218
I. OPENING.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER MEVROUW VAN HASSELT - BLANKERS
(hierna te noemen de plaatsvervangend raadsvoorzitter):
Dames en heren, ik open de vergadering en heet u allen die hier aanwezig zijn en ook de
internetkijkers thuis, van harte welkom. Welkom ook aan de belangstellenden die hier beneden zijn
in de trouwzaal voor het tv-scherm. En natuurlijk een speciaal woord van welkom aan de gasten
van de heer Elbertse die vanavond als raadslid wordt geïnstalleerd, en aan de studenten van het
Markenhage college van wie het projectvoorstel van Jeugd en Politiek op de agenda staat.
Ik kan u melden dat burgemeester Van der Velden hard werkt aan zijn herstel. Het gaat langzaam
maar het gaat zeker vooruit. Hij heeft mij zojuist nog even gebeld om me succes te wensen. Dat is
natuurlijk heel aardig. Maar hij zei: wilt u de hartelijke groeten doen aan iedereen en wilt u zeggen
dat ik het heel erg gewaardeerd heb, alle tekenen van belangstelling, kaartjes of mails of wat dan
ook. Dat heeft hem heel erg goed gedaan. Wij wensen hem natuurlijk vanaf deze plaats een heel
spoedig herstel toe en ik hoop natuurlijk dat hij zijn plaats als voorzitter van de raad ook weer snel
kan innemen.
II. TOELATING VAN DE HEER P.J. ELBERTSE ALS LID VAN DE GEMEENTERAAD.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De commissie voor onderzoek van de geloofsbrieven heeft de geloofsbrieven van de heer Elbertse
onderzocht. Ik nodig mevrouw Schokker uit als voorzitter van deze commissie om hierover verslag
uit te brengen aan de raad.
Mevrouw Schokker.
MEVROUW SCHOKKER:
Dank u wel, voorzitter.
De heer Elbertse is op 1 mei benoemd tot lid van de gemeenteraad. Wij rapporteren u dat wij de
benodigde bescheiden hebben onderzocht en in orde hebben bevonden. Gebleken is dat de heer
Elbertse aan alle in de Gemeentewet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert de heer
Elbertse als lid van de gemeenteraad toe te laten.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Gehoord hebbende dit positieve advies, stel ik u voor de heer Elbertse toe te laten als lid van de
raad van de gemeente Breda. Kunt u hierover uw instemming geven?
Dan is aldus besloten en dan vraag ik de heer Elbertse om naar voren te komen.
U heeft er voor gekozen om de eed af te leggen. Ik lees u eerst de tekst voor waarna u antwoordt
met: zo waarlijk helpe mij God almachtig. En u steekt hierbij gewoon 2 vingers op.
Ik zweer dat ik om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder
welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk
of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn
plichten als lid van de raad naar eer en geweten zal vervullen.
DE HEER ELBERTSE:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Geachte heer Elbertse, helemaal goed.
Beste Peter, we kennen je natuurlijk al best lang omdat je al een hele periode meeloopt als
commissielid, niet raadslid, en we kennen je als een gedreven iemand die, als je een probleem ziet
en je wilt dat aan de kaak stellen, daar ook helemaal voor gaat. Dat is helemaal goed en we
denken dat je dat als raadslid ook helemaal gaat doen. We hebben daar alle vertrouwen in. We
wensen je heel veel succes met je werkzaamheden voor onze mooie stad en al haar inwoners. En
we onderstrepen dat graag met een bloemetje.