321
wilden het elftal wel schreeuwen naar die ene ultieme daad: Europees kampioen worden Ik wil het
er hier niet nog eens inwrijven, maar we zijn geen kampioen geworden. De andere dag keek ik
naar buiten en het leven ging gewoon verder.
Niets op tegen dus om in te zetten op het creëren van heel veel draagvlak voor Brabant Culturele
Hoofdstad 2018. Dat kan in ieder geval bijdragen aan de impuls die er van die kandidaatste ing
alleen al kan uit gaan. Wat natuurlijk niet betekent, dat we niet voor goud gaan. Laten we in Breda
de kandidaatstelling dan ook goed zichtbaar maken en iedereen die dat wil, erbij betrekken.
Dank u wel.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
De heer...,
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Ja.
DE HEER HARDORFF:
Mag ik een vraag stellen...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De heer Hardorff.
DE HEER HARDORFF:
aan da heer Elbertsc^
Ik heb er in mijn pleidooi voor gepleit om de financiële besluitvorming vergezeld te doen gaan van
inzicht in een verbeterde versie van het bidbook. Kunt u zich bij dat verzoek aansluiten.
?aE vol ge ns~mi j^zR het gewoon opgesloten in de procedure die we nu gaan volgen want in mijn
beleving kun je het ene niet los zien van het andere.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed, Dus: ja.
Dank u wel.
Ik geef het woord aan de heer Akinci.
Pardon, als mijnheer Kluijtmans eerder wil, is dat prima.
Ja, mijnheer Kluijtmans.
DE HEER KLUIJTMANS:
Zal ik het vanaf mijn plaats doen? En dan hoop ik dat ik wat tijd voor u win met z n allen.
Kandidaat of geen kandidaat, that's the question, waar we afgelopen maandag bij de
commissiebehandeling van dit agendapunt uitgebreid bij hebben stil gestaan.
D66 heeft aangegeven een positief kritische blik te hebben op de kandidaatstelling en daar wil ik
We z\jn positief omdat we in het voortraject hebben kunnen zien door werkbezoeken en dlve|"se
bijeenkomsten dat de effecten op de stad van de titel enorm groot kunnen zijn. Niet alleen op
cultureel, maar zeker ook op sociaal en economisch vlak, zijn resultaten te behalen waarvan het
noq maar de vraag is of het op een andere reguliere wijze gerealiseerd zou kunnen worden.
We zijn kritisch omdat we graag nog meer kansen benut zouden willen zien op een verantwoorde
wijze in dit tijdsgewricht. Zo zijn we blij met de antwoorden van het college op de artikel JJ- J^agen
waar we een aantal richtingen hebben kunnen formuleren om tot een kwalitatief beter besluit te
komen met betrekking tot de gevraagde middelen.
Zo vindt D66 het van belang dat de regio een volwaardige plaats krijgt en we zijn dan oo
benieuwd naar resultaten op dit vlak, naast de andere aanknopingspunten aangedragen door de
DarThet bidbook^ Het bid°book in concept zien wij als een startpunt waarin een aantal ingrediënten
voor de titel al zijn aangestipt maar verdere uitwerking noodzakelijk is. Zo vinden wij de rol van
wijk en dorp nog erg onderbelicht. Waar blijft de betrokkenheid van de cultuur met tussen haakjes
de kleine c? En daarnaast kunnen we ons zeker vinden in de verdere uitwerking van de Brabantse
