330 Het is bovendien, - dat zou ik dan als laatste willen opmerken in strijd met de afspraken die ik met uw raad en met uw raadscommissie gemaakt heb op dat gebied. Daar is gezegd: wij gaan over de financiële condities nog onderhandelen, wij gaan praten onder welke voorwaarden en met welke aspecten en welke elementen wij onze bijdrage beschikbaar zullen stellen, participatie van de regio, de investering in de Spoorzone, nou al die dingen zijn genoemd. Daar is niet gezegd in die brief: wij willen eerst een nieuw bidbook hebben. De wens om te praten over de invulling van die 10 miljoen wordt gerespecteerd door de stuurgroep, door iedereen. Dat is ook een wens die van Tilburg is neergelegd. Maar we moeten dat niet koppelen aan het bidboek als zodanig maar we moeten dat koppelen aan uw eigen wensen die u hebt gesteld aan uw voorwaarden, in de brief die wij als college hebben overgenomen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Een vraag nog van de heer Elbertse. DE HEER ELBERTSE: Voorzitter, wat ik mij even afvroeg, is het volgende. We gaan nu een proces in. En in die vragen die wij gesteld hebben, daar hebben we ook in gesteld, van nou ja goed, laten we eens kijken wat er ook aan projecten terug komt. Dus dat zou ook van invloed zijn op datgene wat er uiteindelijk in het bidbook komt, maar ik kan me zo voorstellen datje ergens eind augustus een moment hebt, waarin je kunt inventariseren: wat is er nou allemaal gebeurd, wat hebben we meegekregen en wat hebben we terug gekregen. En dan lijkt het mij toch wel handig voordat we het dan over het bestuursbesluit gaan hebben, dat we er dan even een soort thermometer in steken, en eens even kijken waar we zitten op dat moment. WETHOUDER WILLEMS: Dat is ook eigenlijk wat ik bedoelde, u toe te zeggen en in welke vorm dat precies is dat moeten we nog eens verder invullen. Maar dat is of een vorm van een rapportage of een document of een brief. Dat moeten we nog eens kijken hoe dat er verder uit moet zien. Maar zo n overleg, dat zeg ik u heel graag toe ter voorbereiding van de definitieve besluitvorming. Dat moet ook wel want ik heb u beloofd in ons voorstel dat we u zeg maar verslag zullen doen van de gesprekken die wij nu met de stuurgroep en met onze partners in Brabant Culturele Hoofdstad zullen hebben. Dus dat moet ik op de een of andere manier aan u terug vertellen en daar moet u op kunnen reageren. Dat is logisch want dat is de voorwaarde die u gestelde hebt om het financiële commitment uit te spreken en dus ook met de bestuursovereenkomst. Dus in die zin krijgt u precies die toezegging dat wij daar in de 2e helft van augustus met elkaar over doorpraten ter voorbereiding van de besluitvorming. En ik zal in overleg met u daar de beste vorm voor zoeken. En daar hoort dus ook bij hoe ziet dat proces rond het bidbook op dat moment er uit. Waar zitten we? Welke dingen zijn al te melden? Waar zitten we nog midden in? En hoe gaat dat proces van de definitieve afronding van dat bidbook er precies uitzien? Dan hebben we die timetable natuurlijk ook. Dan weten we ook pas, - en dat weten we nu nog niet -, hoe bij al die partners de besluitvorming is afgerond. Wat daar zitten we nu nog een beetje over te speculeren. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Kunt u tot een afronding komen? WETHOUDER WILLEMS: Ik dacht dat ik alles gehad had, voorzitter. Nog een opmerking naar de heer Stubenitsky toe over het draagvlak. Daar hebben ook anderen nog iets over gezegd. In wezen kun je zeggen: het draagvlak van de Bredase bevolking wordt zichtbaar in de meerderheden en de minderheden in deze raad. En dan bent u wellicht een minderheid als u zegt: er is geen draagvlak. Maar dat is raar want u was een van de grote voorstanders daarvan. Dat het in de stad nog onvoldoende leeft, zoals u zegt, dat ervaar ik niet, maar ik kom misschien weer op andere plekken dan u. En ik denk dat we, wat dat betreft, ook de tijd hebben om dat draagvlak verder te ontwikkelen. Als ik zie, hoe we er vanuit het culturele veld op alle mogelijke manieren, amateurs, interessante nieuwe initiatieven, professionals, de grote instellingen, iedereen op een hele enthousiaste manier, minstens zo enthousiast als bij de medewerking aan de Cultuurnacht, ook probeert mee te werken aan het programma, dat daar al op voorsorteert, ik had gisteren al een uitgebreid gesprek met dansgroep De Stilte, die is al de hele programmering op 2018 aan het richten. Internationale programmering. Dus ik herken dat niet. Ik zie dat dat draagvlak er heel erg is. Het is misschien niet zo zichtbaar omdat er natuurlijk nog niet overal een stempel Culturele Hoofdstad op staat. En dan kunt u zeggen, u had het maar op uw briefpapier moeten zetten. Dat erken ik, dat zou ik hebben kunnen doen, dat heb ik niet gedaan. Ik dacht niet dat dat het belangrijkste was. Maar ik heb wel mijn uiterste best gedaan om dat draagvlak te verbreden. En ik moet u eerlijk toegeven dat in de rest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 47