440
Nee, ik stel voor dat zij eerst dit antwoord afmaakt en dan krijgt u het woord.
WETHOUDER BOELEMA:
Ja, hierna ben ik er helemaal voor u. 2,5 miljoen voor Tilburg, ik zal even uitleggen hoe dat gegaan
is want dat is..., Ja ik doe het zelf, dat de aandacht nu weg is...,
Goed, het gaat over serieuze financiële zaken dus daar krijgt u dan ook serieus antwoord op. Die
2,5 miljoen van Tilburg dat is geld wat zij binnen die 10 miljoen gealloceerd hebben voor de
Spoorzone. Maar dat is nadrukkelijk geen geld wat bij hen op de begroting stond voor de
Spoorzone. Zij hebben eigenlijk met elkaar afgesproken, - en dat kunt u ook in de notulen zien -,
van die 10 miljoen gaat 2,5 miljoen in ieder geval bij ons in de Spoorzone renderen. Wat ze daar
bijvoorbeeld voor doen, om dan maar die zin even af te maken, is bijvoorbeeld een gebouw wat zij
daar nu hebben staan, opknappen om daar culturele activiteiten in te doen. Dat zijn dingen die bij
ons ook nog steeds kunnen want ondanks dat wij niet hebben gezegd daar moet 2,5 miljoen van
de Spoorzone in zitten van die 10 miljoen, is wel degelijk de visie die we nu hebben neergelegd
een multiplier om onze Spoorzone te bereiken. Dus we hebben dat niet als zodanig betiteld maar u
kunt zien in de visie die we uitdragen, dat de Spoorzone een heel belangrijk element is en dat je
het eigenlijk ook zo zou kunnen lezen dat uitgaven die we misschien zouden doen in een volgende
periode, zoals bijvoorbeeld rondom de Skatehal, die je nu, en dat staat ook in de Visie, die je nu,
eigenlijk binnen die 10 miljoen kunt dekken, terwijl als je die 10 miljoen nu niet gehad zou hebben,
dan zou je daar misschien de volgende periode een ander investeringsbesluit over hebben moeten
nemen. Dus zo kunt u dat lezen.
DE VOORZITTER:
Mijnheer Van Lunteren.
DE HEER VAN LUNTEREN:
Ja voorzitter, ik zie het nou gebeuren dat ik nou helemaal terug moet naar een tijdje terug en toen
zei de wethouder letterlijk: nou, ik kan mij heel goed voorstellen dat Den Bosch er geen zin in
heeft om extra nieuw geld te investeren in deze tijden van crisis. U kon zich heel goed voorstellen
dat Den Bosch dat niet zou willen. En dan verwacht u wel van Breda dat wij dat dan wel doen.
WETHOUDER BOELEMA:
Ja, u bent er altijd heel goed in mijnheer Van Lunteren om naar een gedeelte te luisteren en een
gedeelte dan zeg maar van het verhaal niet te horen. Wat ik gezegd heb, is het volgende.
Letterlijk. Ik snap heel goed dat Den Bosch niet 18 miljoen in Culturele Hoofdstad kan en wil
steken. Want zij hadden al 8 miljoen geparkeerd staan. En daar zou anders 10 miljoen bovenop
staan, boven op gekomen zijn. Binnen Culturele Hoofdstad moeten die projecten van het Jeroen
Boschjaar overigens gewoon passen. Dat we ons dat even realiseren. Ook daar kijkt bijvoorbeeld
zo'n commissie naar, naar past dit nou binnen wat we uitstralen van Culturele Hoofdstad willen zijn
met elkaar. Dus in die zin heeft Den Bosch dezelfde verplichtingen als Tilburg, Eindhoven, Helmond
en Breda.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, toch even een vraag over dit specifieke onderwerp.
Want eigenlijk hoor ik, en daar zult u wel dezelfde duiding aan geven als bij de heer Van Lunteren,
maar eigenlijk zegt u dus ook: wij hebben dus niet goed onderhandeld. Want u zegt: Den Bosch
heeft dat toen goed onderhandeld door die 8 miljoen onderdeel te laten zijn van 10 miljoen. En de
situatie waar op dit moment Den Bosch investeringsbudget heeft van 200 miljoen euro en wij maar
moeten zien wat we straks nog hebben. Als er iemand een onderhandelingspositie had, dan waren
wij het op dat moment. De laatste stad die moest besluiten, we stonden financieel het zwakste er
voor en in feite hebben we niks kunnen afdwingen.
WETHOUDER BOELEMA:
Nou, ais ik even terug ga naar de eerste zinnen van mijn betoog waar ik mee begonnen was, heeft
uw brief wel degelijk effect gehad. Want wat wij deze zomer gedaan hebben is niet alleen gefocust
op de 10 miljoen die dan terug kwam in de stad maar daarvan de 50 miljoen van de provincie 5
miljoen als multiplier boven op gekregen. Daar moetje natuurlijk projecten voor inleveren maar
wij gaan er van uit, met de visie die er ligt, en die door een breed draagvlak onder u gedragen
wordt, dat dat ons gewoon gaat lukken. Dat is wel onderdeel van het onderhandelingsspel
geweest. Daarmee zijn we er nog niet want het is ook zo dat de financiële situatie van Breda meer
dan duidelijk is geworden, zowel door uw interventies als door de interventies van het college en
bij Gedeputeerde Staten. Het klopt dat onze positie, en we laten maar even buiten beschouwing
hoe het nou kan dat Den Bosch bijvoorbeeld een andere financiële positie bezit dan Breda, dat
