434 Ja, ik..., Geen idee. DE HEER VAN DER HORST: Dat is wel het getal. DE VOORZITTER: De heer Akinci. DE HEER AKINCI: Ik ben het dictum van de motie nog een beetje over mijn tong aan het laten rollen. Enerzijds houdt u een warm pleidooi voor Breda 750 als volbloed organisatie van zo moeten wij het hier op het lokale niveau inrichten. Anderzijds is er nog wat discussie, ook met de heer Van Lunteren, van moet er dan een extra laag komen en op welke wijze wil je nou die partners en het culturele veld met elkaar verbinden. Mag ik deze motie zo lezen dat u zegt: ga er op studeren, kom binnenkort met wat ideeën daarover maar het hoeft niet per se een stichting te zijn en het hoeft niet per se zoals 750 te zijn. Of wilt u echt, koste wat het kost, die richting op? DE HEER ELBERTSE: Ik denk dat u het goed aangeeft. Wat wij zeggen, is net zo goed als datje omschrijft welke kansen er allemaal zijn, denken wij dat het ook goed is om na te denken hoe en op welke manier je dat dan wil gaan organiseren. En inderdaad, kom dan met plannen daarin en daarvoor, en dan ook samen met het veld. Het hoeft niet per se zo'n organisatie te zijn. Wij komen daar wel op omdat juist vanuit het veld, het culturele veld, daar om gevraagd wordt, is onze beleving. Dus vandaar het voorbeeld. DE VOORZITTER: De heer De Jong. DE HEER DE JONG: Dank u voorzitter. Ja mijnheer Elbertse, ik hoor al jaren dat ongeacht het feit we de organisatie krijgen van Brabant Culturele Hoofdstad, dat we toch de ambitie hebben om de plannen en de ideeën en de richtingen die daarin verwoord zijn, uit te gaan voeren. Als ik de motie lees, dan heeft u het over: vooruitlopend op de kandidatering van Brabant Culturele Hoofdstad. Maar moet het in principe niet onafhankelijk zijn van die kandidatering, de behoefte aan een dergelijke organisatie als we toch de plannen gaan uitvoeren, of we het worden ja dan nee? DE HEER ELBERTSE: Ja kijk, het lijkt ons logisch datje niet een organisatie gaat optuigen op het moment datje nog niet weet of je wel of niet Culturele Hoofdstad wordt. Maar daar tegenover staat dat je er op zijn minst wel over kunt nadenken hoe je dat dan zou gaan doen op het moment dat je het wordt. DE HEER DE JONG: Nee, dat bedoel ik niet te vragen. Misschien was mijn vraag niet duidelijk. Of we het worden, ja dan nee, van heel veel plannen die nou in het bidbook zijn gepresenteerd, hebben we de ambitie dat we die toch gaan uitvoeren, ondanks het feit dat we het worden ja dan nee. DE HEER ELBERTSE: Dat is voor mij nieuw in die zin. Op het moment dat we geen Brabant Culturele Hoofdstad worden, dan heb ik het niet zo begrepen dat we toch al die plannen gaan uitvoeren, dat er wel een intentie is om een aantal van de dingen die in gang gezet zijn, om daar mogelijk mee verder te gaan, maar volgens mij ontstaat er dan een hele nieuwe discussie. DE HEER DE JONG: Ja, dan ontstaat er een hele nieuwe discussie. Maar is dan de behoefte aan een dergelijke organisatie juist niet groter? Dat bedoel ik er eigenlijk mee te vragen. DE HEER ELBERTSE: Nou ja goed, het is denk ik duidelijk hoe wij bedoelen hoe en waarom zo n organisatie noodzakelijk is. En volgens ons is die pas nodig op het moment datje ook Brabant Culturele Hoofdstad bent. DE VOORZITTER:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 10