478
DE HEER VAN DER HORST:
Dank u wel, voorzitter.
De vragen die ons gesteld worden door de PvdA, zal ik kort en krachtig beantwoorden.
Wat vinden de fracties van de situatie die is ontstaan na het openbreken van het convenant? Nou
ja, in de komende maanden zouden reeds vele koopzondagen vallen. In december bijvoorbeeld al
4, in november 2; het is allemaal in overleg gegaan. Betreffende het convenant is mede door
begrip van de bewoners voor de economische omstandigheden van de ondernemers een en ander
in onderling overleg gewijzigd. Met alle 4 de partijen. Maar de winkels die open willen gaan, gaan
open. En de winkels die dicht willen blijven, blijven dicht. Ja, als dat chaos is, heb ik misschien een
afslag gemist. Voorts moet de stad zich nog zetten, in de zin van: iedereen moet nog een beetje
kijken hoe het allemaal werkt. Vele ondernemers kiezen voor de lijn, de wereld past zich niet aan
naar de wensen van de ondernemers in Breda maar de ondernemers moeten zich aanpassen aan
de wensen van de Bredanaars. Ik ben ook heel benieuwd hoe het college hierover denkt.
Achten de fracties ingrijpen door het college noodzakelijk? Ja, en dat doet het college ook. Het
beste voorbeeld is de Singelloop.
Welke rol ziet het college hierin voor zich weg gelegd om dit verder te doen? Ik ben ook zeer
benieuwd wat de wethouder hiervan vindt.
Vinden de fracties dat de evaluatie van de nieuwe winkeltijdenverordening op korte termijn dient
plaats te vinden? Nee, want in ieder geval moet je meenemen om een duidelijk beeld te krijgen
een drukke november- en decembermaand, ook een slappe januarimaand en een februarimaand.
Ik ben ook daarin heel benieuwd hoe daar de wethouder stelling in neemt.
Tot zover. Mooi binnen de tijd nietwaar?
DE VOORZITTER:
Het woord is aan mevrouw Koger. Gaat uw gang.
MEVROUW KOGER:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter.
Ik zal ook de vragen kort beantwoorden.
Wat vinden de fracties van de situatie die ontstaan is, enzovoort. Ja, wij vinden het geen chique
actie, om het zo maar eens te zeggen, van het grootwinkelbedrijf en de grote ketens, maar dat is
aan de partijen zelf.
Achten de fracties ingrijpen van het college noodzakelijk? In beperkte mate wellicht. Maar het
college is in een heleboel dingen geen partij. Dat zijn de ondernemers.
Vinden de fracties een evaluatie op korte termijn nodig? En dan neem ik meteen ook de motie van
de PvdA mee. Ja, ik denk dat de wethouder al eens een keer een evaluatie heeft toegezegd. Dus ik
wil eigenlijk de wethouder vragen of die evaluatie er komt en dan op basis van de criteria van de
verordening. En als de wethouder dat kan toezeggen, dan acht ik de motie overbodig.
Binnen een minuut.
DE VOORZITTER:
Dank u zeer. Ja dat klopt.
Dan mevrouw Van Beek, CDA.
MEVROUW VAN BEEK:
Dank u wel.
Ruim anderhalfjaar geleden hebben we besloten over het vrij geven van de koopzondagen. En we
hebben dat op een manier gedaan waarin we hebben gezegd van we willen dat invullen in Breda op
een zorgvuldige manier en in goed overleg tussen ondernemers en bewoners. En juist door die
zorgvuldigheid en dat goed overleg hebben wij gevraagd en delen wij ook de vraag: wat vinden we
nu van de situatie want wij vinden dat er nu veel onduidelijkheid over ontstaat. Wat ons betreft is
er ook wel verschil in de periode dat je nu nog het convenant had en de periode daarna. De
periode dat je het convenant had, werden er toch veel verschillende signalen ontvangen. Eerst het
Retailplatform dat zegt: er wordt verschillend over gedacht, dus laten we er mee doorgaan. Dan 52
of 51 ondernemers die zeggen: we willen toch elke zondag open. En dat wordt opeens gezien als
de meerderheid. Dus we hebben daar wel vragen over. In hoeverre, en dat is een vraag aan de
wethouder, is er goed overleg geweest, heeft u ook die signalen van ons gepakt om dat overleg te
starten tussen die ondernemers van hoe gaan we hier nu mee om met deze situatie en ook met de
bewoners? Voor de periode na 2012, we hebben altijd gezegd dat een goede evaluatie erg
belangrijk is. Dat zou geen distributieplanologisch onderzoek worden zoals toen ook is gezegd. Die
evaluatie die u voorstelt, klinkt nogal uitgebreid. Het moet ook een hele goede en zorgvuldige
evaluatie zijn. Maar ik denk dat we daar niet ook tonnen in moeten gaan steken. Dat kan ook op
een andere manier. En daarbij heb ik ook een vraag over het gedeelte van de motie waarin u zegt: