469
DE VOORZITTER:
Ik geef mijnheer Bos het recht op een afrondende opmerking.
DE HEER BOS:
Dank u wel voor dit voorrecht, voorzitter.
Allereerst wil ik nog even met klem zeggen dat ik niet heb gesproken over onvermogende
ondernemers maar over het onvermogen om draagvlak te creëren. Dat is wel een belangrijk
verschil. En hoewel de wethouder niet onderkent dat dat het geval is, ben ik wel blij dat hij de
ondernemers gaat begeleiden om dat draagvlak te creëren. Dus ik ben heel blij met die toezegging
En daar zit dan eigenlijk ook weer een erkenning in van het probleem. Dus ik ben ook blij met de
toezegging op punt 1. En daarna ben ik erg blij met de toezegging op het feit dat er geen plannen
worden gesteund die geen draagvlak hebben en die niet van voldoende kwaliteit zijn.
Dank u wel.
DE VOORZITTER:
Dan gaan we nu naar de volgende vragen, ingediend door de heer Elbertse namens het CDA,
inzake handhaving drugsoverlast Tuinzigt.
Ik wil vragen of mevrouw Van Hasselt weer de voorzittershamer wil hanteren.
DE HEER HARDORFF:
Voorzitter, ik zou graag een opmerking van orde willen maken, want het uur is bijna om terwijl we
volgens mij nog 3 vragen moeten doen. Is het mogelijk om het vragenuur of actualiteitenuur dan
te verlengen? Want anders komen andere onderwerpen niet meer aan de orde.
DE VOORZITTER:
Ik zal mijn uiterste best doen om te kijken om het uur zo minimaal mogelijk te overschrijden. We
hebben een agenda die overzienbaar is. Maar volgens mij heeft uw raad zich dat vooraf ook
gerealiseerd. Ja, ik zeg dat toch. En dan, vind ik, moeten we even recht doen want het zijn
actualiteiten. Ik heb het u zojuist al gezegd dat het een leerproces is voor ons allemaal, niemand
uitgezonderd. Dus laten we dat gewoon even hanteren. Het is 20.20 uur. Ik doe mijn uiterste best
met u om goed de tijd in de gaten te houden. In dat opzicht zie ik ook uw opmerking als een goede
aanmoediging.
De heer Elbertse.
DE HEER ERNST:
Voorzitter, even over dat punt van orde. Wij hechten er toch wel aan om de afspraken gewoon te
houden en niet om het af te laten hangen bijvoorbeeld van de duur van de agenda. Want dat staat
volgens mij niet in het reglement van orde.
DE VOORZITTER:
Nee, maar ik wil proberen ook rondom een uur te blijven, tenzij u zegt: ik wil stemming, dat we
ons absoluut vast houden aan een uur. Dan doen we dat.
DE HEER AKINCI:
Nou, voorzitter...,
DE VOORZITTER:
U wilde een stemming, mijnheer Ernst?
DE HEER AKINCI:
Voorzitter, heel formeel dan wellicht. De le vraag in het actualiteitenuur werd gesteld om 19.43
uur. Dus we hebben nog even speling.
DE VOORZITTER:
Ik ben blij dat velen mee doen. Laten we even proberen in de geest van de afspraak te werken. En
ik bepaal de voorzittersactiviteiten en daar ga ik voor. Dus het woord is aan de heer Elbertse.
DE HEER ELBERTSE:
Nou, toch blij. Ja voorzitter.
DE VOORZITTER:
Laten we proberen te streven naar een spreektijd van om en nabij 2 minuten per persoon.
De heer Elbertse.