397 de nieuwe ambities. En dat het niet alleen moet gaan om wat misschien de dingen zijn die we ooit deden en laten we dat maar weer terug draaien. Voorzitter we zijn blij gestemd over ons concept Buurthuis van de Toekomst. Ik denk dat het college daar inderdaad de juiste uitleg aan heeft gegeven. Het gaat om het inspelen op nieuwe initiatieven: niet denken vanuit de onmogelijkheden maar vanuit de mogelijkheden. Er is door partijen ook gevraagd naar die sociale ambitie. Ik denk dat die in de hele samenhang gezien moet worden. Als het gaat om bijvoorbeeld sociaal en zorg, kan dat ook sport zijn. Dat zorgt er ook voor dat kinderen gezond blijven en mogelijkheden krijgen om te bewegen. Dus ook dat is volgens mij een ambitie die daarbij past. Het gaat ook om bijvoorbeeld voor mensen ervoor zorgen dat er voldoende werkgelegenheid is en daar past zo'n motie over de bedrijfshuisvesting bij. Dus ik denk dat het er ook om gaat dat je het in een wat breder perspectief moet zien. Wat dat betreft, vind ik het jammer dat toch heel erg het debat soms lijkt te gaan alsof het maar om een ding kan gaan en dat is alleen maar die armoederegeling. Het gaat juist om een breder perspectief en wat je daar mee kunt bieden. En dan zie ik dat in deze Voorjaarsnota daar heel veel aanzetten worden gegeven en dat er ook een aantal moties voor liggen vandaag die die ambitie nog verder kunnen versterken. Een aantal vragen en reacties nog op moties. De motie over het Evenementenbeleid. Begrijp ik het goed dat het niet alleen gaat om de grote evenementen maar ook om wat kleinschaligere evenementen die misschien ook heel erg bij de stad Breda en de dorpen er omheen passen? Dan wil ik even ingaan op de moties over het armoedebeleid. We hebben eigenlijk al aangegeven in de vragen dat wij echt vinden dat je dat in een heel breed perspectief moet kunnen bekijken. Wij kunnen dat op dit moment niet inzien. Wij hebben het liefst dat het NIBUD zelf komt uitleggen wat de nieuwe situatie nu betekent zodat we met elkaar ook heel goed die afweging kunnen maken, datje het ook in zijn integraliteit kunt zien dat het gaat om die combinatie ook van re-integratie en de armoederegelingen. U heeft gelijk dat dat niet op AOW betrekking heeft maar dat heeft wel ook met het hele brede palet te maken. En het NIBUD onderzoek staat nou eenmaal geagendeerd na het zomerreces en daar heeft mevrouw Haagh zelf om gevraagd. Dus het lijkt ons beter om dat aan te houden. Dat wil nog niet zeggen dat we daar ook, we willen daar echt met heel veel zorgvuldigheid naar kijken, ik wil ook niet zeggen dat we geen van de voorstellen zouden kunnen steunen, dat weten we nog niet. Dat moeten we vanuit de integraliteit gaan bekijken. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, mag ik toch even een interruptie plaatsen bij mevrouw Van Beek? DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Mijnheer Hardorff. DE HEER HARDORFF: Zij heeft het over procedures, over brede aanpakken, over multiplyers, we hebben de hybndes al gehad, die scenario's. Het is allemaal van die ambtelijke taal, terwijl uiteindelijk datgene waar we mee bezig zijn geweest de afgelopen maanden, gewoon praten is met mensen in de stad, praten met de budgetcoaches, praten bij het IMW, praten bij de Voedselbank. Hoe komt het dan dat een partij als het CDA zich zo verschuilt achter procedures en ambtelijke taal in plaats van gewoon nu te kijken naar die voorstellen die een weergave zijn van wat er nu leeft in de stad? Zou het u juist niet heel erg sieren als u dat eens even niet doet, dat schuilen achter die procedures, maar gewoon kijkt naar de inhoud van die moties die niet voor niks tot stand zijn gekomen? MEVROUW VAN BEEK: Het CDA verschuilt zich niet achter procedures en al helemaal niet achter ambtelijke taal. Wat wij ook juist doen, is kijken wat wij zien gebeuren in de Bredase samenleving. En dan zien wij gewoon hele positieve dingen gebeuren. Vandaar ook ons voorstel bijvoorbeeld voor dat Buurthuis van de Toekomst, wat ook aansluit bij initiatieven die er zijn. Dus ik denk dat je ook dat vanuit een breder kader moet zien. Ik vind het gewoon geen recht doen nu aan het armoedebeleid wat we hebben in Breda en ook aan de mensen die het moeilijk hebben. Daar vind ik het nu geen recht aan doen om nu te zeggen van en zus en zo gaan we het doen en we willen het niet in dat bredere kader bekijken. Je gaat een van de regelingen treffen en misschien heeft dat ook wel zijn gevolgen voor de rest van het armoedebeleid, misschien heeft de regeling die u voorstelt voor de AOW, wel effect op andere zaken in het armoedebeleid, misschien op de kinderen. Ik denk datje die zaken toch goed naast elkaar moet kunnen afwegen. DE HEER HARDORFF:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 61