384
Tot zover.
Voorzitter...,
DE HEER VAN LUNTEREN:
Voorzitter, die vraag hoef ik dan niet meer te stellen en dat scheelt.
Maar de andere vraag is: er was hard toegezegd bij het afsluiten van die alliantie dat die bijlage
met alle sloopideeën nog eens een keer bijgesteld zou worden en dat die bijlage, en dat is
toegezegd en ik begrijp nu dat dat aan de markt wordt overgelaten en dat we geluk moeten
hebben wanneer er eens een keer een sloopplannetje niet door gaat.
Ergens strookt dat niet helemaal met wat we eerder hebben gewisseld en het strookt niet helemaal
met de ambities in het hele coalitieakkoord. Dus ik ben nog niet helemaal blij met de antwoorden
van de wethouder.
WETHOUDER BERGKAMP:
Voorzitter, dat zijn 2 verschillende onderdelen, of het strookt, of dat u blij bent. Want het strookt
namelijk wel. Ik heb al eerder aangegeven dat de bijlage waar we ooit over gesproken hebben,
daar stond de Zaart nog in ten onrechte en dat zou worden bijgesteld. Die regel moest er uit. Dat
is een.
En twee is: wat ik heb aangegeven, is dat we werkendeweg kijken of er aanleiding is om op het
gebied van slopen tot herbezinning te komen. Dat is de lijn die we hebben uitgezet. Dat heeft
onder andere geleid tot een aanpassing van de plannen in de Wensel Cobergherstraat. Ik heb
begrepen met instemming van uw partij. En ook van anderen. En ik sluit niet uit dat we
werkendeweg naar dat soort bijstellingen komen. Maar er is nu niet een generieke actie
afgesproken, toegezegd, door de wethouder toegezegd, om laat ik maar zeggen, alle sloopplannen
nu nog eens tegen het licht te houden. Die is er niet en langs die lijn werk ik dus ook niet.
Voorzitter, ik kijk nog even naar de moties die er liggen en waar ik een reactie op moet geven.
De motie over de sporthal die ingediend is, stemt overeen met, naar mijn idee, al een eerdere
toezegging om in september met een uitwerking te komen rondom de afspraken en de gesprekken
die we ook met het ROC aan het voeren zijn. Overigens geeft die le verkenning aan dat er
minstens nog 1,5 tot 2,5 miljoen tekort is wil je tot een realisatie komen. Daar ga ik u over
informeren na de zomer. We zoeken op dit moment naar mogelijkheden om dat gat te dichten en
ik kom dus na de zomer met een totaalbeeld en laat de besluitvorming daarover dan vervolgens
aan u. Dat zullen we doen. Dus ja, om het maar zo te zeggen.
Als het gaat om parkeren aan de Galderse Meren, waardeer ik de vasthoudendheid van Breda 97
op dit punt. Maar we hebben daar in deze raad al een aantal keren over gesproken met
voorstellen. Het college ziet geen aanleiding om de voorstellen die er nu liggen, waarin een
aanpassing is doorgevoerd, om die te wijzigen. En u weet ook dat er een voorstel aan komt als het
gaat om een aantal varianten om met u in gesprek te gaan over al dan niet verdergaande stappen
rondom de Galderse Meren. Dus wat het college betreft, is er geen aanleiding om de plannen daar
nu te herzien en de motie wordt dan ook ontraden.
En wat betreft het opknappen van de inloopstraten, is toegezegd om een overzicht te maken, te
geven, van de totale onderhoudsportefeuille. En het college wil niet vooruitlopen op uitspraken
rondom het investeringsbudget. Dus alleen daarom al, met sympathie voor het idee, - want ja, in
het kader van het onderhoud is er nog wel wat te doen -, maar alleen daarom al, ontraden we ook
die motie.
En wat betreft Wonen boven Winkels voorzitter, waar we moeite mee hebben, is nu ook weer een
uitspraak doen over de financiering. Maar waar we geen moeite mee hebben, is een toezegging
rondom een evaluatie en een plan van aanpak. Volgens mij is dat al een keer gedaan en dat wil ik
dan nog een keer herhalen. Wij komen na de zomervakantie terug met een evaluatie, stand van
zaken, evaluatie en ook met een aantal voorstellen rondom het continueren van het Wonen boven
Winkels. En dan is het aan u om te praten over het financiële kader wat daar bij hoort.
DE HEER DE BEER:
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Dank u wel.
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER:
