zo heel duidelijk was. Ik snap niet waarom ik die ruis zou
hebben veroorzaakt.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, dat is hetzelfde als met de PvdA. Er staat onvoldoende helder. Maar dat is maar een
passage in volgens mij een 5 pagina's tellend advies wat daar gestuurd is. Dus ik verwijt u eigenlijk
een beetje dat u zelf shopt in de adviezen.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Het is niet echt een vraag.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Precies. Kijk, ik omarm alle voorstellen van de Rekenkamer, niet alleen die van die ruis. Maar ik
benadruk even die ruis omdat het voor de hele stad en voor ons als SP wel belangrijk is dat we
dingen kunnen doorgronden en goed kunnen snappen wat er staat. En als we dat kunnen
verbeteren, zou dat heel fijn zijn. En als de wethouder dan in een keer alles goed neer zet, dan
weten we ook precies wat de feiten en cijfers zijn en niet dat we door die ruis heen dat moeten
zoeken. Dus ja, ik omarm alle voorstellen van de Rekenkamer, dat doen ze heel goed. En wat mij
betreft moeten ze daar vooral mee doorgaan.
Dank u wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Dank u wel.
Ik geef het woord aan de heer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG:
Dank u wel, voorzitter.
Breda'97 doet niet mee aan de landelijke verkiezingen. Dus mijn toon zal van iets andere aard zijn.
O, dank u.
DE HEER BLANKENSTEIN:
Ik neem aan, nog kritischer, mijnheer Van den Berg.
DE HEER VAN DEN BERG: