262 Mevrouw Koger stelt met genoegen vast dat het college luistert naar goede voorstellen. En de heer De Jong vraagt naar de consequenties ten aanzien van Laurentius. Ik heb vandaag als het goed is, antwoord gegeven op de vragen van de SP die ook over Laurentius gingen. Daar heb ik ook aangegeven dat we zodra wij rondom de recente ontwikkelingen als het gaat om het besturen van Laurentius informatie hebben, dat we u die zullen doen toekomen, maar dat op dit moment mijn informatie is, laten we zeggen, dat de recente ontwikkelingen niet over Laurentius gaan maar puur over het besturen van Laurentius. Ik heb begrepen, dat staat ook in het antwoord aan de SP, dat het plan van aanpak dat men heeft moeten maken, inmiddels bij het ministerie ligt. En snel na' 1 juli zal duidelijk zijn of dat plan van aanpak voldoende is en dan kunnen we op dat moment ook de consequenties inschatten en de effecten van dat plan van aanpak aangeven. En de toezegging is dat ik u ook zo kort en zo snel mogelijk als dat kan daarover informeer. Voorzitter, dat waren volgens mij de antwoorden op de vragen. 2e termijn. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel, wethouder. Dan wil ik vragen wie er nog behoefte heeft aan een 2e termijn. De Heer Hardorff. Ik wil vragen of u het, gezien de tijd, kort zou willen houden. Dank u wel. O, de heer Adank ook. Neemt u mij niet kwalijk. Nog iemand anders vergeten? Nee. De heer Hardorff. DE HEER HARDORFF: Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat de wethouder en ik ten aanzien van wat we willen, niet verschillen, alleen ten aanzien van wat er nodig is wel. Kijk, als hij zegt: we weten het eigenlijk ook niet zo goed want wij kennen de middelen die wij nu hebben en die zijn niet perfect, dan zijn we het daarover eens. Maar we beginnen met de buurtonderneming in Noord. Dan vind ik dat toch een beetje overkomen als. eigenlijk weten we het ook niet echt. Ik was namelijk bij de bijeenkomst in de Scheldestraat, wat eigenlijk min of meer de start was van wijkontwikkeling en de hele toon van die avond is en met de beste bedoelingen: wij gaan u bewoners vertellen wat we voor u gaan doen de komende jaren. En het enige moment die avond dat het ging over de rol die de bewoners zelf konden hebben, is welke wijkdeals er gemaakt konden worden over plantsoentjes en over grasvelden. Dat is nou precies die valse start die ik bedoel. Het gaat niet om de verkeerde bedoelingen die er in zitten maar dat hier essentieel niet gesnapt wordt dat het niet gaat om wat we voor u doen maar om wat we in opdracht van u doen. En dat was op geen enkele manier de vraagstelling van die avond. Ik denk dat we daar de plank echt mis slaan. En u geeft zelf al toe: het heeft er inderdaad wat karig in gezeten. Volgens mij hebben we het, als we beleidsnota's vaststellen, niet alleen over wat we willen bereiken maar ook over hoe realistisch we het vinden. Dus als u toegeeft dat het er te weinig in zit, dan denk ik dat onze motie niet meer dan terecht is om nu die aanvulling te vragen. En ik hoop eigenlijk dat mijn collega raadsleden dat met mij eens zijn. Dus ik houd wel degelijk de motie overeind. Sterker nog, ik ben alleen maar gesterkt in het feit dat we die moeten indienen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. De heer Adank. DE HEER ADANK: T1 Ik wil de wethouder danken voor de toezeggingen voor de tussenrapportage. Ik denk dat nij voldoende toegezegd heeft ook om te voorzien in de structuren, te houden structuur zoals die is. Dus wij zullen niet direct de motie steunen. Voor wat betreft de corporaties, denk ik dat wij die zorgen ook wel delen. Alleen de oplossingsrichting die dan gezocht moet gaan worden op het moment dat die zorgen werkelijkheid worden, daar kunnen we ongetwijfeld nog wel een politieke discussie over hebben. Dus op het moment dat die zorgen werkelijkheid worden, hoop ik toch dat u ons spoedig informeert. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Volgens mij heeft de wethouder geen behoefte meer om te reageren? Of nog heel kort?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 48