DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Darik u wel.
Heeft iemand anders nog...;
De heer Stubenitsky nog.
DE HEER STUBENITSKY:
Ja voorzitter, dat de kunstwereld, De Stilte e.d., op de hoogte is, dat is logisch. Maar de normale
Bredanaar die toch per inwoner 58 euro moet bijdragen, - en ik spreek heel veel mensen uit alle
kringen -, die weten er nauwelijks iets van. Als de heer Akinci, of anderen, met hele goede plannen
komen en mij kunnen enthousiasmeren, dan kom ik terug. Maar nu haak ik af.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u.
DE HEER AKINCI:
Een laatste interruptie in de richting van de heer Stubenitsky nog, als het mag. Ik wil daar absoluut
mijn best voor doen maar het liefst doe ik het nog samen met u.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Nou, dat vind ik wel een mooie handreiking. Toch?
Nog iemand in 2e termijn?
De heer Elbertse.
DE HEER ELBERTSE:
Een korte opmerking. Ik ga de heer Akinci steunen.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Niemand vergeten?
Dan geef ik het woord, als het kan kort, aan wethouder Willems.
WETHOUDER WILLEMS:
Ja voorzitter, heel kort.
Sommigen, vooral de heer Hardorff, hebben gevraagd om nog eens precies weer te geven wat nu
mijn toezegging was. Ik herhaal eigenlijk precies uw eigen woorden. Wij willen dat er een verhaal
komt wat overtuigt. De versie 1.0 was een startpunt van de discussie. We inventariseren nu wat er
vanuit de verschillende partners, maar ook vanuit het veld, daarop afgekomen is en dat moet
verwerkt worden. En ik ben het met u eens dat wij dus eind augustus, de 2e heft van augustus,
een vorm moeten vinden om de stand waarin we dan zijn met verwerking van al die commentaren
en de reacties en ideeën met u te delen. Daar ga ik een vorm voor zoeken samen met degenen die
het bidbook maken natuurlijk. Ik doe u dan ook verslag van wat het opgeleverd heeft, van wat wij
u beloofd hebben in het collegevoorstel ten aanzien van de financiële randvoorwaarden. Want daar
gaan we natuurlijk ook over praten. Dat hebt u ook uitdrukkelijk aan ons gevraagd.
En ik ga u dus ook melden hoe in de verschillende steden het besluitvormingsproces dan verlopen
is en hoe daar de gevoelens zijn over de verdere samenwerking en de inhoud. Dat is het pakket
wat wij eind augustus aan u kunnen geven voordat u als raad uiteindelijk de besluitvorming over
de financiële bijdrage kunt nemen.
Het idee van een bijeenkomst is al genoemd. Het zou inderdaad ook een vorm kunnen zijn. U heeft
zelf al gevraagd: wij zouden ook graag met de provincie willen praten. Gisteravond heeft ook de
Commissaris van de Koningin gezegd: met alle plezier kom ik in de 2e helft van augustus naar
Breda toe om met u ook dat gesprek te voeren en ook te laten zien waar we dan staan. Dus dat
beloof ik u en daar zal ik met de griffie en met de commissie een afspraak over maken.
Tenslotte zei u dat ik namens de stuurgroep sprak. Nee, ik heb gezegd wat ik uit de stuurgroep
voor reacties heb gekregen en dat ik daar het Bredase verhaal verteld heb. Maar dat ik ook
gehoord heb wat er uit anderen gekomen is, zowel van de provincie, van de gedeputeerde, van de
commissaris, maar ook van Martijn Sanders en van de andere wethouders die allemaal in de
stuurgroep zitten. Daarvan heb ik u even deelgenoot gemaakt. Maar ik heb daar natuurlijk in het
verhaal gezeten om het verhaal wat wij hier met elkaar gewisseld hebben om dat daar uit te
leggen en daar steun voor te krijgen. En ik heb geproefd dat die steun er ook kan komen, dat er
bereidheid is om daar met elkaar het gesprek in de komende weken, de komende 2 maanden, aan
te gaan. Daarvan zal ik u de uitkomst laten weten.
Tenslotte...,
DE HEER HARDORFF:
Even heel kort een interruptie.