355 geval de mogelijkheden te verkennen van inzet van het investeringsfonds revitalisering bedrijfslocaties. Motie 11. Dat had ik nog niet gezegd geloof ik. MEVROUW VAN BEEK: Als er geen interruptie komt, dan ga ik verder. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Goed. Ja absoluut wel. Want dan geef ik eerst het woord aan de heer Van den Berg want die zit te popelen, denk ik. DE HEER VAN DEN BERG: Nou ja goed, dat valt wel mee. Even een paar moties terug, de motie Buurthuis van de toekomst. Dat impliceert dat we ook buurthuizen in het verleden hebben gehad. Volgens mij hebben we er daar net een paar van op slot gedraaid. Dus wat was daar nou precies mis mee dan? MEVROUW VAN BEEK: Waar het om gaat, is dat we zien dat er solitaire buurthuizen waren die de exploitatie niet rond kregen. Er waren ook heel veel uren waarop er geen activiteiten waren in zo'n buurthuis. Het mooie is datje ziet dat er nu maatschappelijke organisaties zijn die zeggen: ja wij hebben hier vastgoed, dat is open, overdag heeft dat ook een bestemming, bijvoorbeeld onderwijs, maar dat zijn hele mooie ruimten en die kunnen we ook heel goed in de avonduren open stellen. Dat kan ook voordelen hebben doordat het ook tot een kruisbestuiving leidt. Zoals je bijvoorbeeld kijkt naar sportverenigingen, als daar bijvoorbeeld ook ouders komen van kinderen die daar niet sporten, die kunnen ook zien hoe de sportvereniging georganiseerd is en dat kan ook weer stimuleren om die jongeren weer te laten sporten. En het andere grote verschil is dat dit echt initiatieven zijn die vanuit de maatschappij zelf komen. Dus waar het CDA niet voor pleit, is om nu zelf accommodaties te gaan aanwijzen, van dat moet het Buurthuis van de toekomst worden. Waar het ons om gaat, is dat wij initiatieven zien waar men een wijkfunctie wil ontwikkelen, en waar we van zeggen: ga nou eens kijken wat voor randvoorwaarden daar eventueel voor nodig zijn. Is het inderdaad zo makkelijk om die bestemming dan ook te kunnen geven? Of hoe zit het dan bijvoorbeeld als je gebonden bent aan bepaalde openingstijden? DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. De heer Ernst. DE HEER ERNST: Dank u wel, voorzitter. Even over de motie winkelcentrum de Berg. U heeft al gehoord in mijn bijdrage dat wij ook toetsen op eigenlijk scenario's. En dat wij zeggen: beslis nu niet maar laten we nou integraal besluiten bij de begroting. En dat is tweeërlei. Dat is volgens mij even om uw dekking. Want u zegt revitalisering. Maar wie weet zijn er direct projecten die in concurrentie zijn. En dat geldt natuurlijk ook voor het bedrag. Ik bedoel: het kan best zijn dat er straks heel veel voorstellen zijn of heel weinig geld. Is dan bijvoorbeeld een ander scenario voor u ook bespreekbaar? Want dat komt niet helemaal in de motie naar voren. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: De motie vraagt dan eerst natuurlijk om het uitwerkingsplan want daar begint het mee. Maar daar zijn wel naar onze mening wat verwachtingen voor gewekt inmiddels. Dus dat betekent datje toch in een stadium bent terecht gekomen dat je dat met elkaar moet onderkennen. Dat betekent niet dat wat ons betreft, dat altijd die 1,4 miljoen hoeft te zijn. Als er andere voorstellen liggen, waaraan ook private partijen willen meewerken, die net zo goed ook een bijdrage leveren en eigenlijk een impuls kunnen geven aan de Berg, dan is dat natuurlijk ook bespreekbaar. En ik kan me voorstellen dat die uitwerkingen, dat dat een uitwerking kan zijn die voorligt, maar ik kan me ook voorstellen dat het meerdere uitwerkingen zijn die voor liggen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: De heer Akinci. U was toch...,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 19