404 DE HEER AKINCI: Ja. MEVROUW VAN BEEK: Oké, want dat is inderdaad, dan gaf ik aan dat ik daar niet op had gereageerd. Maar dat had dan ook te maken met hoe ik daar tegen aan kijk. Bent u van mening, en dat spreekt daar een beetje uit, hoe wij daar over denken, maar bent u van mening dat daar een rol voor de gemeente in is weg gelegd? DE HEER AKINCI: Volgens mij wordt dat nou net in die motie ook niet gevraagd, hooguit sturen we andere mensen op pad. Het is ook een heel simpel uit te voeren motie want je belt even met Avans en kijkt of zij interesse hebben. Maar ik vind het allemaal te flauw want er wordt hier een probleem aangekaart wat volgens mij best voor mensen speelt. Ik weet niet of je dat alleen in digitale netwerken moet gaan zoeken maar ook gewoon in analoge netwerken, hoe kun je dat versterken. Ik had alleen zo graag, en dat blijf ik met dat hele pakketje PvdA gewoon heel lastig vinden, ik had hier zo graag een hele avond alleen maar over deze problematiek met u gepraat en als ik zeg ik had dat graag gewild dan was het nog meer college Koger die dat heel graag had gewild, omdat er een heleboel dingen te zeggen zijn over die zaken, bijvoorbeeld over AOW wel of niet, maar ik wil dat niet in het bestek hiervan doen. Ik had dat heel graag allemaal tijdens die kaderstellende notitie gehad. Dus ja, ik wilde eigenlijk toch vragen ofu dit pakketje niet echt daar naar toe wilt parkeren omdat ik dan serieus met u erover kan praten. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, mag ik toch even een vraag stellen? DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Ja. Mijnheer Hardorff. DE HEER HARDORFF: Want dat kaderstellend debat dat hebben wij over re-integratie, als je het dan zo breed trekt als jullie het willen trekken. Dat hebben wij eind augustus. Echter begin september ligt de concept begroting al op onze deurmat. Dus heeft u ook niet de indruk dat juist voor dit soort zaken, wanneer je daar al een soort richtinggevende uitspraak over doet als raad, dat men in het maken van de begroting de komende weken daar in ieder geval al rekening mee kan houden in plaats van dat u vindt dat u op het allerlaatste moment iets moet gaan amenderen wat misschien veel lastiger is. Want die tijdspanne is natuurlijk heel erg kort om die begroting te beïnvloeden. DE HEER AKINCI: Ja, maar u snapt toch wel hoe ik me voelde toen ik de wethouder zojuist horen zeggen daar waar ik'in eerste instantie van uitging, het heeft allemaal niet zo heel veel consequenties om het te verplaatsen tot na de zomer, nogmaals, dat was niet ons initiatief, om nu te zeggen van ja maar dan ligt er al wel, dan liggen een aantal zaken al wel veel meer vast. Ja, toen hoorde ik in mijn rechter oor ook even iemand iets mompelen wat ik hier niet in het openbaar kan herhalen, omdat wij daar juist graag meer sturing aan zouden hebben willen geven. Ja, dat had tijdens dat kaderstellend debat moeten gebeuren. En dit klinkt allemaal heel procedureel en dergelijke en zo wil ik het helemaal niet zeggen. Het is aan de raad, het was aan de raad en het blijft aan de raad, maar ik wil daar wel in zijn volle integraliteit over al die zaken en de betekenis van een aantal van die voorstellen die u doet, wil ik gewoon breed praten en dat kan niet op basis van een pakketje van 5 ideeën in het bestek van een veel bredere discussie over de Voorjaarsnota. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Goed, het is duidelijk. DE HEER HARDORFF: Maar misschien toch even een handreiking in de richting van de heer Akinci. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Mijnheer Hardorff. Tot slot dan. DE HEER HARDORFF: Want wij gaan daar natuurlijk eind augustus sowieso over praten, die kans zullen wij zeker niet voorbij laten gaan. Maar wij vragen op een aantal punten om uitwerking zodat wij weten wat de financiële consequentie is als we er bij de begrotingsbehandeling mee akkoord zouden gaan. Tegen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 68