342
socialistische heilstaat te proeven. Omdat ik daar dan toch ben, ga ik ook eens kijken in Krakau.
Dat was in 2000 Culturele Hoofdstad van Europa. Normaal ga ik tijdens mijn vakantie niet naar
steden of toeristische trekpleisters. Ik zoek met mijn caravan liever plekken met zo min mogelijk
drukte. Maar naar Krakau ben ik benieuwd. Met 750.000 inwoners kwam het, net als Breda, als
een van de weinige steden in Polen ongeschonden de Tweede Wereldoorlog door. Qua
infrastructuur werd er met kwalificatie Culturele Hoofdstad grote voorsprong beoogd; een
vergelijkbare startpositie. Ik ga eens horen en zien hoe het daar allemaal is beleefd en of er nog
wat is verbeterd door die meerwaarde en of de titel Het Florence van Polen te danken is aan de
tijdelijke status van 2000 of aan de eeuwenoude schoonheid en culturele geschiedenis van die
stad. Misschien wakkert dat mijn vuurtje weer aan of misschien werkt het als brandblusser.
Wat betreft deze Voorjaarsnota, mijn raadsstem is een stevige stap op de plaats maken tot er
meer politieke duidelijkheid is over de koers die de nieuwe regering gaat uitstippelen na de
verkiezingen van 12 september. L
Ik was eerst van plan niet een motie mee te ondertekenen of te steunen. Ik heb er toch 2 gezien
die ik beslist wel steun. Maar dat zeg ik wel in mijn 2e termijn.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Dat houdt het nog even spannend.
Geen vragen vanuit de andere fracties?
O, de heer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Misschien toch wel sympathiek dat u ons al in het torentje plaatst. Dat waardeer ik. Maar de
verkiezingen moeten natuurlijk eerst nog wel komen en we hebben natuurlijk in Breda ook nog wel
genoeg problemen waar we iets aan moeten doen. Kunt u een paar van die problemen benoemen,
ook lokaal hebben we wel wat te doen natuurlijk, met het Grondbedrijf, en met
investeringsprogramma's. Heeft u daar geen mening over?
DE HEER STUBENITSKY:
Ik ga niet zeggen welke moties ik steun, mijnheer Van Lunteren. Maar er zijn inderdaad problemen
die in de toekomst geld moeten gaan kosten. Dat wil ik gewoon even voor me uitschuiven tot de
Begroting.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Goed. Dank u wel.
Nog andere fracties?
Mijnheer De Beer.
DE HEER DE BEER: t
Toch even. U hoeft uiteraard niet te melden welke moties u steunt. Dat kan ook in de 2 termijn.
Maar ik heb toch wel een aantal moties voorbij zien komen waar gevraagd wordt om scenario s, en
waar de motie indienen en de motie aannemen en de motie uit te laten werken door het college
geen of weinig geld kost. Neemt u dat ook mee in uw overwegingen?
DE HEER STUBENITSKY:
Ik ben gevoelig voor vurige pleidooien, mijnheer De Beer.
DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER:
Ik kan de conclusie trekken dat de heer Stubenitsky zich graag laat overhalen met argumenten.
Dat is tenminste mijn conclusie.
Dan geef ik het woord aan de heer Ernst.
DE HEER ERNST:
Dank u wel, voorzitter.
Dat legt natuurlijk wel een ontzettende druk op me.
Voor de 3e keer eigenlijk in een zeer korte tijd praten we weer over de financiële situatie. Eerst bij
de pre kader Voorjaarsnota, vorige maand bij de jaarrekening en nu bij de Voorjaarsnota. Want de
financiële kaders zijn voorwaardelijk voor het aantal te nemen nieuwe beleidsvoornemens. En juist
die financiële kaders zijn weer allerminst rooskleurig. Dit beeld is zeker ook niet afwijkend van de
laatste maanden. We lopen als gemeente risico's, zeer veel risico's, en met name op het gebied
van de grondexploitaties. En we hebben eigenlijk onvoldoende reserves om deze risico's af te
dekken. En dat beeld is niet veranderd. Eigenlijk is het beeld nog onzekerder geworden. Effecten
van ingezet beleid worden pas de komende maanden zichtbaar. En een nieuw kabinet kan een