378
betrekken bij al die onderwerpen die op het ogenblik aan de orde zijn. En dat zijn er nogal wat.
Daarnaast hebben wij veel bijeenkomsten, informatiebijeenkomsten, die we organiseren om u juist
mee te nemen in allerlei ontwikkelingen, om ook additionele informatie waar u zelf om vraagt, te
geven. Bijvoorbeeld de commissie Structuurvisie heeft ook zelf allerlei onderwerpen aangegeven
waar zij op bijgepraat wilde worden voordat uiteindelijk debat wordt gevoerd of keuzes worden
gemaakt. En het college is graag bereid om al dat soort extra informatie, die extra kennis en ook
sprekers die zeer kundig zijn en in feite nationale kenniscentra zijn, om die daarvoor uit te
nodigen. En als laatste wil ik ook nog benadrukken dat we dat...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter...,
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
De heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
De wethouder legt precies de vinger op de zere plek. Want hoe hij het nu invult, is het een soort
passieve informatieplicht: als de raad vraagt, dan draaien wij. Maar het gaat mij juist ook om de
pro actieve kant van de informatieplicht, dat er ook pro actief informatie met de raad gedeeld
wordt omdat dat gewoon beleidswerk is of interessant is voor de raad om kennis van te hebben.
Dat stukje mis ik.
WETHOUDER ARBOUW:
Mijn stelling is dat het en, en is. Dat is ook de reden waarom we ook bijvoorbeeld heel veel
vertrouwelijke bijeenkomsten georganiseerd hebben. Daar bent u nooit zo'n voorstander van, en
dat snap ik ook wel, maar in het huidige economische tij waarin het financieel en juridisch echt
spannend wordt, is het wel belangrijk dat u ook, ondanks dat er dagelijks onderhandelingen op
stedelijk niveau plaats vinden, dat u wel als gemeenteraad ook elke keer bijgepraat wordt en
betrokken bent en weet waar het college in opdracht van u mee bezig is. Daarvoor zijn ook
bijvoorbeeld die vertrouwelijke bijeenkomsten. Dus is het ook belangrijk dat alle raadsfracties, als
het gaat om openbare bijeenkomsten, vertrouwelijke bijeenkomsten, ook participeren, aanwezig
zijn, zodat zij ook betrokken zijn bij de verschillende onderwerpen en ook snappen als er bepaalde
conclusies later in de openbaarheid met u gedeeld worden waar die dan vandaan komen en hoe dat
in de historie opgebouwd is.
Voorzitter, dan zijn er 2 moties waar ik even op in wil gaan.
Dat is de motie van GroenLinks over de Stedelijke Programmering. Kijk, eens als het gaat om het
appel vanuit de gemeenteraad om te kijken wat in deze hele lastige situatie, waar we natuurlijk
toch in zitten, waarin de Wet Ruimtelijke Ordening natuurlijk leidend is en waar we rekening mee
moeten houden, dat we zoveel mogelijk moeten proberen alle partijen bij elkaar te brengen, als
het gaat over te komen vanuit verschillende posities die partijen hebben, of het nou gaat om
vastgoed of het nou gaat om grond, tot een soort van opschoning enerzijds, bijvoorbeeld
plancapaciteit die uit bestemmingsplannen moet, en anderzijds er voor te zorgen in die stedelijke
programmering dat de juiste woning op de juiste plek komt op het juiste moment. En hetzelfde
geldt voor een prioriteit op het gebied van detailhandel, op het gebied van kantoren. Maar het is
natuurlijk wel heel erg weerbarstig en de juridische positie van de gemeente is bij dit soort zaken
natuurlijk ongelooflijk belangrijk, datje dat wel heel verstandig inzet. En dat is ook de reden
waarom van al die projecten die we in de stedelijke programmering geanalyseerd hebben op basis
van kwaliteit en marktvraag, huidig en toekomstig, van waar zijn nou die ombuigkansen, waar zijn
nou die bijstelkansen en we daar dus ook op inzetten. En dat we ook gekozen hebben dat we
ingrijpen op de natuurlijke momenten. Dat is bijvoorbeeld op een moment dat een partij niet in
staat is om iets te ontwikkelen. Dat is bijvoorbeeld ingrijpen op een moment dat een vergunning,
geen gebruik gemaakt is van een omgevingsvergunning. Dat is bijvoorbeeld op het moment dat we
een bestemmingsplan opnieuw gaan opzetten. Dat zijn die natuurlijke momenten waarin het ook
heel logisch is dat je met partijen in debat gaat om te komen tot een omvorming, tot het weg
halen van capaciteit om uiteindelijk onze doelstellingen in de stedelijke programmering die we met
elkaar hebben afgesproken, ook te bereiken. En dat is ook de reden waarom je dat in de timing
goed moet doen.
En als het dan gaat over, zoals hoe u uiteindelijk het eerste dictum heeft geformuleerd, zou dat
een mogelijke uitkomst kunnen zijn als je met verschillende partijen kijkt van zijn er kansen om
dingen bij elkaar te brengen. Tot nu toe is ons idee toch wel dat de gemeente, de lokale overheid,
haar verlies op heel veel punten al gepakt heeft, misschien nog niet genoeg maar wel behoorlijk
aanzienlijk, het gaat over aanzienlijke bedragen, en dat tot nu toe de marktpartijen nog niet zo
gemakkelijk bewegen en dat ze verkregen rechten niet zomaar los laten en dat men probeert om