437
En ja goed, dat is ook een uitdaging voor ons als raad om dat in de toekomst goed in te vullen en
een uitdaging voor het college om daar ook bestaande projecten creatief in te financieren.
Daarom zijn we blij dat we nu een beetje los lijken te raken van de kip en het ei cirkel waar we een
beetje in zaten in dit dossier. Samen met de stad, met het culturele veld in een leidende positie
samenwerken en zorgen dat dit een succes wordt. En daar hebben wij alle vertrouwen in.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan de heer De Beer?
Want u begon over het trekken van de regio. Volgens mij zijn we het daar allemaal mee eens.
Begreep ik uw vraag aan de wethouder goed dat u vraagt of het op een later moment alsnog
mogelijk is om hun financiering deel te laten uitmaken van onze 10 miljoen?
DE HEER DE BEER:
Ja, dat is correct. Dat heb ik maandag ook gezegd en de wethouder..., Ja, daar staat dus in de
tekst iets anders, daar was ik niet zo blij mee en dat heb ik maandag ook uitvoerig gevraagd aan
de wethouder. En in mijn beleving heeft die daar op geantwoord dat het wel mogelijk is om in de
toekomst daar afspraken met de regio over te maken. En daar ga ik ook gewoon van uit.
DE VOORZITTER:
Tot slot mijnheer Hardorff, Partij van de Arbeid.
DE HEER HARDORFF:
Dank u wel, voorzitter.
Ik had overigens het antwoord op de vraag van de heer De Beer anders begrepen, dus ik ben erg
nieuwsgierig naar het antwoord van de wethouder. Dat gaan we dan zo meteen horen.
Namens de Partij van de Arbeid kan ik zeggen dat we graag positief zouden adviseren. Want
Brabantstad Culturele Hoofdstad is een project voor de lange termijn. En ook dat soort projecten
zijn belangrijk, juist in een tijd van crisis en van recessie: het bieden van perspectief om er sterker
uit te komen. En meer dan een cultureel project is het ook een sociaal project, een economisch
project en zeker ook een ruimtelijk project, aangezien Via Breda daar een rol in speelt.
Wat betreft de Partij van de Arbeid, zijn de 3 thema's die in Kansen voor Breda zijn beschreven,
thema's die passen in de eigen agenda van de stad.
Allereerst dus die Spoorzone, waarvan we het sowieso al belangrijk vonden om te investeren in de
belevingswaarde om er echt een tweede centrum van de maken in plaats van de zoveelste Vinex
wijk.
Ten tweede wat we dan noemen de zogenaamde breedtesport van de cultuur. Uiteraard vinden we
dat als Partij van de Arbeid ook belangrijk, cultuur dicht bij mensen, in wijken. Alhoewel, een
beetje cynisch word je er wel van als je 14 buurthuizen sluit en dan goede sier maakt met een
Buurthuis van de Toekomst.
En ten derde het speerpunt Erfgoed en beeldcultuur waarvan we al hadden bepaald dat we daar
mee verder wilden om het imago van de stad en de aantrekkingskracht van de stad te versterken.
In dat opzicht dus goed gekozen thema's en daar hebben we ook vertrouwen in. Echter, wat ons
betreft, is ook Culturele Hoofdstad niet een project waar je met een hele krappe
coalitiemeerderheid een besluit in neemt. Want we nemen een besluit voor de langere termijn, niet
alleen gezien het project wat in 2018 plaats vindt maar ook gezien de financiële consequenties die
daar aan vast zitten. En als we dan het finale besluit moeten nemen of we wel of niet positief gaan
adviseren, moeten we toch ook wel constateren dat er de afgelopen jaren toch al veel mis is
gegaan. De heer Van den Berg heeft daar al het een en ander over gezegd en ook de heer Van
Lunteren refereerde daar aan. Want zo was er heel lang, en is er denken wij nog steeds, een
gebrek aan communicatie en draagvlak over dit project, zowel waar het de provinciale
inspanningen betrof maar zeker ook daar waar het de eigen inspanningen als gemeente Breda
betrof. We hebben met z'n allen, niet alleen in Breda maar ver daar buiten, geconstateerd dat er
sprake was van een uiterst zwak Bidbook 1.0 en we hebben in feite de nieuwe versie nog niet
kunnen toetsen op meer kwaliteit. Er was een gebrek aan het activeren van organisatiekracht in de
cultuursector. En dat is natuurlijk wel opmerkelijk als je eerst de cultuurmakelaar afschaft,
vervolgens er een soort vacuüm ontstaat en vervolgens met voorstellen moet komen om die
organisatiekracht als het ware weer op te peppen. In dat opzicht ondersteunen we wel het pleidooi.
Maar ook daar hebben wij denken wij een verkeerde keuze in gemaakt door de cultuurmakelaar af
te schaffen. En er is sprake geweest van een switch naar Eindhoven zonder dat dat heeft geleid tot
politieke besluitvorming of het vertalen naar financiële consequenties. Het was ineens zo en dat
was maar een feit waarmee we het moesten doen. En tenslotte, nou ja niet eens helemaal
tenslotte, het niet oppikken van lokale politieke signalen. Die gingen over draagvlak, die gingen
over het salaris van de heer Sanders, die gingen over de hoogte of de samenstelling van de
financiële bijdragen. En niet voor niets hebben we als raad voor de zomer raadsbreed een brief