445 Ik heb eerder begrepen dat die Kashba minimaal 10 jaar zou blijven staan. Met de motie van het CDA om die leegstaande gebouwen te gebruiken, kan ik wat betreft die leegstaande gebouwen te gebruiken voor culturele doelstellingen instemmen. Maar ik ben ongeveer een mensenleven geleden in Marokko geweest en een Kashba, al dan niet cultureel, moet echt in de buitenlucht, zelfs in ons klimaat, anders is het nep. Bovendien hebben we voorlopig niet alle grond in de Spoorzone verkocht. En een culturele Kashba zou daar een trekker voor de komende bedrijven kunnen zijn. Ik hoor die al zeggen: we zitten op 200 meter afstand vanaf het station, naast die schilderachtige culturele Kashba. Als de heer Elbertse die Kashba uit de motie haalt, kan ik die motie wel steunen want ik heb eerder al geopperd om de in 2017 beschikbaar komende Rechtbank voorlopig in te richten voor culturele instellingen. DE VOORZITTER: Dank u zeer. Mijnheer Van der Horst, VVD. DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik zal me beperken tot de 2 moties. Het aanspreekpunt. We denken dat dat voldoende ingevuld is, zoals de wethouder uitlegt, met de heer van der Vis. Die motie gaan wij dus niet steunen. De andere motie, ik noem het maar even de Kashbamotie. Los van het feit of we er wel of niet over gaan, een kandidaat Culturele Hoofdstad waarbij het onderdeel architectuur meteen wordt geschrapt, lijkt ons niet zo sterk. Eerst ook in de raadsbrief vragen over de ontwikkeling van de Spoorzone waarin allerlei projecten een grote rol spelen en dan op deze vraag positief ontvangen door het programmabureau en dan dat weer terug nemen, dat lijkt ons niet de goede weg. Het invullen van de leegstaande gebouwen in de stad, overal, en dat betrekken bij Brabant Culturele Hoofdstad, dat moet gewoon gebeuren en dat lijkt ons wel een heel goed idee. Dus mogelijkerwijs kan de heer Elbertse zijn motie aanpassen tot dat gedeelte. DE HEER HARDORFF: Voorzitter, mag ik een vraag stellen aan de heer Van der Horst? DE HEER VAN DER HORST: Graag. DE HEER HARDORFF: Want wij hebben raadsbreed, - u heeft hem ook ondertekend -, voor de zomer een brief gemaakt waarin we toch de wethouder een heldere opdracht mee gaven in de richting van de Stuurgroep om voor Breda betere financiële voorwaarden te creëren. Daarin hebben we een aantal zeer concrete suggesties gedaan. Wat vindt u er als VVD van dat de wethouder die afgelopen maandag in het debat afdeed als: ach, ik had het niet als een opdracht begrepen. DE HEER VAN DER HORST: Ja, ik vind het een beetje een opmerking..., De wethouder heeft dat in mijn ogen, en in de ogen van de VVD, voldoende goed uitgelegd en onderbouwd en hij heeft daar..., Er is een fantastische prestatie geleverd, zoals mevrouw Boelema ook net al vertelde, om die 10 miljoen vast te leggen en die 5 miljoen binnen te halen. Dat lijkt ons meer dan voldoende. Tenminste, kijk, als er meer uitkomt, prima, maar wij zijn tevreden. U niet? DE VOORZITTER: Goed. Dan ga ik door naar de heer Akinci. DE HEER AKINCI: Voorzitter eerst 2 opmerkingen over de 2 moties die de heer Elbertse heeft ingediend. Allereerst een motie over de organisatie. Dat hadden we net in een interruptiedebat in de le termijn ook al een beetje afgepeld. U zegt in die motie, - ik moet eigenlijk via de voorzitter praten -, voorzitter, de heer Elbertse zegt in zijn motie dat we moeten gaan nadenken over die organisatievorm en de organisatiestructuur. Daar ben ik het helemaal met hem eens. Ik weet niet of wij het op voorhand met elkaar eens zijn over wat daar uit zou kunnen of moeten komen. Ik kan me ook voorstellen naar 2018 toe, datje probeert wat meer netwerkachtige vernieuwende organisatiestructuren op touw te zetten. Maar laat dat maar gebeuren. Geef het veld die opdracht en volgens mij mogen we die motie ook zo lezen en dan verwacht ik eigenlijk, ook na de beantwoording van de wethouder, dat die gewoon overgenomen wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 21