363 bezuinigd. Zonder dat daar overleg met ons over geweest is. Dus ik denk dat het u toch moet steken als u die motie ingediend heeft en ook zegt: het is genoeg geweest. DE HEER DE BEER: Ik ga er van uit dat de maatregelen die we toen hebben afgesproken, gewoon goed worden uitgevoerd. En ik heb vanuit die bedragen niet een aanleiding om te zeggen dat die instrumenten niet goed zijn toegepast. Als iemand recht heeft op langdurigheidstoeslag, dan krijgt hij de langdurigheidstoeslag. Als iemand recht heeft op de baanbonus, dan krijgt hij de baanbonus. MEVROUW HAAGH: Maar ik heb u wel goed begrepen dat u eigenlijk wel zegt: die miljoen was voldoende voor het armoedebeleid en daar moet niks boven op komen? Dat signaal heb ik goed gehoord? DE HEER DE BEER: Die balans die wij vorig jaar hebben bereikt, daar wil ik niet aan tornen. Dat is precies de reden waarom ik vanavond ook geen moties van die strekking zal gaan steunen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Van Beek. MEVROUW VAN BEEK: Voorzitter, u vraag eigenlijk naar aanleiding van de discussie die net gevoerd werd, of de heer De Beer het ook niet juist positief vindt dat er misschien minder van het armoedegeld wat bestemd was, minder nodig is geweest omdat er ook minder een beroep is gedaan op die uitkeringen? DE HEER DE BEER: Wat zo prachtig is geweest van al die debatten die we daarover hebben gehad, - en die waren ook nodig want armoede is een serieus punt waar we heel veel aandacht aan hebben besteed -, en terecht, afgelopen 2 jaar in al die debatten. En wat ik zo mooi vond, is dat het armoedebeleid zeg maar niet meer vereenzaamt als een soort apart beleidsveld maar dat je armoedebeleid in relatie tot re-integratie ziet. Dat vind ik de grote winst die we vorig jaar hebben behaald en die wil ik heel graag vast houden. Ook in het najaar. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Ik denk dat er verder geen interrupties meer zijn. Dan geef ik nu het woord aan de heer Akinci. Mijnheer Akinci. Iedereen wacht er toch op dus dan zeg ik het maar gewoon. DE HEER AKINCI: Ik praat wel. Voorzitter, deze Voorjaarsnota is helder, realistisch en kent een paar duidelijke speerpunten voor het komende jaar. Wonen, zorgen dat met tal van instrumenten het woningaanbod in Breda beter aansluit op de vraag. Leren, zorgen dat alle inwoners van de stad werk vinden om in hun bestaan te kunnen voorzien en dat iedereen zijn of haar kansen kan pakken. Werken, een economie die dynamisch is, banen creëert en bijdraagt aan een uitdagende stad. En bereikbaar, milieuvriendelijke mobiliteit waarmee we de stad van het slot af halen. De beleidsdoelen voor 2013. Goed en helder omschreven, en dat terwijl we mondiaal te maken hebben met een kwakkelende economie en falend Europees leiderschap. Onze complimenten aan het college. En daar zou ik het dan bij kunnen laten. Er is immers voetbal op televisie vandaag. Maar daar kent u me te goed voor. Want als aanvulling op de Voorjaarsnota wil ik nog op 3 punten ingaan. En laat ik beginnen met Groen. Want GroenLinks is niet alleen voor financiële duurzaamheid. Wij zijn in eerste instantie vooral voor duurzaamheid op het gebied van milieu en groen in de stad. Die dingen gaan, wat ons betreft, ook hand in hand. Maar voorzitter, die transformatie van het groen de afgelopen jaren heeft in de stad ook wel wat commotie opgeleverd. En om de schuld nou maar niet aan Den Haag te geven, maar de haagjes rond de singels waren een van de discussiepunten. We hebben het daar al eerder over gehad in de commissie. Een advies van de commissie Ruimtelijke kwaliteit op het weg halen van die haagjes was eigenlijk: prima, daar herstel je het historisch karakter mee, maar plant er dan ook op termijn een dubbele bomenrij aan. Een vraag aan de wethouder of hij inzicht kan geven in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 27