314
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Ja het was een creatieve gedachte van mijnheer De Jong. Een beetje..., nou ja goed.
Mijnheer Stubenitsky.
Mijnheer De Jong wilde ik eigenlijk het woord geven maar goed. Nou ja, mijnheer De Jong.
DE HEER DE JONG:
Dank u, voorzitter.
Wij van Trots kunnen leven met deze aanpassingen. Met name met de aanpassing bij de Haven zij
we blij. Dat vonden we toch echt een stukje vervuiling van onze historische binnenstad.
Ik vind dan met de heer Akinci dat we het moeten gaan monitoren dat het aantal zwerffietsen en
dergelijke en het zomaar neer kwakken van fietsen, niet toeneemt, en ook het autogebruik
daardoor niet toeneemt, want dan spannen we echt het paard achter de kar. Dus wel graag een
evaluatiemoment.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Mijnheer Stubenitsky.
DE HEER STUBENITSKY:
Voorzitter een onderwerp van dit plan is het toonbaar maken van de stallingen. Daai heb ik niets
op tegen. Integendeel. Daarmee laat je zien waarvoor betaald moet worden.
Het is het andere deel van het voorstel waar ik problemen mee heb. Ja ik geef toe, de
havenstalling wordt niet overdekt en er mag in alle stallingen een fooi betaald worden. Hoe anders
was de stemming in de raadszaal op 31 mei.
Voorzitter, we praten nu over het stalen ros maar er is een paar weken in Breda nog een ander
zeldzaam 'stadsdier waargenomen. Het kan harder tetteren dan een vuvuzela en is totaal
ongevaarlijk want heeft geen tanden en geen echte klauwen. Er zijn onlangs 9 van deze papieren
tijgers in Breda waargenomen. Ik vond het voorstel op 8 mei niets, ik vond het op 31 mei niets, en
ik vind het bijna ongewijzigde voorstel ook vandaag helemaal niets. Wat is nou 0,50 voor het
stallen van het stalen ros? Het zou niet eens een kostendekkende bijdrage zijn. Maar in ieder geval
een suikerklontjesbijdrage.
Voorzitter, dit voorstel is gewoon een slappe hap. Papieren tijgervoer. Dat is niks voor mij.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Ik geef het woord aan wethouder Willems.
Misschien kunt u zich beperken tot de vragen. Er zijn een paar vragen gesteld.
WETHOUDER WILLEMS:
Ja voorzitter, dat was ik ook van plan. Vandaar dat ik ook even hier blijf zitten.
Er zijn maar enkele vragen gesteld en ik wil de Babylonische spraakverwarring niet nog groter
maken.
De vraag van mevrouw Van Mourik over de opbrengsten, 25%. Wij gaan uit van een eventuele
vraaguitval 25% minder fietsen die stallen, maar dan wel uitgaande van een hogere capaciteit,
enkele honderden plaatsen meer. En dat doen we gewoon zekerheidshalve omdat het bij het begin
van zo'n proef best kan zijn dat mensen daar toch nog tegenop zien. Overigens zal naar ons idee
die weerstand wel weer afnemen als het eenmaal vanzelfsprekend is geworden. Het is natuurlijk
niet zo dat die fietsen die op straat staan overal zo maar geparkeerd mogen worden. We gaan ook,
- dat heb ik u aangekondigd handhaven op weesfietsen, slordig geplaatste fietsen, gevaarlijk
geplaatste fietsen. Dat wordt ook het beleid waarop we gaan inzetten. En dat betekent wel dat je in
de nietjes en op allerlei andere plekken in de stad natuurlijk je fiets mag stallen. Maar dan heb je
niet de service die je van een stalling hebt.
De resultaten van de pilot. Wanneer melden wij dat? Ik heb gezegd dat wij, - ook in overleg met
wat uw commissie gevraagd heeft -, op 1 november de balans opmaken. Dat betekent dat wij vrij
snel daarna u zullen laten horen wat de resultaten van de pilot zijn. Het is dus niet zo, wat de heer
Van den Berg suggereerde, dat het om een kortere proefperiode gaat dan in de eerste proef. Nee,
het blijft gewoon een proef van 6 maanden. Maar per 1 november maken we de balans op omdat
we dan een besluit willen nemen hoe we het per 1 januari gaan doen. En dan heb je dus maar een
korte tijd om een definitief besluit te nemen en dat ook voor te bereiden en uit te werken zodat per
1 januari eventueel een ander beleid in gang gezet kan worden als de huidige proef zou mislukken.
De heer Akinci vroeg nog naar de marge naar beneden en naar boven. Dat hoort eigenlijk bij
hetzelfde. Er moet inderdaad tenminste een opbrengst van zeg maar de helft van 180.000