433 Voorzitter..., DE HEER VAN DER HORST: Dank u wel. Nou, dat is ook wat wij merken in de gesprekken die wij hebben met culturele instellingen en met organisaties, maar ook met het bedrijfsleven, dat er behoefte is aan duidelijkheid. En ik denk dat we hierin als Breda gewoon een eigen verantwoordelijkheid hebben. Als dat natuurlijk in te passen was in dat geld of als dat onder die 10 miljoen zou kunnen vallen, ja dan is dat natuurlijk prima maar in onze beleving staat het toch los van hoe je daar verder mee om gaat. Want wat we nu volgens ons aan het doen zijn, is dat je iedereen aan het verantwoordelijk maken bent, of vindt dat ze verantwoordelijk zijn. Het gevolg daarvan is dat niemand zich verantwoordelijk voelt. DE HEER VAN LUNTEREN: DE VOORZITTER: Mijnheer Van Lunteren. DE HEER VAN LUNTEREN: Ik snap dat u in het slikken of stikken verhaal kiest voor het slikken. En dan is mijn vraag: u stelt dat die geen extra laag wordt in de organisatie. Maar hoe verhoudt die zich dan tot de gemeente? Op welke plek komt die dan? Want als we iets creëren, doen we dat dan als gemeentelijke organisatie of komt het onder de gemeente en wordt het een extra laag en stapt dan de gemeente er uit? Of stapt dan de provincie er uit? Wat bedoelt u precies met die extra laag? DE HEER ELBERTSE: Nou, juist geen extra laag. Wat we nu hebben, is in feite dat We schrijven een stuk: Kansen voor Breda. En wat we daarin doen, is opsommen wat allemaal zou kunnen. Maar het lijkt er op dat we ons niet afvragen hoe en op welke manier je dat dan gaat organiseren. Er wordt gesproken over instellingen zonder dat die instellingen precies weten wat zij nou daarmee kunnen. En ja, ons lijkt het toch echt wel noodzakelijk dat je een organisatie hebt die er in elk geval voor gaat zorgen dat instellingen en organisaties en bedrijfsleven met elkaar verbonden worden en dat ze ook met elkaar in gesprek gaan. DE HEER VAN LUNTEREN: Voorzitter, maar dan is het mij nog niet helder. Hoe in de lijn komt die organisatie dan te zitten? Je hebt provincie, of Eindhoven, dan heb je Breda, en dan heb je de kunst- en cultuursector. Waar komt dan die extra organisatie tussen als dat geen laag wordt? Wat vervangt die dan? DE HEER ELBERTSE: Nou ja, u zult ongetwijfeld weten hoe we dat gedaan hebben met Breda 750 jaar. DE HEER VAN LUNTEREN: Nee. DE HEER ELBERTSE: Nou ja, daarvoor is toen een stichting in het leven geroepen en daar zaten dus mensen in die ervoor gezorgd hebben dat er met het veld, en dat was zowel het culturele veld alsook het bedrijfsleven, er dingen van de grond gekomen zijn die heden ten dage nog merkbaar zijn. DE HEER VAN LUNTEREN: Dus een extra laag? DE VOORZITTER: Ik ga eerst naar mijnheer Van der Horst. Mijnheer Elbertse, heeft u een idee hoe duur die organisatie was van 750 jaar Breda? DE HEER ELBERTSE: Geen idee. Maar ik kan de vraag ook omdraaien. Hebt u enig idee wat het gaat kosten als je niet gaat organiseren? DE HEER VAN DER HORST: Die organisatie kostte in ieder geval 4 ton. DE HEER ELBERTSE:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 9