gerealiseerd worden. En als het meer is, dan is de proef eigenlijk geslaagd. En als het minder is, meer dan 10% lager is, dan gaat de clausule in werking dat we per 1 januari tot een vast tarief Daarmee geef ik ook een antwoord op de vraag van de heer Van den Berg. Gaat het om 180.000 of om 0,30 per fiets? Nee, het bedrag van 0,30 is een inschatting van wat de gemiddelde bijdrage per fietser zal zijn. Dat betekent dat wij denken dat een deel van de fietsers 1,-- betaalt of misschien zelfs meer, en anderen misschien 0,10. Dat leidt dus tot een gemiddelde van 0,30 en daar is het bedrag van 180.000 op gebaseerd. Wordt het gemiddelde dus hoog, zeg maar 0,40 gemiddeld per fietser, dan wordt het bedrag, de opbrengst, ook automatisch hoog. De bedoeling is dat we de opbrengst realiseren die in de begroting is vastgelegd en we gaan dus uit van een gemiddelde bedrag wat de fietser zal betalen op vrijwillige basis. Ik meen dat ik daarmee alle vragen heb beantwoord. DE HEER VAN DEN BERG: Voorzitter..., MEVROUW VAN MOURIK: Voorzitter..., DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: De heer Van den Berg geef ik eerst even het woord. De heer Van den Berg. Om alle onduidelijkheid even van tafel te vegen. Dus concreet bent u op zoek naar 180.000 x 5/12 want we hebben het over 5 maanden proefperiode en dan maar hopen dat er zoveel fietsen komen dat je dat dan door 0,30 kunt delen min 10%. WETHOUDER WILLEM: Nou, ik ben wel bèta, maar ik ga uit van 1 juli tot het einde van het jaar, 6 maanden is. En het is dus een schatting van de opbrengst. En we doen juist een proef om te kijken of die klopt. En dat betekent dat wij denken dat er zoveel fietsers hun fiets gaan stallen in de stallingen. Dat is afgeleid van het huidige aantal fietsers dat gebruik maakt van de stallingen. Nu gaat het over alle stallingen terwijl in de proef eigenlijk maar van 2 stallingen was uitgegaan. We gaan nu uit van alle 6 de stallingen waar mensen de bereidheid moeten hebben om te betalen. Dus niemand wordt toegelaten als hij voor niks wil stallen. En dat betekent dat wij uit gaan van een gemiddelde opbrengst van 0,30 per fiets en dus zeg maar over een half jaar 90.000,--. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Nog een korte reactie mijnheer Van den Berg? DE HEER VAN DEN BERG: Ja, maar u zegt net: 1 november is de peildatum. Dus u gaat 1 november bepalen wat mensen in december gaan betalen? WETHOUDER WILLEMS: Ja pardon, maar ik dacht dat dit in het stuk helder stond. De proef duurt 6 maanden. Maar op 1 november maken wij de balans op hoe de proef verloopt en of dat voldoende vertrouwen geeft, - en ik heb u precies aangegeven hoe we dat meten -, voldoende vertrouwen geeft dat wij 180 000 op jaarbasis zullen opbrengen. En dat kun je op 1 november meten. Dus dan heb je ongeveer 4 a 5 maanden achter de rug. Dan heb je dus nog niet de hele proef maar dan moet je wel al het vertrouwen hebben dat de deelname aan het betaald stallen zodanig is dat de opbrengst gegarandeerd wordt die wij beloofd hebben. DE HEER VAN DEN BERG: Maar december is nou juist natuurlijk een drukke maand in de stad. Maar dat wordt allemaal gecompenseerd, dat neemt u allemaal mee in de regeling? WETHOUDER WILLEMS: j t Dat wordt allemaal meegerekend. We kennen precies de cijfers per maand van alle stallingen nu. Dus we weten hoe dat gebruik zich voltrekt. En dat gaan we natuurlijk heel goed monitoren. Maar u kunt zelf meekijken naar de opbrengst van de proef en het resultaat en zelf mee de beslissing nemen. Maar dan moet u wel voor het voorstel stemmen, natuurlijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 32