468 toeristenbelasting, lijkt het ons evident dat die besteed worden aan zinvollere zaken in het belang van de stad. DE VOORZITTER: Dank u wel. Anderen nog? Dan is het woord aan de wethouder. Een 2-tal vragen WETHOUDER MEEUWIS: Ik had er 3, voorzitter. De le vraag, als het gaat over het collegeprogramma en zeg maar de infrastructuur in de binnenstad, die zal ik samen met de vraag van het CDA die door de heer Elbertse is gesteld, die gaan min of meer over hetzelfde. Als het gaat, de concrete vraag is: geeft de gemeente uit de middelen die binnen komen als gevolg van het heffen van toeristenbelasting, alleen als er een plan is waar draagvlak en wat ook nuttig is naar het oordeel van de gemeente, dan is het antwoord daarop:ja. Dan vroeg mevrouw Van der Sanden waarom het college niet bereid zou zijn om te bemiddelen. Dat zijn we nadrukkelijk wel. Maar ik wilde het Retailplatform, althans niet het Retailplatform als zodanig maar wel alle organisaties die binnen de binnenstad zich hebben ingespannen om dit voor elkaar te krijgen, eerst ook zelf tot een soort van conclusie laten komen, waarom dit nou in hun beleving mislukt is. Het was hun overtuiging dat dit zou lukken. Daarmee zijn ze ook hier in uw raad geweest en hebben ze ook met verve het plan verdedigd. Dus er is een grote teleurstelling te verwerken. Als het zo zou zijn dat de uitkomst van dit proces is dat partijen in de binnenstad tegenover elkaar komen te staan, ik ben daar overigens niet zo somber in, ik denk dat dat niet de conclusie is van wat hier gebeurd is. Ik zie wel dat er verschillend wordt gekeken naar hoe men met de binnenstad verder wil. DE VOORZITTER: Wil de wethouder proberen dit puntig samen te vatten? Het is misschien een leersituatie voor ons allen. Ik zeg bewust: voor ons allen. Dus misschien wil de wethouder proberen ook puntig tot een reactie te komen? WETHOUDER MEEUWIS: Goed. Dus voorzitter, als antwoord op de vraag van mevrouw Van der Sanden, zou ik kort en puntig willen antwoorden dat ik dat graag bereid ben te doen op het moment dat de verhoudingen daartoe aanleiding geven. En als u daarvoor eerder signalen hebt dan dat ik die heb, dan laat ik me daar gaan op aanspreken. Ik denk dat het nu niet zover is en laten we eerst even die evaluatie, - dat zijn een paar weken -, even rustig afwachten. Dan de vraag van de heer Elbertse die ik even samen vraag, of samen pak, met de vraag naar aanleiding van het collegeprogramma door de heer Bos. Is het verstandig of is het voorstelbaar dat wij een sociaal economisch akkoord sluiten met de binnenstad? Nou goed, een sociaal economisch akkoord is wel een hele zware term. Als ik dat uitleg dat er vanuit die paar vierkante meter binnenstad waar heel veel mensen wonen, werken, hun geld verdienen, horeca actief is, de andere bewoners van Breda als hun huiskamer beschouwen, en ook nog eens 5 miljoen bezoekers van buiten komen, dat kleine stukje mooie, historische Breda, dat we daar misschien wat andere, wat meer integrale afspraken met elkaar zouden moeten maken, die verder gaan dan alleen maar hoe noemen we de straten, wat voor klinkers leggen we en hoe diep mogen de voegen zijn. Wij zijn op dit moment, we hebben voorliggen een plan voor visieontwikkeling voor de binnenstad dat ook de aanloop is naar het nieuwe op ontwikkeling en dynamiek gerichte bestemmingsplan voor de binnenstad van collega Arbouw. Ik kan mij voorstellen dat ik de oproep meeneem en die zal vertalen, dat we in de visieontwikkeling naast de fysieke ontwikkeling van de binnenstad ook nog even de softwarematige kant, de maatschappelijke kant, de maatschappelijke structuur van de binnenstad, dat we dat in die visieontwikkeling meenemen omdat ik merk dat het beter zou kunnen, - dat deel ik dus met u en dat we daar, als we dan toch bezig zijn met een visie op de binnenstad, dat dit relevante element, dat we dat dan daarin mee zouden kunnen nemen, dus..., DEVOORZITTER: Goed. WETHOUDER MEEUWIS: Het antwoord hierop is dat ik dat op die manier vorm zal geven. Dat krijgt u dan uiteindelijk via die visieontwikkeling tot u.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 13