351
MEVROUW VAN BEEK:
Ja, dank u wel.
Nog even een opmerking hierover.
Sowieso goed ook dat u op onderzoek bent uitgegaan in de stad. Ik wil er wel even aan herinneren
dat er een motie door u is ingediend, en door ons ook is gesteund, om die stapelingseffecten nou
eens goed uit te zoeken. En we hebben gezegd dat ook door een professionele organisatie te laten
doen. Dus dat heeft het NIBUD gedaan. En als ik het NIBUD lees, kom ik toch tot andere
conclusies. Dan staat er wel: iedereen gaat er op achteruit. Dat is in deze tijd. Maar we moeten
ook wel concluderen dat Breda een heel fatsoenlijk armoedebeleid heeft.
Er zijn wel een aantal zaken waar ze op wijzen. Die hebben meer te maken met ook het
doorvoeren van de huishoudtoets. Die toets komt er nu niet, zoals u weet. Dus ik vraag me af of
het nu niet wat overhaast is om nu toch al conclusies te gaan trekken. Is het niet beter om
bijvoorbeeld het NIBUD uit te nodigen bij het kaderstellend debat wat we gaan krijgen, en met het
NIBUD te bespreken van wat is nou echt, hoe de situatie nu is, hoe kijkt u nu aan tegen het
Bredase armoedebeleid.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Mevrouw Haagh.
MEVROUW HAAGH: J J
De inleiding die u doet, staat in onze notitie. Want het NIBUD onderzoek laat inderdaad zien dat er
een heleboel goed is aan het Bredase armoedebeleid. Daar zijn we ook blij mee en hartstikke trots
op Want het staat toch nog stevig in de steigers. Maar er zijn een aantal groepen die er kwetsbaar
uit komen. En als u het stuk goed gelezen zou hebben, dan hebben we die dingen er uit gehaald
die niet beïnvloed worden door het Kunduz akkoord. Dus juist gezinnen met oudere kinderen die
volgens NIBUD ook wat slecht uit de..., die hebben we er ook uit gelaten, die ziet u in onze
voorstellen ook niet terug. U ziet in onze voorstellen die dingen terug waar een verandering van
het kabinet in Den Haag niks aan verandert, en waar de mensen in de stad, die groei bij de
Voedselbank, gewoon niet stopt als je daar niks aan doet. En dat zijn die mensen met die jonge
kinderen en dat zijn de 65 plussers. En dat is waar we onze voorstellen op gericht hebben. De rest
ziet u in onze voorstellen van vanavond niet terug. Dus daar hebben we rekening mee gehouden.
Maar misschien mag ik ze even indienen want anders is mijn tijd straks voorbij.
MEVROUW VAN BEEK:
Ik wil eigenlijk er nog een vraag over stellen als dat mag.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Nog een korte vraag.
MEVROUW VAN BEEK: u.
U geeft aan: een aantal elementen hebben we er inderdaad uit gepakt. Maar misschien is dat nou
juist wel het probleem dat we nu dus eigenlijk gaan shoppen in een paar dingen en zeggen, daar
gaan we nu naar kijken terwijl je volgens mij het armoedebeleid alleen maar in zijn integraliteit
echt goed kunt bekijken. Pas dan kun je ook echt goed effecten zien. En dat heeft te maken met
armoedebeleid, maar ook met het re-integratiebeleid. Dus dat heeft ook een hele duidelijke
koppeling, maar ook tussen alle combinaties van de regelingen. Dus nu zegt u: ik weet dat er een
aantal onzeker is, maar ik pak er toch een aantal elementen uit. Vindt u niet dat dat dan ten koste
gaat van de integraliteit?
MEVROUW HAAGH:
Ja, u heeft het over shoppen in papier. En u heeft het over vergaderen. En dat stelt mij teleur. Als
we nog eens goed kijken naar Breda denkt mee en wat daar naar voren is gekomen, met vragen
voor kwetsbare mensen, wat zich dagelijks voordoet, daar was u allemaal bij. Die afgelopen 3
maanden, die gesprekken die we gehad hebben, daar bent u niet bij geweest, daarvan heeft u ook
alleen het verslag gelezen. Maar ik heb het niet over shoppen uit dingen, uit verslagen, ik heb het
over de gesprekken met de mensen en de dingen die de mensen hard raken. En daar kijken we
naar en daar zijn die voorstellen op gebaseerd. En daar wil ik ook het liefst vanavond heel graag
inhoudelijk met u over praten.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Ik wil hiermee...,
Ik zal de moties voorlezen.
